Rechtspraak
Uitspraakdatum
15-06-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1707
Zaaknummer
B187-2010
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Niet gebleken is dat de voorzitter heeft verzuimd klachtonderdelen te beoordelen of is uitgegaan van onjuiste uitgangspunten bij de beoordeling van de klacht.
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Verzet ongegrond.
Uitspraak
B187-2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
het verzet tegen een voorzittersbeslissing
betreffende een klacht van
X
verder te noemen: klaagster,
gemachtigde:Y
tegen
Z
verder te noemen: verweerder.
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 23 oktober 2010, ter griffie ontvangen op 27 oktober 2010, heeft klaagster verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad d.d. 20 oktober 2010;
1.2 De raad heeft voorts kennis genomen van een brief van gemachtigde d.d. 10 maart 2011, ontvangen ter griffie d.d. 11 maart 2011.
1.3 Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 28 maart 2011.
1.4 Namens klaagster is gemachtigde ter zitting verschenen. Verweerder is eveneens ter zitting verschenen.
2. De feiten
De raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de
beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.
3. De klacht
De klacht luidt - zakelijk weergegeven - als volgt:
1. Verweerder heeft bij een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding tussen klaagster en haar ex-echtgenoot in 2006 een convenant overgelegd dat eenzijdig door de ex-echtgenoot van klaagster was opgesteld en dat door klaagster enkel is ondertekend omdat zij met fysiek geweld daartoe was gedwongen. Verweerder was bekend met dit geweld en heeft dit niet aan de rechtbank gemeld.
2. Verweerder weigerde in de periode 2007-2008 te bemiddelen toen de ex-echtgenoot de verplichtingen weigerde na te komen die hem waren opgelegd bij beschikking van de rechtbank in 2006;
3. Verweerder weigert in 2009 brieven van de gemachtigde van klaagster te beantwoorden.
4. Beslissing van de voorzitter
4.1 De voorzitter verklaart klaagster ontvankelijk in alle onderdelen van de klacht.
4.2 De voorzitter wijst de klacht in alle onderdelen af als kennelijk ongegrond.
5. Het verzet
In haar verzet voert klaagster - zakelijk weergegeven - het volgende aan:
1. Klaagster kan zich niet vinden in de beoordeling van de voorzitter onder 6.1;
2. De voorzitter heeft twee onderdelen van de klacht verzuimd te beoordelen, te weten de klachtonderdelen 2 en 3.
6. Beoordeling van het verzet
De Raad verenigt zich met het door de voorzitter in de bestreden beslissing geformuleerde uitgangspunt voor de beoordeling van de klacht alsmede de beoordeling van de klacht zelf. In het verzet is niet gebleken van feiten of omstandigheden die tot een ander oordeel nopen. Evenmin is gebleken dat de voorzitter heeft verzuimd de klachtonderdelen 2 en 3 te beoordelen. Onder 6.2 en 6.3 in de beslissing is op deze klachtenonderdelen expliciet door de voorzitter ingegaan en gemotiveerd waarom het niet beantwoorden van de brieven van gemachtigde alsmede de weigering om later voor klaagster op te treden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn.
7. Beslissing
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen,
L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen, L.R.G.M. Sproncken, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2011.
griffier voorzitter
________________ _________________
mr. A.M.T.A. Verhagen mr. M.I.J. Hegeman
Verzonden op: 17 mei 2011,
Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.