Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

29-08-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1931

Zaaknummer

H 201 - 2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Indien huidige advocaat van de wederpartij in het geheel niet reageert, mag een advocaat afgaan op uitlatingen van een eerdere advocaat omtrent de destijds door hem met de wederpartij van de cliënt van de advocaat gemaakte afspraken.

Inhoudsindicatie

De door de voorzitter in zijn beslissing weergegeven opsomming van de feiten is toereikend. Voor zover de door klager in verzet weergegeven feiten in de beslissing zouden zijn opgenomen, zouden deze feiten niet tot een andere beslissing hebben geleid.

Inhoudsindicatie

verzet ongegrond

Uitspraak

 

H 201 – 2010

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

 

Beslissing

 

 

inzake

 

 

het verzet tegen een voorzittersbeslissing

 

betreffende een klacht van  

 

de heer X

verder te noemen: klager

 

tegen

 

mr. Y,

advocaat,

verder te noemen: verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Per faxbericht dd. 15 november 2010 heeft klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad dd. 8 november 2010, verzonden op 9 november 2010.

 

1.2       Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 20 juni 2011.

Klager heeft de raad per faxbericht dd. 16 juni 2011 bericht niet ter zitting te zullen verschijnen. Verweerder heeft de griffier van de raad op 20 juni 2010 telefonisch bericht naar aanleiding van de inhoud van het faxbericht dd. 16 juni 2011 van klager evenmin ter zitting te zullen verschijnen.

             

2. De klacht

 

            De klacht luidt als volgt:

Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal omdat hij geprobeerd heeft een groot deel van een in depot staand bedrag zich toe te eigenen waarbij hij geprobeerd heeft de notaris om de tuin te leiden met als doel een groot deel van het depotbedrag naar zijn rekening over te boeken.

 

3. Beslissing van de voorzitter

 

            De voorzitter heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

 

4. Het verzet

 

            In verzet voert klager samengevat het volgende aan:

1.         Diverse in de beslissing beschreven feiten zijn niet juist, althans niet volledig.

De correspondentie tussen klager en verweerder onder 2.2. betrof de wettelijke rente; de inhoud van de brief van de notaris onder 2.3 is niet goed weergegeven; binnen de door verweerder gestelde termijn van een week vermeld onder 2.4 wist verweerder dat klager niet akkoord ging met uitbetaling; 2.5 vermeldt niet dat verweerder aan mr A heeft verzocht om toch nog tot verdeling van het depot over te gaan.

2.         Hetgeen onder ‘het verweer’ is vermeld, is niet juist althans niet volledig. Verweerder heeft naar klagers mening geprobeerd om door middel van een onrechtmatig tot stand gekomen overeenkomst op onrechtmatige wijze andermans eigendommen in bezit te nemen.

3.         Hetgeen onder “beoordeling van de klacht’ is weergegeven is niet volledig, nu daar geen melding wordt gemaakt van het feit dat het arrest van het gerechtshof nog niet in kracht van gewijsde was gegaan.

 

5. Beoordeling van het verzet

 

Ad onderdeel 1 van het verzet:

 

5.1.      De voorzitter heeft in zijn beslissing een samenvatting gegeven van de feiten voor zover voor de klacht van belang. Het is juist dat de door klager in verzetsgrond aangegeven feiten door de voorzitter niet zijn weergegeven in het feitenoverzicht. De raad acht de opsomming van de feiten voor zover van belang voor de klacht, zoals door de voorzitter in zijn beslissing is weergegeven, toereikend. Voor zover de door klager vermelde feiten wel zouden zijn opgenomen in het feitenoverzicht, zouden deze feiten niet tot een andere beslissing hebben geleid. De raad zal dit onderdeel van het verzet daarom als ongegrond afwijzen.

 

Ad onderdeel 2 van het verzet:

 

5.2.      Dit onderdeel van het verzet heeft betrekking op de samenvatting van het standpunt van de wederpartij. Het is slechts aan verweerder voorbehouden zich te verzetten tegen de door de voorzitter weergegeven samenvatting. Dit onderdeel van het verzet zal door de raad als ongegrond worden afgewezen.

 

Ad onderdeel 3 van het verzet:

 

5.3.      Het is juist dat de voorzitter in zijn beslissing geen melding heeft gemaakt van het feit dat het arrest van het gerechtshof nog niet in kracht van gewijsde was gegaan. De voorzitter heeft in zijn beslissing overwogen dat de verwarring over wie als advocaat van klager optrad, verweerder niet viel te verwijten, evenals dat uit de aan de raad overgelegde stukken niet gebleken was dat verweerder zich in zijn functie als advocaat schuldig had gemaakt aan een poging tot diefstal dan wel misleiding van de notaris. Het feit dat in de beslissing van de voorzitter niet vermeld is dat het arrest van het gerechtshof nog niet onherroepelijk was, maakt dit niet anders.

 

 

5.4.      Het onderzoek in verzet heeft voor het overige niet geleid tot de vaststelling van andere feiten dan wel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die weergegeven in de beslissing van de voorzitter, waarmee de raad zich verenigt

 

 

6. Beslissing

 

 

De raad wijst het verzet in alle onderdelen als ongegrond af.

 

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. H.C.M. Schaeken, M.B.Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas en A. Groenewoud, leden, in tegenwoordigheid van

mr. I.J.M. Huysmans- van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2011.

 

 

Griffier                                                            voorzitter

 

 

 

Verzonden op: 30 augustus 2011

 

 

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.