Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

03-10-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2130

Zaaknummer

R. 3595/10.225

Inhoudsindicatie

Klacht tegen de advocaat van de wederpartij, inhoudende dat onduidelijke producties zijn overgelegd, misbruik gemaakt wordt van het gerechtelijk systeem, waardoor klager op kosten wordt gejaagd, wordt ongegrond verklaard.

Uitspraak

 

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Bij brief van 16 september 2010 heeft klaagster een klacht ingediend tegen verweerder. De klacht is toegelicht bij brief van 27 september 2010. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het Arrondissement Rotterdam.

Het dossier is op 28 december 2010 bij de Raad binnengekomen.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet op het kantoor van de griffier ter inzage van partijen hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 22 augustus 2011 waarbij klaagster vertegenwoordigd door de heer D. alsmede verweerder zijn verschenen.

 

FEITEN

2.1 Klaagster heeft een geschil met de cliënte van verweerder. De cliënte van verweerder is een voormalig werkneemster van klaagster. Tussen klaagster en de cliënte van verweerder zijn diverse procedures gevoerd.

 

KLACHT

3.1 Klaagster verwijt verweerder dat deze in de tegen klaagster gevoerde procedures mistgevende producties overlegt en duidelijke onwaarheden poneert, alsmede verweerder misbruik maakt van het systeem, hetgeen leidt tot verstopping van het systeem.

 

VERWEER

4.1 Verweerder voert aan dat hij in de procedures tussen klaagster en zijn cliënte de belangen van zijn cliënte zo goed mogelijk tracht te behartigen. Het op correcte wijze behartigen van de belangen van zijn cliënte hield in het indienen van een omvangrijke conclusie van antwoord tevens eis in reconventie.

4.2 Verweerder maakt geen misbruik van het rechtssysteem. Verweerder heeft namens zijn cliënte slechts één procedure gestart, terwijl klaagster al drie procedures gestart heeft.

 

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5.1 Vaste rechtspraak is dat de advocaat van een wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de wederpartij worden beknot, tenzij daarbij de belangen van deze wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Daarbij geldt dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen af mag gaan op de juistheid van dit feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.

5.2 De Raad heeft aan de hand van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting niet kunnen vaststellen dat verweerder zich jegens klaagster niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. De Raad heeft onvoldoende stukken ter beschikking om te kunnen vaststellen dat verweerder ongerechtvaardigd beslag gelegd zou hebben. Voorts is niet komen vast te staan dat verweerder onnodig rechtsmaatregelen heeft genomen en klaagster nodeloos op kosten heeft gejaagd.

5.3 Derhalve is niet komen vast te staan dat verweerder de aan hem toekomende mate van vrijheid te buiten is gegaan.

5.4 De klacht is ongegrond.

 

BESLISSING

6. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 verklaart de klacht ongegrond;

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mr. J.P.M. Borsboom, mr. L.P.M. Eenens, mr. J.H.M. Nijhuis, mr. P.C.M. van Schijndel, leden, in aanwezigheid van mr. A.H. van Haga, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 3 oktober 2011.

 

griffier        voorzitter