Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-12-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2278

Zaaknummer

11-92

Inhoudsindicatie

Advocaat wordt verweten zich niet onpartijdig te hebben opgesteld in het kader van de gezamenlijke belangenbehartiging in een echtscheidingszaak. Met name wordt de advocaat verweten niet schriftelijk te hebben vastgelegd dat de ex echtgenote van klager na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van partneralimentatie heeft afgezien. Klacht ongegrond verklaard omdat naar het oordeel van de raad niet is komen vast te staan dat de ex echtgenote van klager jegens verweerster ondubbelzinnig en onherroepelijk afstand heeft gedaan van haar recht op partneralimentatie. Verweerster kon alleen in opdracht van beide partijen werkzaamheden verrichten en partneralimentatie is geen onderwerp om lichtvaardig mee om te gaan.

Uitspraak

11-92

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF ARNHEM

Bij brief d.d. 16 augustus 2011 heeft mr. R.J.A. Dil, deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Arnhem, ter kennis van de raad gebracht de klacht van:

     

X,

     wonende te A,

     klager,

     hierna: klager

     

     tegen:

         

     mr. Y,

     advocaat te B,

     beklaagde,

     hierna: verweerster

     

1.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 10 oktober 2011 waar klager en verweerster zijn verschenen.

Bij de behandeling van de klacht was de raad als volgt samengesteld: mr. S.H. Bokx-Boom, voorzitter, en de mrs. P.R.M. Noppen, C.J. Lunenberg-Demenint, C.J.M. de Vlieger, G.R.M. van den Assum, leden van de raad, bijgestaan door mr A.M. van Rossum als griffier.

2.

De klacht en de toelichting daarop luiden als volgt.

Verweerster heeft zich niet gedragen zoals een goede advocaat betaamt door zich niet onpartijdig op te stellen in het kader van de gezamenlijke belangenbehartiging en onvoldoende deskundig te reageren en op te treden. Dit geldt in het bijzonder de partneralimentatie nadat de echtscheiding was ingeschreven. Tijdens een telefoongesprek naar aanleiding van een bericht van de ex echtgenote van klager, dat zij van partneralimentatie afzag, is tussen klager en verweerster afgesproken dat verweerster deze afspraak schriftelijk zou vastleggen. Deze toezegging is verweerster niet nagekomen.

3.

De raad gaat uit van de volgende gegevens.

In een echtscheidingsprocedure heeft verweerster de belangen van beide echtelieden behartigd, waaronder klager. Nadat de inschrijving van de echtscheiding had plaatsgevonden heeft klager telefonisch contact met verweerster opgenomen. In dit gesprek heeft klager verweerster verteld dat hij op 14 november 2010 van zijn ex echtgenote had vernomen dat zij aan verweerster had laten weten dat zij (de ex echtgenote van klager) van partneralimentatie afzag. Verweerster heeft klager toen geantwoord, dat zij van de ex echtgenote van klager een berichtje had ontvangen dat zij "het strijden zat was”. Er is toen in ieder geval afgesproken dat verweerster een en ander bij de ex echtgenote zou verifiëren. Volgens klager is er toen ook nog afgesproken dat verweerster een schriftelijke verklaring zou opstellen waarin door de ex echtgenote afstand van alle partneralimentatie werd gedaan. Op 14 februari 2011 heeft verweerster aan klager laten weten dat zijn ex echtgenote niet bereid was van partneralimentatie af te zien. Op 31 augustus 2011 is een aanvullend convenant getekend waarin de ex echtgenote van klager ingaande 1 januari 2011 van partneralimentatie heeft afgezien.

4.

Tot zijn verweer heeft verweerder het volgende naar voren gebracht.

Verweerster heeft zich deskundig gekweten van haar taak en er zijn haar geen uitspraken bekend waarmee zij in strijd zou heeft gehandeld met de vereiste onafhankelijkheid. Toen verweerster bleek dat de ex echtgenote van klager niet van partneralimentatie afzag was voor haar de zaak afgedaan en was het haar niet toegestaan de door klager verlangde schriftelijke verklaring op te stellen, nu daarvoor een opdracht van de ex echtgenote van klager ontbrak. Verweerster heeft de ex echtgenote van klager geadviseerd zich tot een eigen advocaat te wenden, die haar wat betreft de kwestie van de partneralimentatie kon adviseren. Dat is vervolgens gebeurd. In het uiteindelijk getekende aanvullend convenant is als ingangsdatum voor het einde van de partneralimentatieverplichting een latere datum vermeld dan klager in de door hem gewenste schriftelijke verklaring had willen laten opnemen.

5.

De raad beoordeelt de klacht als volgt:

In het midden kan blijven welke afspraken er tijdens het telefoongesprek tussen klaagster en verweerder zijn gemaakt en met name of verweerster in dit telefoongesprek de toezegging heeft gedaan om de door klager gewenste schriftelijke verklaring op te stellen. Niet is komen vast te staan dat de ex echtgenote van klager jegens verweerster ondubbelzinnig en onherroepelijk afstand heeft gedaan van haar recht op partneralimentatie. Verweerster kon alleen in opdracht van beide partijen werkzaamheden verrichten en partneralimentatie is geen onderwerp om lichtvaardig mee om te gaan. Daarom heeft verweerster er verstandig aan gedaan om de ex echtgenote van klaagster naar een eigen advocaat te verwijzen. De raad beoordeelt de klacht derhalve ongegrond.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

De klacht van klager tegen verweerster is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 5 december 2011.

Griffier      Voorzitter