Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-06-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1954

Zaaknummer

10-162

Inhoudsindicatie

Verzet niet ontvankelijk wegens verstrijken verzettermijn.

Inhoudsindicatie

Gegeven de dag van verzending van de beslissing van de voorzitter, 3 december 2010, had het verzetschrift binnen veertien dagen door de raad moeten zijn ontvangen. De raad heeft te onderzoeken of sprake is van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn. De raad is van oordeel dat dit niet het geval is. Door klager zijn geen onregelmatigheden bij de ontvangst van de bestreden beslissing naar voren gebracht zodat moet worden aangenomen dat klager de bestreden beslissing kort na verzending heeft ontvangen. Weliswaar vond deze ontvangst in de decembermaand plaats, maar de verzettermijn verstreek ruimschoots voor de kerst, zodat de decemberfeestdagen op zich geen reden konden vormen voor het niet tijdig aanvoeren van de gronden van het verzet.

Uitspraak

10-162

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF ARNHEM

Inzake:

X

wonende te A,

klager,

hierna: klager

tegen:

mr. Y,

advocaat te B,

beklaagde,

hierna: verweerster

1.

Bij brief van 14 december 2010 – door de raad ontvangen op 16 december 2010 – heeft klager op nader aan te voeren gronden verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad d.d. 2 december 2010, verzonden op 3 december 2010, waarbij zijn klacht tegen verweerster als kennelijk ongegrond is afgewezen en heeft hij verzocht gelet op de feestdagen en een vakantie van zijn advocaat de gronden voor het verzet uiterlijk 20 januari 2011 te mogen inleveren, temeer daar hij nog een heleboel bewijsstukken wilde overleggen en dit de nodige tijd zou vergen om uit te zoeken. Bij brief van 20 december 2010 heeft de griffier van de raad aan klager laten weten, dat een nadere termijn voor indiening van gronden van het verzet niet kon worden verleend. Bij brief van 10 januari 2011 - door de raad ontvangen op 12 januari 2011 - heeft klager de gronden van zijn verzet aangevuld.

Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 18 april 2011, waar klager, bijgestaan door een advocaat en verweerster zijn verschenen.

De raad heeft bij de behandeling van het verzet zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. D. Vergunst, voorzitter en de mrs. J.R.O. Dantuma, G.E.J. Kornet, H.J.P. Robers en P.M. Wilmink, leden van de raad, bijgestaan door mr. A.M. van Rossum griffier.

2.

De beslissing is klager toegestuurd op 3 december 2010. In de begeleidende brief aan klager is het volgende opgenomen:

“ Wanneer u zich met deze beslissing niet kunt verenigen, kunt u daartegen op grond van artikel 46 h lid 1 van de Advocatenwet binnen 14 dagen na heden schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline, Postbus 38, 6930 AA Westervoort.

Indien u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, verzoek ik u in het verzetschrift uiteen te zetten om welke redenen de voorzitterbeslissing naar uw mening niet in stand kan blijven.

Voorts wijs ik u er op, dat het verzetschrift uiterlijk de 14e dag na verzending van de beslissing aan u door de Raad moet zijn ontvangen.”

3.

Gegeven de dag van verzending van de beslissing van de voorzitter, 3 december 2010, had het verzetschrift binnen veertien dagen door de raad moeten zijn ontvangen. De raad heeft te onderzoeken of sprake is van een verschoonbare overschrijding van de verzettermijn. De raad is van oordeel dat dit niet het geval is. Door klager zijn geen onregelmatigheden bij de ontvangst van de bestreden beslissing naar voren gebracht zodat moet worden aangenomen dat klager de bestreden beslissing kort na verzending heeft ontvangen. Weliswaar vond deze ontvangst in de decembermaand plaats, maar de verzettermijn verstreek ruimschoots voor de kerst, zodat de decemberfeestdagen op zich geen reden konden vormen voor het niet tijdig aanvoeren van de gronden van het verzet. De raad beoordeelt klager daarom niet ontvankelijk in zijn verzet.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Klager is niet ontvankelijk in zijn verzet. 

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2001.

Griffier      Voorzitter