Rechtspraak
Uitspraakdatum
27-04-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1612
Zaaknummer
10-289A
Inhoudsindicatie
Klacht tegen advocaat wederpartij gegrond. Het in strijd met de door partijen overeengekomen geheimhouding aan de rechter overleggen van een in het kader van mediation opgestelde
Inhoudsindicatie
concept-vaststellingsovereenkomst is tuchtrechtelijk verwijtbaar.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 27 april 2011
in de zaak 10-289A
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 22 juli 2010 binnengekomen klacht van:
Mevrouw
k l a a g s t e r
tegen:
Mevrouw mr.
v e r w e e r s t e r
1 Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 21 juli 2010, bij de raad binnengekomen op 22 juli 2010 heeft de deken van de orde van advocaten van het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 15 februari 2011 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 14.2 in de bij die brief gevoegde inventarislijst.
2 De klacht
2.1 De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerster aan de rechter mededelingen heeft gedaan uit schikkingsonderhandelingen zonder toestemming daarvoor van klaagster en/of haar advocaat te hebben gekregen.
2.2 Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerster volgens klaagster de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden.
3 Feiten:
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is
verklaard, van het volgende worden uitgegaan:
3.1 Klaagster is verwikkeld in diverse procedures die verband houden met het verbreken van de relatie met haar ex-partner, met wie zij twee kinderen heeft. Verweerster treedt op als advocaat van de wederpartij van klaagster.
3.2 Op 18 maart 2009 hebben klaagster en haar ex-partner een mediationovereenkomst ondertekend. In het kader van de mediationovereenkomst hebben partijen zich verplicht tot geheimhouding.
3.3 In het kader van de mediation is een concept-vaststellingsovereenkomst opgesteld, welke overeenkomst uiteindelijk door geen van partijen is ondertekend. Bij brief van 10 januari 2010 heeft verweerster de concept-vaststellingsovereenkomst in het kader van een procedure naar de rechtbank gezonden. In die brief heeft verweerster aangegeven dat de vrouw de overeenkomst zou hebben ondertekend.
4 Beoordeling
4.1 Hoewel strikt genomen geen sprake is van schending van gedragsregel 13, nu de door verweerster aan de rechter gedane mededelingen niet zien op de inhoud van tussen advocaten gevoerde schikkingsonderhandelingen, is de klacht naar het oordeel van de raad gegrond. Gelet op het vertrouwelijke karakter van de mediation dienen onderhandelingen in dat kader gelijk te worden gesteld met tussen advocaten gevoerde schikkingsonderhandelingen. Dat geldt ook indien, zoals in het onderhavige geval, de mediationovereenkomst door de advocaten niet mede is ondertekend. Zou dit anders zijn, dan zou afbreuk worden gedaan aan het karakter van de vertrouwelijkheid van de mediation. Verweerster wordt, als advocaat die geregeld echtscheidingsprocedures voert, verondersteld bekend te zijn met de voorwaarden van mediation.
4.2 Door in strijd met de geheimhouding van de mediation over te gaan tot het overleggen van de concept-vaststellingsovereenkomst aan de rechtbank heeft verweerster naar het oordeel van de raad de zorgvuldigheid die een behoorlijk advocaat betaamt geschonden. Daarbij is irrelevant of de wederpartij in haar belang is geschaad.
5 Maatregel
5.1 De raad overweegt bij het opleggen van een maatregel in het bijzonder dat verweerster op de zitting geen blijk heeft gegeven enig inzicht te hebben in het onjuiste van haar handelen. Daarbij komt dat de door verweerster in deze procedure schriftelijk gedane grievende uitlatingen jegens klaagster door haar ter zitting zijn gehandhaafd. Verweerster heeft ter zitting aangegeven van mening te zijn dat klaagster alle justitiële mogelijkheden te pas en te onpas aangrijpt en deze onevenredig inschakelt. De raad hecht eraan op te merken dat bezwaren tegen het gedrag van de wederpartij voor de advocaat nooit een vrijbrief zijn om die partij onheus te bejegenen. Dit alles afwegende acht de raad de maatregel van berisping passend en geboden.
BESLISSING:
De raad van discipline verklaart:
- de klacht gegrond;
- legt aan verweerster op de maatregel van berisping.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer , voorzitter, mrs. M.A. le Belle, A. Gerritsen-Bosselaar, L.D.H. Hamer, J.M. van de Laar, leden, bijgestaan door mr. A. Lof als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 april 2011.
voorzitter griffier
Deze beslissing is in afschrift op 27 april 2011 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerster
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- verweerster
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgende op de dag van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC
Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan
uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke
kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is 076 0 548 4608. Tegelijkertijd met de
indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden
toegezonden aan de griffie van het hof.
d. Telefonische informatie
076 – 548 4607.