Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-03-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1677

Zaaknummer

11-19

Inhoudsindicatie

Klacht tegen advocatenkantoor betreffende de wijze waarop is gefactureerd door een advocaat die destijds werkzaam was op het kantoor en betreffende de wijze waarop gereageerd is op de klachten. Omdat van een en ander geen verwijt kan worden gemaakt aan alle advocaten werkzaam bij het kantoor is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

11-19

 BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

klager

wonende te [woonplaats]

tegen: verweerder

gevestigd te [plaats]

1.

Bij brief van 27 maart 2009 heeft klager een klacht over mevrouw mr. [X] en verweerder ingediend bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Roermond, mr. P.A.M. van Hoef.

Mr. van Hoef en de opvolgend deken, mr. A.F.Th.M. Heutink, hebben de klacht tegen verweerder onderzocht. Nadat gebleken was dat geen schikking kon worden getroffen, zijn de stukken aan de raad gestuurd. Omdat dit niet de juiste stukken bleken te zijn heeft de raad aan de deken verzocht deze alsnog op te sturen. Bij brief van 3 maart 2011, ontvangen op 4 maart 2011, heeft de raad de klacht alsmede het klachtdossier ontvangen.

2.

De voorzitter is van oordeel dat op deze klacht bij voorzittersbeslissing behoort te worden beslist.

3.

Klager verwijt verweerder dat facturen valselijk zijn opgemaakt en dat declaraties dubbel zijn gefactureerd en dat verweerder niet adequaat heeft gereageerd op zijn klachten.

4.

De voorzitter gaat uit van de volgende gegevens:

Mr. [X] heeft klager bijgestaan toen zij werkzaam was bij verweerder, gevestigd in het arrondissement Roermond.

Klager heeft een klacht ingediend tegen mr. [X] omdat zij zou hebben gefraudeerd bij het opstellen van facturen. Zij zou werkzaamheden hebben gefactureerd die zij niet zou hebben verricht.

Het gaat om een nota ad € 3.803,75 die omstreeks [….] 2007 aan klager is gestuurd waarop € 2.000,- is voldaan zodat € 1.803,75 resteerde, welk bedrag op [….] 2007 is voldaan. Deze nota is aan klager gestuurd voor advieswerkzaamheden tot en met [….] 2007. Op verzoek van de broer van klager is de tenaamstelling van de nota gewijzigd, aldus dat de nota op naam van de broer van klager kwam te staan.

Voorts gaat het om een nota ad € 1.400,15 d.d. [….] 2007. Op verzoek van de broer van klager is ook de tenaamstelling van die nota gewijzigd, aldus dat de nota op naam van de broer van klager kwam te staan.

Omdat mr. [X] sinds [….] 2007 werkzaam is in het arrondissement ’s-Hertogenbosch en de klacht op [….] 2009 is ingediend heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Roermond, de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch gevraagd de klacht tegen mr. [X] te behandelen. Vervolgens heeft de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch op [….] 2010 een beslissing gegeven inzake de door klager tegen mr. [X] ingediende klacht.

Klager heeft aangevoerd dat zijn klacht ook betreft verweerder. Omdat mr. [Y] werkzaam is bij dit kantoor en lid is van de raad van discipline in het ressort

’s-Hertogenbosch, heeft het hof van discipline bij beslissing van [….] 2011 de behandeling van de onderhavige klacht verwezen naar de raad van discipline in het ressort Arnhem.

5.

Ter toelichting op de klacht heeft klager het volgende aangevoerd:

Door mr. [Y] is gesteld dat van creditering van nota’s enkel sprake kon zijn als mr. [X] daartoe opdracht gaf. Omdat mr. [X] dit niet heeft gedaan zijn er geen facturen gecrediteerd. Hij beschouwt het jarenlang zwijgen van mr. [X] en het participeren van mr. [Y] daarin als crimineel samenspannen.

6.

De voorzitter beoordeelt de klacht als volgt:

Klager heeft een klacht ingediend tegen verweerder. Een klacht die zich richt tegen een advocatenkantoor kan alleen beoordeeld worden voor zover het gaat om gedragingen die aan alle leden van het kantoor persoonlijk verweten kunnen worden.

Betreffende de wijze waarop mr. [X] haar werkzaamheden heeft gefactureerd en betreffende de wijze waarop mr. [Y] namens zijn kantoor heeft gereageerd op de klachten kan klager geen verwijt maken aan alle advocaten werkzaam bij verweerder. Daarom is de klacht jegens verweerder kennelijk niet-ontvankelijk.

HET VOORGAANDE LEIDT TOT DE VOLGENDE BESLISSING:

De klacht van klager tegen verweerder is kennelijk niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven op 14 maart 2011 door mr. M.FJ.N. van Osch, voorzitter van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem, en in afschrift verzonden 18 maart 2011.

mr. M.FJ.N. van Osch

voorzitter