Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-05-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1654
Zaaknummer
H 15-2011
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Niet kan worden vastgesteld dat verweerder in 2005 verwijtbaar niet aan de verplichtingen uit de Verordening op de Permanente Opleiding [oud] heeft voldaan. Aldus is niet komen vast te staan dat er sprake is van een tweede overtreding binnen 5 jaar.
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Bezwaar ongegrond.
Uitspraak
H 15-2011
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
het bezwaar van
de deken,
tegen
verweerder,
gemachtigde: X.
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 7 februari 2011 heeft de deken tegen verweerder een bezwaar ex artikel 46f van de Advocatenwet ter kennis van de raad van discipline gebracht. Bij deze brief zijn de in de inventarislijst genoemde stukken gevoegd.
1.2 De raad heeft voorts kennis genomen van een brief van de gemachtigde van verweerder, d.d. 14 maart 2011, met daarbij een vijftal producties.
1.3 Het bezwaar is behandeld ter openbare zitting van de raad van 28 maart 2011.
Verschenen zijn de deken, alsmede verweerder en diens gemachtigde.
2. De feiten
Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting staat vast dat verweerder in 2009 niet heeft voldaan aan zijn nascholingsverplichting op grond van de Verordening op de Permanente Opleiding. Hij had in dat jaar een tekort van 3 opleidingspunten.
3. Het bezwaar van de deken
Het bezwaar houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in.
Verweerder heeft in 2009 niet voldaan aan zijn verplichting het vereiste aantal permanente scholingspunten te halen. Hij heeft 3 punten te weinig behaald. Aangezien hij in 2005 ook al niet aan de verplichting uit de Verordening op de Permanente Opleiding had voldaan [4 punten te weinig] is er sprake van recidive en handelt verweerder niet conform hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt.
4. Het verweer
Het standpunt van verweerder houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in.
De secretaris van de landelijke orde heeft verweerder bij brief van 30 maart 2010 in de gelegenheid gesteld in 2010 extra opleidingspunten te behalen teneinde het tekort aan opleidingspunten van het voorgaande jaar te compenseren. In 2010 heeft verweerder 28 opleidingspunten behaald. Daarvan kunnen 3 punten gelden als compensatie van het tekort in 2009 zodat er zelfs nog een surplus van 5 punten resteert uit het jaar 2010. Verweerder betwist voorts dat hij in 2005 niet aan de verplichtingen van bovengenoemde verordening heeft voldaan.
5. Beoordeling van het bezwaar
5.1. Ingevolge het bepaalde in artikel 3 van de Verordening op de Permanente Opleiding 2000 dient iedere advocaat na het succesvol afronden van zijn stage, jaarlijks 16 opleidingspunten te behalen.
5.2.. De raad stelt vast dat verweerder in 2009 niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit de Verordening op de Permanente Opleiding 2000. Hij heeft in dat jaar 3 punten te weinig behaald.
5.3. Ter zitting heeft de deken desgevraagd uiteengezet dat door de Dekens landelijk is afgesproken dat eerst in geval van recidive binnen 5 jaar ten aanzien van het niet voldoen aan bovengenoemde Verordening, wordt opgetreden en een dekenbezwaar wordt ingediend.
5.4. Naar het oordeel van de raad kan, gelet op de zich in het dossier bevindende correspondentie tussen verweerder en de secretaris van de Orde in het arrondissement ’s-Hertogenbosch uit 2006, niet worden vastgesteld dat verweerder in 2005 verwijtbaar niet aan de verplichtingen uit bovengenoemde Verordening heeft voldaan. Derhalve staat niet vast dat sprake is van een tweede overtreding binnen 5 jaar. Gelet op de landelijke afspraak van de Dekens, is het bezwaar derhalve ongegrond.
6. Beslissing
De raad van discipline verklaart het dekenbezwaar ongegrond.
Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen,
L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen, L.R.G.M. Sproncken, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2011.
griffier voorzitter
________________ _________________
mr. A.M.T.A. Verhagen mr. M.I.J. Hegeman
Verzonden op: 17 mei 2011.
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
Per post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.