Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-06-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1912
Zaaknummer
10-80
Inhoudsindicatie
De klacht (in januari 2010 bij de deken aan de orde gesteld): in een zaak (die speelde in 2001) optredend voor de verzekeraar van aansprakelijk gestelde advocaten a. onjuiste informatie verstrekken en geen advies vragen aan deskundige medici, b. voor die verzekeraar de zaak niet naar behoren uitvoeren maar in de doofpot stoppen en c. optreden voor een verzekeraar die tevens de zijne was en waarin een kantoorgenoot was betrokken.
Inhoudsindicatie
Het tijdsverloop, dat zonder een deugdelijke verklaring bleef, leidt tot kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Uitspraak
10-80
BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM inzake:
klager
wonend te [woonplaats]
tegen:
verweerder
advocaat te [plaats]
1. Bij brief d.d. 5 juli 2010, door de raad ontvangen op 8 juli 2010, is klager tijdig in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 28 juni 2010, waarbij klagers klacht tegen verweerder als kennelijk niet-ontvankelijk is afgewezen.
2. Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 20 december 2010, waar alleen verweerder is verschenen.
Blijkens het slot van zijn verzetschrift verbleef klager tot eind februari 2011 in het buitenland. De griffier heeft dat gegeven bij de appointering van deze zaak over het hoofd gezien. Reden waarom de raad - nu verweerder wel was verschenen - heeft besloten het verzet toch te behandelen, en aan klager de gelegenheid te bieden om schriftelijk op het proces-verbaal van die behandeling te reageren dan wel alsnog een keer voor de raad te verschijnen waarvoor dan ook verweerder zou worden uitgenodigd.
Klagers advocaat mr. [X] te [plaats] heeft de raad bij brief d.d. [….] 2011 laten weten dat klager er de voorkeur aan geeft om de zaak schriftelijk af te doen.
Klager heeft daarop bij brief d.d. [….] 2011 op het proces-verbaal van de zitting gereageerd en verzocht om aandacht voor diverse daarin uitgewerkte aspecten.
3. De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. A.E. Zweers, voorzitter, en mrs. A.D.G. Bakker, G.E.J. Kornet, P.R.M. Noppen en P.M. Wilmink, leden van de raad, bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier.
4. Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar alinea 3 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.
5. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klager tegen verweerder kennelijk ongegrond is. Hetgeen door klager tegen de beslissing van de voorzitter is aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel gebracht. Ook niet hetgeen klager in zijn brief van [….] 2011 nog aan de orde heeft gesteld. De in de beslissing van de voorzitter van 28 juni 2010 vermelde gronden kunnen diens beslissing volledig dragen.
DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:
Het verzet is ongegrond.
Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 20 juni 2011.
griffier voorzitter
Gelet op het bepaalde in artikel 46 h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen hoger beroep open.