Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

19-12-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2358

Zaaknummer

H 83 - 2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Taakuitoefening als curator niet op zodanige wijze uitgeoefend dat daardoor het vertouwen in de advocatuur is geschaad.

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

H 83 - 2011

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

Beslissing d.d. 19 december inzake het verzet tegen een voorzittersbeslissing betreffende de klacht van:

 

klager

 

tegen:

 

verweerder

 

 

1.         Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 11 mei 2011, door de Raad ontvangen eveneens op 11 mei 2011, heeft klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de Raad van 28 april 2011, verzonden op 2 mei 2011.

1.2       Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 31 oktober 2011 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

1.3       De Raad heeft kennis genomen van de beslissing van de voorzitter van 28 april 2011 en van de daarin genoemde stukken.

 

2.         De feiten

 

De Raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.

 

3.         De klacht

 

De klacht houdt het volgende in:

-         verweerder heeft als curator geen correct en objectief onderzoek uitgevoerd alvorens klager aansprakelijk te stellen;

-         verweerder heeft zich agressief tegenover klager opgesteld en hem geïntimideerd door te dreigen met een aansprakelijkstelling;

-         verweerder heeft niet eerlijk met klager gecommuniceerd en is een gesprek uit de weg gegaan;

-         verweerder heeft vertrouwelijke e-mails doorgestuurd naar derden zonder klager daarover te informeren.

 

4.         De beslissing van de voorzitter

 

Bij beslissing van de voorzitter van de Raad van 28 april 2011 is klager ontvankelijk verklaard in zijn klacht, en is deze als kennelijk ongegrond afgewezen.

 

5.         Het verzet

 

Het verzet komt erop neer:

 

-         dat verweerder als advocaat/curator onbehoorlijk/onbetamelijk gedrag tegenover klager heeft vertoond;

-         dat verweerder vertrouwelijke/persoonlijke gegevens onder derden heeft verspreid.

 

6.         De beoordeling van het verzet

 

6.1       De Raad stelt voorop dat voor een advocaat, ook wanneer hij in andere hoedanigheid optreedt, het advocatentuchtrecht blijft gelden, in zoverre dat indien een advocaat zich in andere hoedanigheid zodanig gedraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt geschaad, in het algemeen ook sprake zal zijn van een handelen dat een behoorlijk advocaat niet betaamt en waarvan de advocaat een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

6.2       Uit de door klager overgelegde e-mails van verweerder blijkt naar het oordeel van de Raad niet van enig onbehoorlijk, onbetamelijk of intimiderend gedrag van verweerder jegens klager.

6.3       Overigens heeft verweerder met betrekking tot zijn handelen als curator, ook waar het betreft zijn optreden jegens klager, in zijn brief van 10 februari 2011 aan de

rechter-commissaris gedetailleerd verslag gedaan. Op basis daarvan is de rechter-commissaris tot het oordeel gekomen dat verweerder zijn taak als curator naar behoren heeft uitgevoerd. Ook de Raad komt tot de conclusie dat verweerder zijn taak als curator niet op zodanige wijze heeft uitgeoefend dat hij daardoor het vertrouwen in de advocatuur heeft geschaad.

 

7.         De beslissing

 

De Raad van Discipline:

 

-  verklaart het verzet ongegrond.

 

 

Aldus gegeven door mr. E.P. van Unen, voorzitter, en mrs. mw. M.B.Ph Geeraedts,

A.W.G. Houtakkers, P.A.M van Hoef en J.J.M. Goumans, leden, met bijstand van

mr. C.M. van Lanschot als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2011.

 

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.

 

 

Verzonden op: 20 december 2011