Rechtspraak
Uitspraakdatum
24-11-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2440
Zaaknummer
R. 3838/11.240
Inhoudsindicatie
Niet kan worden vastgesteld dat de advocaat enige bemoeienis heeft gehad met de strafzaak van klager, noch dat hij in enig ander opzicht tuchtrechtelijk
Inhoudsindicatie
verwijtbaar heeft gehandeld.
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
De klacht is kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Verloop van de procedure
1 Bij brief van 30 augustus 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de wet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam. Het dossier is op 15 november 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.
Inhoud van de klacht
2 Klager heeft in zijn strafdossier heeft gelezen dat er een piketmelding is geweest op 11 mei 2010 op het politiebureau te Capelle aan den IJssel, terwijl klager nooit op 11 mei 2010 in verzekering is gesteld. Op de piketmelding staat de naam van verweerder vermeld.
De feiten
3 Uit de stukken blijkt het volgende:
- Klager is een aantal jaren cliënt geweest van mr. C.
- Mr. C. heeft klager in diverse strafzaken als advocaat bijgestaan.
- Mr. Van E. heeft op enig moment de behandeling van een strafzaak van mr. C. overgenomen. De behandeling van deze strafzaak vond plaats op 8 maart 2011.
- Mr. N. heeft vervolgens de behandeling van de strafzaak overgenomen van mr. Van E.
Beoordeling van de klacht
4.1 Klager verwijt verweerder dat hij vermeld staat op een piketformulier in klagers strafdossier voor een inverzekeringstelling, die volgens klager niet heeft plaatsgevonden. Verweerder heeft in reactie daarop gesteld dat hij stond ingeroosterd als piketadvocaat, maar dat hij op verzoek van mr. C. heeft ingestemd met overname van de zaak door mr. C., van wie klager al geruime tijd cliënt was.
4.2 Op basis van de beschikbare informatie kan niet worden vastgesteld dat verweerder enige bemoeienis heeft gehad met de strafzaak van klager, noch dat hij in enig ander opzicht tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
4.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.
Beslissende
wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.
Aldus gedaan door mr. M.F. Baaij, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 24 november 2011.
Plv. Voorzitter
Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.
De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.