Rechtspraak
Uitspraakdatum
06-06-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1873
Zaaknummer
11-50
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft zich voldoende ingespannen bij de behartiging van de belangen van klager. De ouders van klager zijn kennelijk niet-ontvankelijk nu zij geen zelfstandig belang hebben bij de klacht.
Uitspraak
11-50
BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Inzake
De heer [ ]
en
De heer en mevrouw [ ]
wonende te [ ]
hierna te noemen klager(s)
tegen
mr. [ ]
voorheen advocaat te[ ]
hierna te noemen verweerder
1. Bij brief van 4 januari 2011 hebben de ouders van klager bij de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Almelo, mr. J. van der Hel een klacht ingediend tegen verweerder. De klacht is door mr. J. van der Hel onderzocht. Tijdens het onderzoek is een machtiging van klager aan zijn ouders om hem in de klachtzaak tegen verweerder te ondersteunen, overgelegd. Na afronding van het onderzoek is de klacht bij brief van 6 mei 2011 ter kennis gebracht van de Raad van Discipline. De stukken zijn binnengekomen bij de Raad op 9 mei 2011.
2. Verweerder heeft klager bijgestaan toen deze in december 2009/begin begin 2010 in
voorarrest bevond. Klager leed aan paranoïde gedachten en waanstoornissen, voorspruitend uit een post traumatische stressstoornis, die mogelijk is veroorzaakt door een eerdere detentie. Klager is vrijgesproken van de feiten waarvan hij werd verdacht.
Klager, dan wel zijn ouders, is, zijn, van mening dat verweerder tekort geschoten is, omdat hij diverse bewijzen niet aan de rechter heeft voorgelegd, o.a. een psychiatrisch rapport van Mediant. Daarnaast zou verweerder de datum van een e-mail van Mediant hebben veranderd. Bovendien zou verweerder niet hebben willen geloven dat klager psychisch ziek was en wilde geen verzoek indienen voor bezoek, van de ouders aan klager.
3. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Hij heeft aangevoerd dat de ouders niet zelfstandig tegen hem kunnen klagen, nu het de klacht van hun meerderjarige zoon betreft. De rapportage waarop klager en diens ouders doelen is als onderdeel van de reclasseringsrapportage door het O.M. overgelegd. Verweerder heeft veelvuldig contact gehad met o.a. de behandelend psychiater van klager, werkzaam bij Mediant. Schriftelijke berichtgeving van Mediant is door verweerder tot twee maal toe aan de rechtbank overgelegd.
4. De voorzitter is van mening dat de klacht bij voorzittersbeslissing kan worden afgedaan.
5. De voorzitter gaat er van uit dat de ouders de klacht namens hun zoon hebben ingediend. Voor zover de ouders ook namens henzelf de klacht hebben ingediend, zijn de ouders kennelijk niet-ontvankelijk, nu het een klacht van hun meerderjarige zoon betreft en zij zelf onvoldoende belang hebben bij de klacht.
De verwijten die namens klager door zijn ouders naar voren zijn gebracht zijn alle, onder het overleggen van bescheiden waaruit het tegendeel blijkt, weersproken en weerlegd door verweerder. De psychiatrische rapportage is gevoegd bij het reclasseringsrapport en door het O.M. in de procedure overgelegd. Verweerder heeft bij de rechter-commissaris een e-mail van X., sociaal psychiatrisch verpleegkundige, werkzaam bij Mediant overgelegd. Nadien heeft verweerder een faxbericht van de psychiater Y., eveneens werkzaam bij Mediant, in de procedure gebracht. Gebleken noch aannemelijk is geworden dat verweerder de datum van het e-mail- of faxbericht heeft gewijzigd.
Verweerder heeft contact gezocht met de Officier van Justitie om te bewerkstelligen dat deze in zou stemmen met een schorsing, ondanks een afwijzende beslissing van de rechtbank. Voorts heeft verweerder hoger beroep ingesteld en een tweede schorsingsverzoek ingediend. Klager is uiteindelijk op 6 januari 2010 geschorst.
Verweerder heeft voorts veelvuldig overleg met de ouders van klager gehad.
De voorzitter is dan ook van oordeel dat verweerder de ernst van de situatie en de belangen van klager voldoende onderkende en zich voldoende heeft ingespannen de duur van het voorarrest van klager te beperken.
Onbetwist heeft verweerder gesteld dat bij aanvang van het voorarrest beperkingen golden. Onder die omstandigheid kon een bezoek van de ouders niet door klager worden geregeld. Nadien dienden klagers zelf een afspraak voor een bezoek te regelen. Verweerder heeft voorts onbetwist gesteld meer dan eens bij klager er telefonisch op te hebben aangedrongen contact met zijn ouders te zoeken.
Het vorenstaande leidt dan ook tot de volgende beslissing.
De beslissing van de voorzitter luidt als volgt:
Klagers zijn kennelijk niet-ontvankelijk voor zover het een klacht van de ouders, de heer en mevrouw [ ] betreft; de klacht is voor het overige in al zijn onderdelen kennelijk ongegrond.
Voorzitter
Deze beslissing is gegeven op 6 juni 2011 door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter van
de Raad van Discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem, en in afschrift verzonden op 7 juni 2011.