Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-05-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1710

Zaaknummer

M4-2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Niet komen vast te staan dat verweerder de cliënte van klager in de P.I. in verband met de overname van de strafzaak heeft bezocht.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

 

M4-2011 Klacht

 

 

Raad van Discipline

In het ressort ’s-Hertogenbosch

 

Beslissing

 

inzake

 

 

de klacht van:

 

X

klager,

 

tegen

 

Y

verweerder,

 

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

 

1.         Verloop van de klachtprocedure.

 

Bij schrijven van 6 januari 2011 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de stukken in bovenvermelde klachtzaak aan de raad doen toekomen welke stukken vermeld zijn in de bij voormelde brief gevoegde inventarislijst.

 

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 april 2011, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 21 maart 2011, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 4 april 2011.

 

Bij de mondelinge behandeling zijn klager en verweerder verschenen.

 

2.         De feiten

 

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

Verweerder heeft op vrijdag 30 juli 2010 een cliënte van klager bezocht in de P te N. Voorafgaand aan het bezoek heeft verweerder zijn voornemen om deze cliënte te bezoeken niet met klager besproken, en derhalve heeft hij evenmin toestemming gevraagd. Klager is de cliënte blijven bijstaan; verweerder heeft na het gesprek geen werkzaamheden voor deze cliënte verricht.

 

 

 

 

 

3.         De klacht

 

3          De klacht houdt het volgende in:

            

            Verweerder heeft een cliënte van klager bezocht in de P.  Te N zonder dit aan klager te melden, laat staan na verkregen toestemming. Daarmee heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

 

4.         Het verweer

 

4          Het standpunt van verweerder houdt in:       

Verweerder erkent klager niet in kennis te hebben gesteld van zijn bezoek aan deze cliënte, maar stelt dat deze cliënte hem niet had benaderd in verband met een overname van de zaak zodat het hem vrij stond haar te bezoeken. Bovendien had de cliënte verweerder uitdrukkelijk telefonisch verzocht met klager geen contact op te nemen.

 

 

5.         Beoordeling van de klacht

           

5.1.      Uit de aan de raad overgelegde stukken blijkt dat verweerder op vrijdag 30 juli 2010 een cliënte van klager heeft bezocht in de P. te N.

 

5.2.      Als juist is -wat verweerder stelt en klager betwist- dat de cliente van klager verweerder opgebeld heeft met het uitdrukkelijk verzoek om klager niet in te lichten en dat het verzochte bezoek niet heeft te maken met overname van de zaak valt niet zonder meer in te zien, dat verweerder enige gedragsregel heeft overtreden door te handelen zoals hij heeft gedaan.

 

5.3       Desgevraagd ter mondelinge behandeling heeft verzoeker te kennen gegeven, dat hij niet bij zijn cliente geverifieerd heeft of de toedracht zoals door verweerder verwoord juist is; met name dus heeft klager niet geverifieerd of zijn cliente inderdaad niet wenste dat hij, klager, op de hoogte kwam van haar verzoek aan verweerder en dat die cliente inderdaad over een andere kwestie raadpleging wenste dan overname van de strafzaak;

           

5.4       Bij die stand van zaken houdt de Raad het er voor, dat de door verweerder te berde gebrachte toedracht de juiste is, welke toedracht, zoals in 5.2 overwogen, geen overtreding van een gedragsregel met zich brengt.

 

5.5.      De Raad komt tot de slotsom dat de klacht ongegrond is.  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.         Beslissing

 

De Raad verklaart de klacht ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. G.J.E. Poerink, voorzitter en mrs. H.C.M. Schaeken, A.Freriks, Th. Kremers, R.G.A.M. Theunissen, leden, in tegenwoordigheid van mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van de raad d.d. 23 mei 2011.

 

 

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                             mr. G.J.E. Poerink

griffier.                                                                                                voorzitter.

 

 

Verzonden op: 24 mei 2011.

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.   Per Post.

     Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.   Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.   Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.