Rechtspraak
Uitspraakdatum
06-06-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1720
Zaaknummer
B 234-2010
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Advocaat mag bij de indiening van een schadeclaim namens een benadeelde partij in beginsel uitgaan van de juistheid van de door zijn cliënt aan hem verstrekte bewijsstukken.
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond
Uitspraak
B 234-2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
het verzet tegen een voorzittersbeslissing
betreffende een klacht van
X
verder : klager,
tegen
Y
verder : verweerder.
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 16 december 2010, door de raad ontvangen op 17 december 2010, heeft klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad dd. 7 december 2010, verzonden op 14 december 2010.
1.2 De raad heeft voorts kennis genomen van de brieven van de van klager dd. 14 februari 2011 en 30 maart 2011.
1.3 Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 18 april 2011.
Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.
2. De feiten
2.1 De raad stelt voorop dat in de beslissing van de voorzitter dd. 7 december 2011 in overweging 2.1. sprake is van een kennelijk verschrijving waar de voorzitter in haar beslissing het volgende heeft vermeld : “Verweerder is verdachte in een strafzaak”, terwijl hiermee kennelijk werd bedoeld “Klager is verdachte in een strafzaak”. Partijen hebben dit klaarblijkelijk aldus begrepen, nu het verzet niet hiertegen is gericht. Voor het overige gaat de raad uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.
3. De klacht
3.1 De klacht bestaat uit het navolgende:
Verweerder heeft gegevens aan de rechtbank verstrekt, zonder deze op juistheid te controleren.
4. Beslissing van de voorzitter
4.1. De voorzitter heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.
5. Het verzet
5.1. De voorzitter van de raad van discipline heeft nagelaten enig eigen onderzoek te doen naar de juistheid van de door verweerder namens zijn cliënt aan klager gemaakte verwijten.
6. Beoordeling van het verzet
6.1. Verweerder heeft als advocaat van een benadeelde partij een schadeclaim bij het OM ingediend. De voorzitter heeft overwogen dat verweerder daarbij de ter zake geldende procedurele voorschriften in acht heeft genomen en dat hij bij de indiening van de schadeclaim mocht uitgaan van de juistheid van de door zijn cliënt aan hem verstrekte bewijsstukken. De voorzitter heeft zich aldus een zelfstandig oordeel over de klacht gevormd en op grond daarvan de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.
6.2. Het onderzoek van de raad in verzet heeft niet geleid tot een vaststelling van andere feiten danwel tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de voorzitter waarmede de raad zich verenigt. Mitsdien zal het verzet als ongegrond worden afgewezen.
7. Beslissing
De raad wijst het verzet als ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. R.P.G. Houterman, voorzitter, en mrs. E.P.C.M. Teeuwen, A.L.W.G. Houtakkers, P.A.M. van Hoef en J.D.E. van den Heuvel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2011.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 7 juni 2011.
Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.