Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-09-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2030
Zaaknummer
R 32 - 2011
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verweerder heeft conform zijn taak steeds de belangen van zijn cliënte behartigd. Hij diende zich hierbij uitsluitend te onthouden van het nodeloos en op ontoelaatbare wijze schaden van de belangen van klaagster. Hiervan is niet gebleken.
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond.
Uitspraak
R 32 – 2011
Raad van Discipline
In het ressort ’s Hertogenbosch
beslissing inzake het verzet tegen een voorzittersbeslissing betreffende een klacht van:
mevrouw X,
klaagster
tegen:
mr. Y,
verweerder
Verloop de procedure
Bij ongedateerde brief door de Raad ontvangen op 10 maart 2011 heeft klaagster verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de Raad van 2 maart 2011 verzonden op 7 maart 2011. De Raad heeft voorts kennisgenomen van de brief van verweerder met bijlagen van 7 juni 2011.
Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 27 juni 2011. Ter zitting is klaagster niet en verweerder wel verschenen.
De feiten
De Raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.
3. De klacht
De klacht luidt als volgt:
- verweerder heeft belangrijke informatie achtergehouden en daardoor de rechtsgang verstoord;
- verweerder heeft onwaarheden verkondigd en in stand gehouden;
- verweerder heeft zonder voor aankondiging en ten onrechte conservatoir beslag gelegd.
4 Beslissing van de voorzitter
De klacht is bij beslissing van de voorzitter van 2 maart 2011 als kennelijk ongegrond afgewezen.
5 Het verzet
Klaagster voert in haar verzet, kort samengevat het volgende aan:
- klaagster lijdt veel schade door het handelen van verweerder en het onder haar gelegde conservatoir beslag;
- er loopt nog steeds een procedure tegen klaagster gebaseerd op de door de client van verweerder vervaardigde documenten, waarvan verweerder weet dat deze niet op juistheid berusten.
6 Beoordeling van het verzet
Naar het oordeel van de Raad zijn de feiten, voorzover relevant, in de beslissing van de voorzitter van 2 maart 2011 correct weergegeven. Terecht heeft de voorzitter geoordeeld dat aan de advocaat van een wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn client te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Zulks is immers vaste jurisprudentie.
Om die reden stond het verweerder dan ook vrij op basis van de door zijn cliënte aan hem verstrekte informatie conservatoir beslag onder klaagster te doen leggen. Ook mag verweerder in beginsel uitgaan van de juistheid van de informatie en van de documenten, die hij van zijn cliënte ontvangt. Het is aan klaagster om in een procedure eventueel het tegendeel aan te tonen. In de onderhavige procedure is klaagster daarin in ieder geval niet geslaagd.
Ook voor het overige heeft het onderzoek in verzet niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter, waarmede de Raad zich verenigt. Het verzet zal mitsdien als ongegrond worden afgewezen.
7 Beslissing
De Raad wijst het verzet als ongegrond af.
Aldus gegeven door: mr. P.M. Knaapen, voorzitter, en mrs. R.F.L.M. van Dooren, mw.E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M. Goumans en J.F.E. Kikken, leden, in tegenwoordigheid van mr.C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 september 2011.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 6 september 2011
Ingevolge het bepaalde in artikel 46 h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld