Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-04-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1639

Zaaknummer

B 189-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Verweerster heeft in een gerechtelijk procedure e-mailberichten van de wederpartij aan diens advocaat overgelegd dan wel daaruit geciteerd, wetende dat deze vertrouwelijk waren. Het staat een advocaat niet vrij dergelijke correspondentie te openbaren, waarbij niet van belang is op welke wijze hij daarover de beschikking heeft gekregen.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Uitspraak

 

B 189 – 2010

 

Raad van Discipline

In het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing inzake de klacht van:

 

klager

 

Tegen:

 

verweerster

gemachtigde:X.

 

 

Verloop van de procedure.

 

Bij brief van 23 september 2010, door de Raad ontvangen op 24 september 2010, heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Breda de door klager op 13 december 2009 ingediende klacht toegezonden aan de Raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

De feiten.

 

In een echtscheidingsprocedure is klager bijgestaan door mevrouw mr. A. Zijn echtgenote werd bijgestaan door verweerster. Een aantal e-mails, die klager had verzonden aan zijn advocate en die uitsluitend voor haar bestemd waren, zijn door zijn echtgenote onderschept en door haar aan verweerster ter hand gesteld. Verweerster heeft in haar processtukken uit deze vertrouwelijke e-mails geciteerd en voorts tijdens de zitting van 29 mei 2009 mondeling verslag gedaan van de inhoud van deze e-mails.

 

De klacht.

 

Verweerster heeft in een gerechtelijke procedure e-mail berichten overgelegd cq. daaruit geciteerd, wetende dat deze onrechtmatig verkregen waren en dat de inhoud daarvan vertrouwelijk was.

 

Het verweer.

 

Verweerster stelt zich op het standpunt dat het overleggen van de desbetreffende e-mails noodzakelijk was voor de bewijsvoering, omdat klager in de procedure geen juist beeld had gegeven over zijn inkomsten, hetgeen essentieel was voor de vaststelling van de hoogte van de onderhoudsbijdrage. Verweerster heeft te kennen gegeven dat zij zich realiseert dat een advocaat in een situatie, waarin deze het belang van zijn cliënt wil laten prevaleren boven het vertrouwelijke karakter van de in zijn bezit zijnde informatie, tevoren met de Deken moet overleggen. Voor dit overleg bestond echter geen tijd, omdat verweerster het verweerschrift van klager eerst kort voor de zitting ontving.

 

Beoordeling van de klacht.

 

Op grond van de jurisprudentie hanteert de Raad het uitgangspunt dat de correspondentietussen een advocaat en zijn cliënt een strikt vertrouwelijk karaker heeft en dat die vertrouwelijkheid te allen tijde gewaarborgd dient te zijn. Het staat de advocaat van de wederpartij dan ook niet vrij dergelijke correspondentie, zonder toestemming van de cliënt door wie of aan wie de brief geschreven is, te openbaren. Daarbij is niet van belang, op welke wijze(de advocaat van de) wederpartij de beschikking heeft gekregen over deze correspondentie. Dat het overleggen van de e-mails volgens verweerster noodzakelijk was voor de bewijsvoering en dat er door het late indienen van een verweerschrift sprake was van tijdsdruk, ontslaat een advocaat niet van zijn eigen verantwoordelijkheid. Verweerster heeft onvoldoende blijk gegeven van het besef van deze verantwoordelijkheid. De Raad zal de klacht derhalve gegrond verklaren. Nu verweerster zich heeft laten leiden door het belang van haar cliënte, onder tijdsdruk heeft moeten handelen en zich achteraf heeft gerealiseerd dat zij met de Deken had behoren te overleggen, zal de Raad geen maatregel opleggen

 

Beslissing.

 

De Raad verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel aan verweerster.

 

 

Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, en mrs. R.F.L.M van Dooren, mw E.J.P.J.M. Kneepkens, J.J.M Goumans en mr J.F.E. Kikken, leden, in tegenwoordigheid van  mr C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 april 2011.

 

Griffier                                                                        Voorzitter

 

 

Verzonden op: 19 april 2011,

 

 

Van deze beslissing kan binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

per post. Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres: Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076- 5484607.