Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-12-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2378
Zaaknummer
11-90
Inhoudsindicatie
Verzet tegen voorzittersbeslissing afgewezen. Verweten handelen of nalaten vloeit voort uit het optreden van andere advocaten in de periode dat verweerder klager niet bijstond. Ook overigens niet van klachtwaardig handelen of nalaten gebleken. Klager heeft de adviezen het voorlopig deskundigenbericht niet voort te zetten, genegeerd.
Uitspraak
11-90
BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Bij brief d.d. 27 september 2011 heeft de heer[ ], wonende te[ ], daarbij ondersteund door mevrouw [ ] maatschappelijk werkster, verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem d.d. 12 september 2011, verzonden op 13 september 2011 in de zaak:
[ ]
wonende te[ ], hierna te noemen klager
tegen
Mr. [ ]
advocaat te[ ],
hierna te noemen verweerder
1. Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de Raad van Discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem van 7 november 2011, waar klager en verweerder zijn verschenen. De raad heeft bij behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: Mr. A.E. Zweers, voorzitter, en mrs. E. Bige,
J. Brouwer, R.P.F. van der Mark en A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, leden van de raad en is bijgestaan door mr. P.J.G. van den Boom als griffier.
2. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar punt 2 van de bestreden voorzittersbeslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.
3. De raad is van oordeel dat het verzet van klager ongegrond is. De raad onderschrijft de beslissing van de voorzitter en de gronden waarop deze is genomen. Hetgeen klager tegen de beslissing van de voorzitter heeft aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen.
De beslissing van de raad luidt als volgt:
Het verzet is ongegrond.
Aldus beslist door de Raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 5 december 2011
Griffier Voorzitter
Ingevolge het bepaalde in artikel 46.h lid 4 Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.