Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-08-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2011:YA2946

Zaaknummer

12/10

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat vrij te besluiten een cliënt in hoger beroep niet bij te staan, als hij de zaak onvoldoende kansrijk acht. Bovendien had de advocaat wel een appeldagvaarding laten uitbrengen ten einde de beroepstermijn te sauveren en voorts een ruime termijn in acht genomen waartegen was gedagvaard zodat de cliënt alle gelegenheid had een andere advocaat in te schakelen. De klacht is kennelijk ongegrond.

Uitspraak

BESLISSING van de voorzitter van de raad van discipline in de zaak nr. 12/10

 

Bij brief, gedateerd 28 juli 2011, van de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen, is op 29 juli 2011 bij de raad van discipline binnengekomen een klacht van

 

de heer [  ]

klager

 

tegen

 

mr. [  ]

verweerder

 

De voorzitter heeft kennis genomen van bovengenoemde brief en het daarbij gevoegde dossier. Daaruit blijkt het volgende.

 

 

Feiten

Verweerder heeft klager destijds bijgestaan in een schadevergoedingsprocedure bij de rechtbank G. In die procedure heeft de rechtbank op 18 maart 2009 uitspraak gedaan waarbij klagers vorderingen zijn afgewezen. Verweerder heeft vervolgens de mogelijkheid van hoger beroep onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat hoger beroep tegen genoemd vonnis kansloos was. Dit heeft verweerder klager laten weten en hem tevens meegedeeld dat hij niet meer voor klager wilde optreden en dat het klager vrijstond een andere advocaat in te schakelen.

Klager was voor de kosten van rechtsbijstand verzekerd bij de ARAG. De ARAG heeft, na kennis te hebben genomen van het standpunt van verweerder over de kans van slagen in een eventuele appelprocedure, klager laten weten dat zij niet bereid was dekking te verlenen voor de kosten van rechtsbijstand in hoger beroep.

Verweerder heeft in verband met het sauveren van de beroepstermijn op 16 juni 2009 een appeldagvaarding laten uitbrengen tegen de zitting van 22 september 2009. Klager heeft verweerder bericht dat hij niet tijdig een andere advocaat heeft kunnen vinden die bereid was de zaak over te nemen. De appeldagvaarding is niet aangebracht.

 

 

Klacht

De klacht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

 

Verweerder heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank G. van 18 maart 2009. Ten onrechte heeft verweerder het hoger beroep niet zelf willen behandelen. Ondanks het feit dat klager op zoek was naar een andere advocaat, heeft verweerder kennelijk de dagvaarding niet tijdig aangebracht. Hierdoor werd het vonnis van de rechtbank G. onherroepelijk en was klager de mogelijkheid ontnomen om dit vonnis aan te vechten. Verweerder heeft daardoor onjuist gehandeld.

 

 

Verweer

Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

 

Verweerder heeft klager gemotiveerd aangegeven dat en waarom hij hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank G. van 18 maart 2009 kansloos achtte en dat hij daarom klager niet langer wilde bijstaan. Om voor klager de mogelijkheid van een hoger beroepsprocedure open te houden heeft verweerder wel een proforma dagvaarding uitgebracht. Tussen de datum van het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep en de datum waartegen was gedagvaard was voldoende tijd, te weten drie maanden, om een andere advocaat te vinden. Tevens heeft verweerder klager in die periode er meermalen en duidelijk op gewezen dat klager vóór 22 september 2009 een andere advocaat diende in te schakelen. Verweerder is van oordeel dat hij hiermee de belangen van klager voldoende heeft behartigd en in geen enkel opzicht tuchtrechtelijk heeft gehandeld.

 

 

Beoordeling

De voorzitter is van oordeel dat het verweerder vrij stond om te besluiten klager niet bij te staan in de hoger beroepsprocedure tegen het vonnis van de rechtbank G. van 18 maart 2009. Een advocaat is niet verplicht rechtsbijstand te verlenen in een zaak die hij kansloos acht.

Vaststaat dat verweerder wel een appeldagvaarding heeft laten uitbrengen om de mogelijkheid van hoger beroep veilig te stellen. Ten einde klager de gelegenheid te geven een andere advocaat in te schakelen, was op een ruime termijn (drie maanden) gedagvaard. Ook heeft verweerder klager er meermalen nadrukkelijk op gewezen dat zijn werkzaamheden voor klager waren beëindigd. Dit is door klager niet betwist.  Dat klager, om welke reden dan ook, er niet in is geslaagd om binnen drie maanden een andere advocaat te vinden, kan verweerder niet worden verweten. Verweerder heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De klacht dient derhalve als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

 

 

Beslissing

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt de klacht kennelijk ongegrond en wijst deze mitsdien af.

 

Aldus gegeven op 12 augustus 2011 te Leeuwarden door mr. C. van den Noort, voorzitter, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.C. van der Kwaak - Wamelink.