Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-01-2011
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2011:YA1396
Zaaknummer
5713
Inhoudsindicatie
Overnemende advocaat retourneerde klaagsters eerste advocaat niet op verzoek van die eerste advocaat het dossier en betaalde door eerste advocaat betaalde griffierecht niet terug. Gegrond. Berisping.
Uitspraak
10 januari 2011
No. 5713
Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het hoger beroep van
verweerder
tegen:
klaagster.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 25 januari 2010, onder nummer M33-2009, aan partijen toegezonden op 26 januari 2010, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder de klachtonderdelen met betrekking tot het niet terugbetalen van de griffierechten en het niet retourneren van het procesdossier gegrond zijn verklaard, de maatregel berisping is opgelegd en de overige klachtonderdelen ongegrond zijn verklaard.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 9 februari 2010 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 1 november 2010, waar klaagster en, namens verweerder, mr. P. zijn verschenen.
3. De klacht
De klacht houdt het volgende in:
1. verweerder heeft onder valse voorwendsels klaagster originele processtukken ontfutseld in de zaak R./K.. Doordat verweerder de zaak betalend heeft overgenomen, heeft hij klaagster niet in de gelegenheid gesteld de toevoeging te declareren en was zij niet tot afdracht van het dossier overgegaan als zij niet zeker was dat de cliënt de eigen bijdrage en de door klaagster voorgeschoten griffierechten zou voldoen;
2. de brieven en e-mailberichten van verweerder zijn intimiderend. Zijn aansprakelijkstelling wordt niet onderbouwd. Verweerder onderneemt ondanks eerdere bewering wel actie tegen klaagster. Zijn beroep op verrekening deugt niet. Hij kondigt tuchtrechtelijke stappen aan;
3. verweerder laat zijn cliënt beslissen of al dan niet een kopie van het dossier aan klaagster wordt gezonden. In de gegeven omstandigheden behoort zij een kopie van het dossier te ontvangen.
4. De feiten
De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5. De beoordeling
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
6. De beslissing
Het hof:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch van 25 januari 2010, onder nummer M33-2009.
Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. A.D.R.M. Boumans, G.J.L.F. Schakenraad, W.F. van Zant en R.D. Vriesendorp, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2011.