Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-04-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1636

Zaaknummer

H 182-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

De zinsnede:“Terwijl [M] (zijnde klager sub 1, RvD) en zijn adviseurs (zijnde onder meer klager sub 2, RvD) met instemming van mr. [X] (zijnde een van de arbiters, RvD) voor zichzelf uit de praktijk konden nemen wat hen beliefde.” is niet onnodig grievend.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

H 182-2010 Klacht

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s-Hertogenbosch

 

Beslissing

 

inzake

 

 

de klacht van:

 

1.         A

2.         B

klagers,

 

 

tegen

 

verweerder,

 

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

1.         Verloop van de klachtprocedure.

Bij schrijven van 16 september 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen, welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

 

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 februari 2011, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 18 januari 2010, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 14 februari 2010.

 

Bij de mondelinge behandeling zijn de gemachtigde van klager en verweerder verschenen.

 

 

2.         De feiten

 

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

Verweerder is de advocaat van de wederpartij van klager. In een brief d.d. 11 juni 2010 aan de arbiters in een tussen partijen lopende arbitrageprocedure heeft verweerder de volgende zinsnede opgenomen:

“Terwijl [M] (zijnde klager sub 1, RvD) en zijn adviseurs (zijnde onder meer klagers, RvD) met instemming van mr. [X] (zijnde een van de arbiters, RvD) voor zichzelf uit de praktijk konden nemen wat hen beliefde”.

 

 

 

 

 

3.         De klacht

 

3.         De klacht houdt het volgende in:

Verweerder uit ernstige en onterechte beschuldigingen tegen klagers, met name door in een brief de volgende zinsnede op te nemen:

“Terwijl [M] (zijnde klager sub 1, RvD) en zijn adviseurs (zijnde onder meer klagers, RvD) met instemming van mr. [X] (zijnde een van de arbiters, RvD) voor zichzelf uit de praktijk konden nemen wat hen beliefde”.

 

 

4.         Het verweer

 

4          Het standpunt van verweerder houdt in:          

           

Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De betreffende brief heeft verweerder geschreven namens zijn cliënten. De beschuldigingen zijn terecht, zeker ten aanzien van klagers. De beschuldigingen waren overigens vervat in een brief aan arbiters en raadslieden, derhalve in een niet-openbare, maar enkel tussen partijen lopende procedure.

 

 

 

5.         Beoordeling van de klacht

           

           

5.1.                  De klacht betreft het optreden van verweerder in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij van klager. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een    wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden     geschaad.

 

5.2.      Uit de aan de raad overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt dat verweerder in een brief d.d. 11 juni 2010 aan de arbiters in een tussen partijen lopende arbitrageprocedure de volgende zinsnede heeft opgenomen:

 

“Terwijl [M] (zijnde klager sub 1, RvD) en zijn adviseurs (zijnde onder meer klagers, RvD) met instemming van mr. [X] (zijnde een van de arbiters, RvD) voor zichzelf uit de praktijk konden nemen wat hen beliefde”.

           

5.3.      De raad is van oordeel dat verweerder zich met de betreffende zinsnede weliswaar minder gelukkig heeft uitgedrukt, maar dat rechtvaardigt nog niet de conclusie dat verweerder zich daarmee onnodig grievend heeft uitgelaten. Uit de context en met name het vervolg van de brief blijkt naar het oordeel van de raad dat verweerder hiermee heeft beoogd het standpunt van zijn cliënte naar voren te brengen. Dat stond hem vrij en is ook zijn taak. Verweerder heeft met de gewraakte zinsnede de grenzen van de aan hem in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden. De raad is dan ook van oordeel dat de klacht ongegrond moet worden verklaard.

 

           

 

 

6.         Beslissing

 

De raad verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. R.P.G. Houterman, voorzitter, en mrs. E.P.C.M. Teeuwen, A.L.W.G. Houtakkers,  L.W.M. Caudri, J.D.E. van den Heuvel, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d. 26 april 2011.

 

 

 

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                              mr. R.P.G. Houterman,

griffier.                                                                                    voorzitter.

 

 

Verzonden op: 26 april 2011.

 

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per Post.

     Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.   Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.   Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.