Rechtspraak
Uitspraakdatum
03-02-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1511
Zaaknummer
R. 3610/11.12
Inhoudsindicatie
De advocaat is niet verplicht mee te werken aan het voorleggen van een geschil aan de Geschillencommissie Advocatuur, omdat zij hierbij niet is aangesloten.
Inhoudsindicatie
Indien tussen advocaat en zijn cliënt een verschil van mening bestaat over de wijze waarop de zaak moet worden behandeld en dit geschil niet in onderling overleg kan worden opgelost, dient de advocaat zich op grond van de gedragsregels terug te trekken. Dit dient uiteraard op zorgvuldige wijze te worden gedaan.
Uitspraak
Verloop van de procedure
1 Bij brief van 1 juli 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. Na het door de wet voorgeschreven onderzoek verricht door de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam is het dossier op 7 januari 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.
Inhoud van de klacht
2 Klager verwijt verweerster dat zij:
a. niet wil meewerken aan een procedure bij de Geschillencommissie Advocatuur en ook de Akte van Compromis niet wil tekenen;
b. in de periode van bijna een jaar slechts twee brieven namens klaagster heeft geschreven;
c. een bedrag van minimaal € 2.500,00 heeft ontvangen voor de door haar uitgevoerde werkzaamheden, terwijl verweerster voor klaagster slechts een schadevergoeding van € 50,00 heeft geregeld.
De feiten
3 Uit de stukken blijkt het volgende:
- Klager heeft zich tot verweerster gewend naar aanleiding van een geschil met onder andere Eneco, Stedin, QuaWonen, Vodafone en T-Mobile.
- Op 16 juni 2009 heeft een eerste bespreking tussen klager en verweerster plaatsgevonden.
- Het adres van klager wordt gebruikt voor de registratie van externe energiemeters van grootverbruikers. Het huisadres van klager is hierbij ook opgegeven als factureer- en bezoekadres voor monteurs en deurwaarders. Hierdoor wordt veel overlast bezorgd, reden waarom klager zich tot verweerster heeft gewend.
- Verweerster heeft voor klager een toevoeging aangevraagd. Op 3 september 2009 heeft de Raad voor Rechtsbijstand de toevoeging verleend met vaststelling van de eigen bijdrage op een bedrag van
€ 98,00 ter zake het geschil tussen klager en diens verhuurder.
- Verweerster heeft een vergoeding van de Raad ontvangen van
€ 973,58.
Beoordeling van de klacht
Ten aanzien van klachtonderdeel a
4.1 Uit de stukken volgt niet dat verweerster aangesloten is bij de Geschillencommissie Advocatuur. Verweerster is dan ook niet verplicht mee te werken aan het voorleggen van een geschil aan deze commissie. Daarnaast geldt dat op grond van de voor de advocaat geldende gedragsregels een advocaat zich dient terug te trekken indien tussen de advocaat en zijn cliënt verschil van mening bestaat over de wijze waarop de zaak moet worden behandeld en dit geschil niet in onderling overleg kan worden opgelost. De advocaat dient dit uiteraard wel op een zorgvuldige wijze te doen en dient ervoor zorg te dragen dat zijn cliënt daarvan zo min mogelijk nadeel ondervindt. Uit de stukken volgt dat tussen klager en verweerster een verschil van mening bestond over de wijze waarop de zaak zou moeten worden behandeld, zodat het verweerster vrij stond zich als advocaat terug te trekken. Niet is gebleken dat zulks op een onzorgvuldige wijze is geschied.
Ten aanzien van klachtonderdeel b
4.2 Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verweerster klager niet van juridische bijstand heeft voorzien en/of klager niet op de hoogte heeft gehouden van de stand van zaken. Daarbij komt dat klager zelf in zijn brief van 30 november 2009 aan verweerster schrijft dat hij tevreden is over de door verweerster verrichte werkzaamheden. Het verwijt van klager dat verweerster hem niet tijdig op de hoogte heeft gesteld over de verhuizing van haar kantooradres, treft ook geen doel. Hoewel verweerster klager eerder op de hoogte had kunnen stellen van de verhuizing, heeft zij dit uiteindelijk gedaan bij brief van 5 maart 2010. Niet is gebleken dat klager op dit punt in zijn belangen is geschaad.
Ten aanzien van klachtonderdeel c
4.3 Vast kan worden gesteld dat verweerster werkzaamheden voor klager heeft verricht op basis van gefinancierde rechtsbijstand. Uit de stukken volgt dat er een toevoeging is verleend voor het geschil met QuaWonen. Verweerster heeft onbetwist gesteld dat zij van de Raad voor Rechtsbijstand voor haar werkzaamheden een vergoeding heeft ontvangen van € 937,58, naast de eigen bijdrage van € 98,00. Het verwijt van klager kan dan ook niet worden vastgesteld.
4.4 Gezien het voorgaande moeten de klachtonderdelen a tot en met c als kennelijk ongegrond worden afgewezen.
Beslissende
Wijst de klachtonderdelen a tot en met c als kennelijk ongegrond af.
Aldus gedaan door mr. G.J.W. van Oven, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 3 februari 2011.
Plv. Voorzitter
Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.
De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.