Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-06-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1769

Zaaknummer

R 246 - 2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Aan die advocaat komt een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Dit betekent niet dat die advocaat tegen beter weten in een standpunt mag verkondigen waarvan hij weet dat dit onjuist is.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Uitspraak

 

R 246 – 2010

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

Beslissing inzake de klacht van: 

 

X

klaagster

 

tegen:

 

Y

verweerster

 

 

Verloop van de procedure

 

Bij brief van 7 december 2010, door de Raad ontvangen op 8 december 2010, heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Roermond de door klaagster op 29 juli 2010, ingediende klacht toegezonden aan de Raad samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 26 april 2011. Ter zitting zijn klaagster en verweerder in persoon verschenen.

 

De feiten

 

In een echtscheidingsprocedure is de ex-echtgenoot van klaagster bijgestaan door verweerster. De echtscheidingsprocedure was door klaagster geïnitieerd nadat zij door haar echtgenoot was mishandeld, waarvoor deze ook deze strafrechtelijk is vervolgd en veroordeeld.

 

De klacht

 

Verweerster, optredend als advocate van de wederpartij van klaagster,  heeft zich jegens haar niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt door haar houding ter zitting en in brieven, waarin zij onder meer onwaarheden schrijft. Zij volhardt in die houding ondanks verzoeken van klaagsters advocaat om hiermee te stoppen.

 

Ter toelichting heeft klaagster nog aangevoerd dat verweerster haar ter zitting heeft genegeerd en geen hand heeft gegeven en dat zij tijdens een viergesprek indringend op haar heeft ingesproken.

 

Het verweer

 

Verweerster stelt dat zij tegenover klaagster steeds correct is opgetreden. Het is klaagster geweest die haar hand meermaals zou hebben geweigerd. Ook ontkent verweerster dat zij tijdens een viergesprek indringend op klaagster zou hebben ingepraat; wel is klaagster tijdens het gesprek weggelopen, maar zulks was een gevolg van de emoties. Wat betreft de mishandeling van klaagster, waarvoor haar client is veroordeeld, stelt verweerster dat zij de mishandeling niet heeft ontkend, maar slechts heeft gesteld dat deze was uitgelokt. Zij erkent dat zij dit achteraf gezien beter anders had kunnen weergeven.

 

Beoordeling van de klacht

 

De klacht betreft het optreden van de advocaat van een wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn client te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de wederpartij worden beknot tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Dit laatste betekent dat een advocaat niet tegen beter weten in een standpunt mag verkondigen, waarvan hij weet dat dit onjuist is. Een advocaat dient alsdan te beseffen dat zijn wederpartij daardoor onevenredig en nodeloos gekwetst kan worden. Deze situatie doet zich in het onderhavige geval voor. Immers verweerster heeft zowel in correspondentie als in processtukken gesteld dat haar client zich niet zou hebben schuldig gemaakt aan mishandeling van klaagster, terwijl haar client daarvoor inmiddels onherroepelijk was veroordeeld. Zulks betaamt een behoorlijk handelend advocaat niet. De Raad zal de klacht op dit onderdeel derhalve gegrond verklaren.

Nu verweerster ter zitting te kennen heeft gegeven de onjuistheid van haar handelen in te zien, zal de Raad hieraan geen maatregel verbinden.

Ten aanzien van de overige onderdelen van de klacht staan de stellingen van klaagster en verweerster lijnrecht tegenover elkaar. Nu de raad niet kan vaststellen wat er feitelijk is gebeurd, zal de klacht in zoverre afgewezen moeten worden.

 

De Beslissing

 

De Raad verklaart de klacht deels gegrond, te weten voor zover verweerster in correspondentie en processtukken heeft geschreven dat haar cliënt zich niet schuldig had gemaakt aan mishandeling van klaagster, en voor het overige ongegrond, zonder oplegging van een maatregel aan verweerster.

 

Aldus gegeven door: mevr. Mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. H.C.M. Schaeken, mevr. M.B. Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas, mevr. A. Groenewoud, in tegenwoordigheid van mr. C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2011.

 

 

 

Griffier                                                                        Voorzitter

 

 

Verzonden op: 21 juni 2011

 

 

Van deze beslissing kan binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

per post. Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres: Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076- 5484607.