Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-12-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2417
Zaaknummer
R. 3728/11.130
Inhoudsindicatie
De advocaat heeft niet of onvoldoende gereageerd op verzoeken van de deken om aan te tonen dat hij aan zijn CCV verplichtingen heeft voldaan. De klacht is derhalve gegrond. De Raad acht de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
PROCEDUREVERLOOP
1.1 Klager heeft op 1 juni 2011 een klacht ingediend tegen verweerder. Het dossier is door de Raad ontvangen op 6 juni 2011.
1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.
1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 14 november 2011. Ter zitting is namens klager verschenen mr. N, adjunct-secretaris van de Raad van Toezicht voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden. Verweerder is - met schriftelijk voorbericht - niet verschenen.
FEITEN
2.1 Bij e-mail bericht van 20 januari 2011 heeft de algemeen secretaris van de Nederlandse Orde van Advocaten verweerder uitgenodigd het opgaveformulier Centrale Controle Verordening 2010 (CCV) in te dienen.
2.2 Op 1 en 17 maart 2011 heeft de algemeen secretaris verweerder gerappelleerd.
2.3 Bij brief van 8 april 2011 heeft de stafjurist klager verweerder laten weten dat hij binnen de daarvoor gestelde termijn geen opgave heeft gedaan over het jaar 2010 in het kader van de CCV. Aan verweerder is toen nog een termijn van twee weken gegund om over te gaan tot het doen van de opgave, bij gebreke waarvan de deken een klacht zou indienen.
KLACHT
3. Klager verwijt verweerder dat hij in het kader van de CCV niet of onvoldoende heeft gereageerd op verzoeken van of namens klager om aan te tonen dat hij aan zijn verplichtingen ingevolge de verordeningen heeft voldaan.
VERWEER
4. Bij brief van 29 september 2011 heeft verweerder aan de Raad doen toekomen de in 2010 aan hem afgegeven bewijzen van deelname aan enkele cursussen, waaruit volgt dat verweerder onvoldoende punten voor dat jaar heeft behaald. Verweerder heeft toegezegd deze achterstand dit jaar (2011) te compenseren. Voorts heeft verweerder gesteld dat hij niet bewust niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen, nu hij in de veronderstelling verkeerde dat een en ander centraal werd geregeld. Ten slotte heeft verweerder aangevoerd dat zijn onbekwaamheid met het digitale stelsel hem vervolgens heeft belet de betreffende opgave te doen. Verweerder heeft toegezegd zijn leven te beteren.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
5. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting stelt de Raad vast dat verweerder niet of onvoldoende heeft gereageerd op verzoeken van of namens klager om aan te tonen dat hij aan zijn verplichtingen ingevolge de verordeningen heeft voldaan. De klacht is derhalve gegrond.
MAATREGEL
6. Gelet op de aard en ernst van de begane overtreding acht de Raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.
BESLISSING
7. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:
- verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerder de maatregel van een enkele waarschuwing op.
Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard, mr. L.P.M. Eenens, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. A.J.N. van Stigt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en bij vervroeging uitgesproken ter openbare zitting van 12 december 2011.
griffier voorzitter
Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.
U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.
Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren, na daartoe voorafgaand gemaakte afspraak.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.