Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-01-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1288
Zaaknummer
10-352A
Inhoudsindicatie
Dekenbezwaar tegen verweerder, die niet reageert op verzoeken van de deken om een reactie op twee tegen verweerder ingediende klachten. Bezwaar gegrond; raad besluit tot oplegging van voorwaardelijke schorsing in de praktijk voor de duur van één maand.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
RAAD VAN DISCIPLINE
in het ressort Amsterdam
BESLISSING d.d. 10 januari 2011
in de zaak 10-352 A
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het bezwaar van de deken:
de heer mr. G.J. Kemper
orde van advocaten Amsterdam
Postbus 57590
1040 BL AMSTERDAM
tegen
de heer mr.
v e r w e e r d e r
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 23 september 2010, door de raad ontvangen op 24 september 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam zijn bezwaar ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Het bezwaar is behandeld ter zitting van 1 november 2010. Ter zitting zijn verschenen klager en verweerder. Van de zitting van 1 november 2010 is proces-verbaal opgemaakt.
1.3 De raad heeft kennis genomen van:
- de in paragraaf 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad, en
- de stukken genummerd onder 1 t/m 12 in de bij deze brief gevoegde inventarislijst.
2. Het bezwaar
Het bezwaar houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder het vertrouwen in de beroepsuitoefening van de advocatuur beschaamt door niet te reageren op het
herhaald verzoek van de deken om een inhoudelijke reactie te geven op twee tegen verweerder ingediende klachten, waardoor verweerder het tuchtrechtelijk onderzoek frustreert en daarmee in strijd handelt met de norm zoals deze is vastgelegd in artikel 46 van de Advocatenwet.
3. De feiten
De deken heeft twee op zichzelf staande klachten van verschillende klagers ontvangen over de handelwijze van verweerder. In beide kwesties heeft de deken verweerder herhaaldelijk verzocht een inhoudelijke reactie te geven op de tegen hem ingediende klachten. Bij het laatste verzoek aan verweerder om schriftelijk te reageren heeft de deken aangekondigd dat, wanneer een reactie niet tijdig zou volgen, hij een dekenbezwaar aan de raad van discipline zou voorleggen. Verweerder heeft op deze verzoeken niet gereageerd.
4. Beoordeling van het bezwaar
4.1 De raad stelt vast dat verweerder, ondanks herhaalde verzoeken van de deken, geen reactie heeft verstrekt naar aanleiding van de tegen hem ingediende klachten. Dit is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Daarbij acht de raad van belang dat de deken de hem in de Advocatenwet opgedragen taken (in het kader van het tuchtrecht) niet naar behoren kan vervullen indien de advocaat zijn verplichting verzaakt om aanstonds te reageren op verzoeken van de deken.
4.2 Ter zitting heeft verweerder weliswaar verklaard nog diezelfde dag een inhoudelijke reactie aan de deken te zullen verzenden, maar de raad kan geen begrip opbrengen voor het feit dat verweerder dat niet eerder heeft gedaan. Noch uit hetgeen door verweerder ter zitting is verklaard noch uit de stukken kan worden afgeleid dat verweerder gegronde redenen had om niet te reageren op de verzoeken van de deken. Het bezwaar is derhalve gegrond.
5. Maatregel
Met de deken is de raad van oordeel dat de eisen van een behoorlijk toezicht op de beroepsgroep met zich brengen dat advocaten tijdig reageren op verzoeken om informatie over tegen hen ingediende klachten. Door dat na te laten ondermijnt verweerder het vertrouwen dat in de beroepsgroep moet kunnen bestaan. Om die reden acht de raad de maatregel van voorwaardelijke schorsing op zijn plaats.
BESLISSING:
De raad van discipline:
- verklaart het bezwaar gegrond;
- legt aan verweerder de maatregel van schorsing op voor de duur van één maand;
- bepaalt dat de opgelegde schorsing niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij de raad van discipline later anders zal oordelen op grond dat verweerder voor het einde van de hierna vast te stellen proeftijd niet binnen de door de deken te stellen termijnen inhoudelijk heeft gereageerd op verzoeken van de deken om een reactie of nadere informatie ten aanzien van tegen verweerder ingediende klachten;
- stelt de proeftijd vast op een periode van twee jaar.
Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 10 januari 2011 door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mrs. L.D.H. Hamer, B.E. van der Molen, M.J.G.H. Verviers, S. Wieberdink, leden en mr. D.J.L. Siegers als griffier.
voorzitter griffier
Deze beslissing is op 10 januari 2011 per aangetekende brief verzonden aan:
- verweerder
- de deken in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- verweerder
- de deken in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.
Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.
d. Telefonische informatie
076-548 4607