Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

28-03-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1598

Zaaknummer

M 159-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Herstel (binnen een week) van een kennelijke vergissing in een berekening niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het staat iedere schuldeiser, en dus ook een advocaat, vrij al dan niet akkoord te gaan met een betalingsregeling. Het staat hem ook vrij de executie van een vonnis voort te zetten totdat het totaal verschuldigde bedrag was voldaan. Advocaat heeft zich bij de executie gehouden aan de daarvoor geldende regels.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

klacht ongegrond

Uitspraak

 

 

M 159 – 2010

 

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

de heer X

verder te noemen: klager

 

tegen

 

Y

verder te noemen: verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 27 juli 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klager op 8 november 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 7 februari 2011.

Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.

 

2. De feiten

 

2.1              Verweerder heeft klager van april – september 2007 in een echtscheidings-

procedure bijgestaan. De echtscheidingsprocedure werd na een verzoening tussen partijen in september 2007 stopgezet.

 

2.2.      Verweerder heeft bij declaraties dd. 15 juni 2007, 1 november 2007,  3 en 14 maart 2008 voor zijn werkzaamheden een bedrag van in totaal € 9.064,77 in rekening gebracht. Bij uitblijven van betaling heeft verweerder een incassoprocedure bij de rechtbank Maastricht aanhangig gemaakt, in welke procedure op 6 maart 2009 een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft klager bij vonnis dd. 26 augustus 2009 veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 9.064, 77, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 mei 2008, met veroordeling van klager in de kosten van de procedure.

 

2.3.      Verweerder heeft klager bij brief dd. 28 augustus 2009 aan de advocaat van klager verzocht tot betaling van het bedrag van € 10.591, 57 waartoe hij bij vonnis dd. 26 augustus 2009 was veroordeeld. Bij brief dd. 3 september 2009 heeft verweerder tevens het bedrag van de wettelijke rente -becijferd op € 680,89- gevorderd.

 

2.4.      Op 18 september 2009 heeft verweerder het vonnis dd. 26 augustus 2009 aan klager doen betekenen met aanzegging dat hij bij niet-voldoening zou overgaan tot het doen leggen van executoriaal beslag. Klager heeft telefonisch en bij brief dd. 28 september 2009 een betalingsregeling voorgesteld. De deurwaarder heeft bij brieven dd. 25 en 29 september 2009 namens verweerder aan klager bericht niet akkoord te zullen gaan met een betalingsregeling.

Op 15 oktober 2009 is executoriaal beslag gelegd op het woonhuis van klager en diens echtgenote.

 

2.5.      Op 21 oktober 2010 heeft de deurwaarder klager verzocht tot betaling van het bedrag ad € 452,-, ingevolge de in een incident bij vonnis opgelegde proceskostenveroordeling, over te gaan, bij gebreke waarvan executiemaatregelen werden aangekondigd.

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht luidt als volgt:

Verweerder heeft onzorgvuldig gedeclareerd; hij heeft de declaratie dd. 28 augustus 2009 ad € 10.591,57 bij “correctienota” dd. 3 september 2009 verhoogd naar het bedrag van € 11.272,46.

Verweerder heeft zonder redengeving een betalingsregeling afgewezen.

Verweerder heeft nodeloze incassokosten gemaakt door direct een deurwaarder in te schakelen en over te gaan tot beslaglegging op onroerend goed;

Verweerder is door een deurwaardersaanzegging overgegaan tot incasso van een bedrag van € 452, - , terwijl deze incassomaatregel veel efficiënter tegelijk met eerdere incassomaatregelen meegenomen had kunnen worden.

 

4. Het verweer

 

Het rechtzetten van een vergissing duidt niet op onzorgvuldigheid en is niet klachtwaardig.

Het stond verweerder vrij al dan niet in te gaan op een betalingsregeling. Verweerder had geen vertrouwen in de nakoming van een betalingsregeling door klager. Verweerder heeft klager bericht, bij uitblijven van betaling van zijn declaraties de incassoprocedure te zullen voortzetten. Verweerder betwist te hebben gezegd dat klager niet bij de rechtbank zou hoeven te verschijnen.

Ook na bevel bleef klager met betaling in gebreke. Daardoor werd beslaglegging noodzakelijk.

Het stond verweerder vrij om de kosten in een door klager opgeworpen incident, tot betaling waarvan klager was veroordeeld, alsnog te vorderen.

Gelet op de bij verweerder bekende omzetgegevens van het bedrijf van klager, mocht verweerder op betaling aandringen. Klager heeft uiteindelijk het bedrag ook ineens betaald vanaf zijn bedrijfsrekening. Er kon dus wel degelijk worden betaald.

Hoewel het eleganter was geweest om de proceskostenveroordelingen tezamen en de rente direct correct te vorderen; van klachtwaardig optreden kan in dit verband niet worden gesproken.

 

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1       Verweerder heeft bij brief dd. 3 september 2009 een kennelijke omissie hersteld. Het was vanzelfsprekend beter geweest indien verweerder direct het juiste bedrag had gevorderd, maar van het (binnen een week) herstellen van een vergissing in de berekening van het door klager op basis van het vonnis dd. 26 augustus 2009 aan verweerder verschuldigde bedrag valt verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken.

 

5.2.      Het staat iedere schuldeiser en dus ook een advocaat in diens hoedanigheid van schuldeiser vrij al dan niet akkoord te gaan met een betalingsvoorstel. Verweerder heeft er om hem moverende redenen voor gekozen de executie van het vonnis dd. 26 augustus 209 door te zetten. Het stond verweerder vrij de executie voort te zetten totdat het totaal verschuldigde bedrag door klager was voldaan. Dat dit door klager als onaangenaam is ervaren is begrijpelijk, maar maakt dit niet anders. Verweerder heeft zich bij het uitvoeren van de executiemaatregelen gehouden aan de daarvoor geldende regels, zodat hem geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden.

 

5.3.      Vast staat dat verweerder middels een deurwaardersaanzegging is overgegaan tot incasso van nog een bedrag van € 452, - . Hoewel dit bedrag wellicht ook tegelijk met de eerdere vordering had kunnen worden opgeëist, stond het verweerder vrij dit bedrag later alsnog te vorderen. Hiervan valt verweerder tuchtrechtelijk geen verwijt te maken.

 

5.4.      Nu verweerder op grond van het bovenstaande geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt, zal de klacht in alle onderdelen als ongegrond worden afgewezen.

 

 

6. Beslissing

 

 

De raad wijst de klacht in alle onderdelen als ongegrond af.

 

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen, L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen en L.R.G.M. Spronken leden, in tegenwoordigheid van

mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2011

 

 

Griffier                                                                                                Voorzitter

 

 

Verzonden op: 29 maart 2011.

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.