Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

24-01-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1442

Zaaknummer

10-138

Inhoudsindicatie

Tijdens schorsing comparitie heeft wederpartij afdoening met gesloten beurzen voorgesteld. Verweerder heeft de rechter daarvan mededeling gedaan. dat is strijdig met het beginsel zoals dat is neergelegd in regel 13 Gedragsregels 1992.

Uitspraak

10-138

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief d.d. 14 september 2010 heeft mr P.A.M. Manning, deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle, ter kennis van de raad gebracht de klacht van:

klager

advocaat te [plaats]

tegen:

verweerder

advocaat te [plaats]

1. De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 20 december 2010, waar alleen verweerder is verschenen. Klager heeft de raad die dag per fax van 8.47 uur laten weten wegens de onzekere weers- en verkeerssituatie van dat moment af te zien van verschijning.

De raad heeft bij de behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. A.E. Zweers, voorzitter, en mrs. A.D.G. Bakker, P.R.M. Noppen, E.J. Verster en P.M. Wilmink, leden van de raad, en is bijgestaan door mr M.Y.A. Verhoeven als griffier.

2. Klager verwijt verweerder dat deze in strijd met het beginsel zoals dat is neergelegd in regel 13 van de Gedragsregels 1992 zonder klagers toestemming aan de rechter mededeling heeft gedaan van de inhoud van tussen hen gevoerde schikkingsonderhandelingen, zulks met de bedoeling de rechter-commissaris te beïnvloeden.

3. De raad gaat bij zijn beslissing uit van de volgende gegevens.

Op [….] 2009 vond een comparitie plaats met klager en verweerder als advocaten van partijen. De comparitie werd geschorst teneinde een schikking te beproeven. Een schikking kwam niet tot stand. Terug in de rechtszaal deelde verweerder de rechter-commissaris mee welk voorstel de cliënten van klager hadden gedaan, te weten afdoening met gesloten beurzen.

4. De lezingen van partijen over wie wat precies gezegd heeft verschillen. Volgens klager heeft verweerder als eerste het woord genomen en heeft die na gezegd te hebben dat geen overeenstemming was bereikt woordelijk het voorstel van zijn cliënten genoemd. Volgens verweerder zou klager hebben aangegeven dat zij een voorstel hadden gedaan dat niet was geaccepteerd en heeft verweerder daarop gezegd:”als je afrekenen met gesloten beurzen een voorstel noemt.”

Klager heeft direct tegen die uitlating geprotesteerd en een klacht aangekondigd. Verweerder heeft daarop zijn excuses aangeboden, en die later nog een keer in de advocatenkamer herhaald.

5. De raad beoordeelt de klacht als volgt.

Met zijn uitlating – welke dat dan ook precies geweest is - heeft verweerder zich uitgelaten over de schikkingsonderhandelingen. Verweerder heeft dat ook erkend, en blijk gegeven dat hij inziet dat zulks een behoorlijk advocaat niet betaamt.

De raad acht het niet aannemelijk dat verweerder met die uitlating de opzet heeft gehad de rechter op een oneigenlijke manier te beïnvloeden maar ziet deze meer als een slip of the tong. Desalniettemin is zo’n uitlating over gevoerde schikkingsonderhandelingen in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Het is immers van belang dat de vertrouwelijkheid van schikkingsonderhandelingen altijd gewaarborgd blijft om langs die weg oplossingen buiten rechte mogelijk te maken. De raad is dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is, maar dat gezien de spontane direct gevolgde excuses waarmee verweerder al in aanwezigheid van de rechter blijk gaf zijn fout in te zien volstaan kan worden met die gegrond verklaring zonder oplegging van een maatregel.

De beslissing van de raad luidt als volgt:

De klacht van klager tegen verweerder is gegrond.

De raad ziet af van het opleggen van een maatregel.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2011.

griffier     voorzitter