Rechtspraak
Uitspraakdatum
17-01-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2266
Zaaknummer
R. 3475/10.105
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond. Klager heeft te veel tijd laten verstrijken (5 jaar) voordat hij tot indienen van een klacht is overgegaan.
Uitspraak
R. 3475/10.105
De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage heeft de volgende beslissing gegeven in de verzetprocedure tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van 13 juli 2010 inzake de klacht van:
De heer
wonende te [plaatsnaam]
klager
tegen:
mr. x
advocaat te [plaatsnaam]
verweerder
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief van 2 december 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in arrondissement Rotterdam. Het dossier is op 5 juli 2010 ontvangen door de Raad.
1.2 Bij beslissing van 13 juli 2010 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de Raad de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing is aan partijen verzonden op 15 juli 2010.
1.3 Bij brief van 22 juli 2010 heeft klager verzet aangetekend tegen voormelde beslissing.
1.4 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.
1.5 H et verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 8 november 2010. Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen. Verweerder werd bijgestaan door zijn kantoorgenoot mr. L, advocaat te [plaatsnaam].
2. DE KLACHT EN HET VERZET
Klager verwijt verweerder dat hij:
a. niet heeft gereageerd op verzoeken van klager;
b. met valse beweringen/stellingen heeft gereageerd op verzoeken om informatie van door klager ingeschakelde advocaten en/of belangenbehartigers;
c. valsheid in geschrifte heeft gepleegd door een vaststellingsovereenkomst zonder toestemming van klager te tekenen.
Klager heeft gesteld dat verweerder willen en wetens telkenmale de voortgang en onderhandelingen heeft belemmerd dan wel ondermijnd door valse mededelingen te doen en tevens onzorgvuldig heeft gehandeld jegens klager.
3. VERWEER
Verweerder betwist de gestelde verwijten van klager. Verweerder heeft bij brief van 25 mei 2004 aan klager uiteengezet wat hij met de schaderegelaar van de gemeente heeft besproken en klager verzocht aan te geven of klager met de uitkomst van het gesprek instemde. Pas na de bespreking tussen klager en verweerder op 9 juli 2004, waarin klager verweerder heeft medegedeeld met het voorstel te kunnen instemmen en dat ook met een door hem getekende akkoordverklaring heeft bevestigd, heeft verweerder dit aan de schaderegelaar overgebracht. Bij brief van 13 augustus 2004 heeft verweerder de vaststellingsovereenkomst in drievoud aan klager ter ondertekening toegestuurd. Enige dagen later heeft de opvolgend advocaat van klager zich gemeld en sindsdien heeft verweerder geen contact meer met klager gehad. Verweerder heeft nogmaals verwezen naar de door klager voor akkoord ondertekende concept-brief van 16 mei 2000, waarin verweerder namens klager aan de advocaat van de gemeente heeft geschreven dat klager berustte in de uitspraak omtrent de schulddeling.
4. BEOORDELING VAN HET VERZET
De Raad stelt vast dat verweerder klager tussen 1997 en 2004 als advocaat heeft bijgestaan. Eerst vijf jaar later, in december 2009, heeft klager klachten geuit over de wijze waarop verweerder zijn belangen heeft behartigd. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de Raad het oordeel van de voorzitter van 13 juli 2010 en maakt dit tot het zijne.
5. BESLISSING
De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:
- verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. M. Aukema, mr. P.S. Kamminga, mr. A.J.N. van Stigt en mr. L.Ph.J. baron van Utenhove, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 17 januari 2011.
griffier voorzitter