Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-11-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2439

Zaaknummer

R. 3839/11.241

Inhoudsindicatie

Niet kan worden vastgesteld dat de advocaat klager tegen diens zin heeft bijgestaan. De klacht wordt als kennelijk ongegrond afgewezen.

Uitspraak

 

Verloop van de procedure

1 Bij brief van 15 juni 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de wet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam. Het dossier is op 15 november 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.

 

Inhoud van de klacht

2 Klager verwijt verweerder dat hij ongevraagd en tegen klagers wil de belangen van klager zou hebben willen behartigen.

 

De feiten

3 Uit de stukken blijkt het volgende:

- Klager is een aantal jaren cliënt geweest van mr. C.

- Mr. C. heeft klager in diverse strafzaken als advocaat bijgestaan.

- Mr. Van E. heeft op enig moment de behandeling van een strafzaak van mr. C. overgenomen. De behandeling van deze strafzaak vond plaats op 8 maart 2011.

- Mr. N., kantoorgenoot van verweerder, heeft de behandeling van die strafzaak vervolgens overgenomen van mr. Van E.

- Bij brief van 3 juni 2011 heeft verweerder klager onder meer bericht dat hij van het secretariaat van zijn kantoor heeft begrepen dat klager geen blanke advocaat meer wenst en dat dit betekent dat verweerder de zaak van klager niet kan behandelen. Verweerder heeft klager vervolgens aangeraden een andere advocaat te zoeken.

 

Beoordeling van de klacht

4.1 Mede gelet op de brief van 3 juni 2011 van verweerder aan klager kan niet worden vastgesteld dat verweerder klager tegen diens zin heeft bijgestaan. Gelet daarop dient de klacht als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

 

 

Beslissende

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

Aldus gedaan door mr. M.F. Baaij, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 24 november 2011.

 

 

Plv. Voorzitter   

 

Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.

De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.