Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-06-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1739

Zaaknummer

10-131H

Inhoudsindicatie

Klaagster verwijt verweerder dat hij zich onvoldoende heeft verdiept in het dossier alvorens aan haar een brief te schrijven namens klaagsters wederpartij. Klacht ongegrond, verzet ongegrond.

Uitspraak

              

                                                 RAAD VAN DISCIPLINE

                                                   in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 15 juni 2011

in de zaak 10-131 H

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad op de klacht van:

Mevrouw

k l a a g s t e r

tegen

de heer mr.

v e r w e e r d e r  

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 13 april 2011, door de raad ontvangen op 15 april 2011, heeft de deken van   de orde van advocaten in het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht. Bij beslissing van 7 mei 2010 heeft de voorzitter van de raad van discipline de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 7 mei 2010 aan klaagster is verzonden. Bij brief van 18 mei 2010, door de raad ontvangen op 20 mei 2010 heeft klaagster verzet aangetekend tegen deze beslissing.

1.2 Het verzet is behandeld ter zitting van 4 april 2011. Verweerder heeft op voorhand  te kennen gegeven niet aanwezig te zullen zijn. Klaagster is niet verschenen. Van de zitting van 4 april 2011 is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in paragraaf 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad;

- de stukken genummerd onder 1t/m15 in de bij deze brief gevoegde inventarislijst, en

- de brief van klaagster aan de raad van 29 maart 2011 met bijlage.

 

2 De klacht

2.1 De klacht houdt, naar de raad begrijpt, zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld door:

(a) klaagster de brief van 19 november 2009 te zenden, en

(b) niet te reageren op haar verzoek om opheldering en informatie te verstrekken over de achtergronden op basis waarvan de brief was geschreven.

3. Het verzet

Het verzet houdt zakelijk weergegeven in dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard nu de voorzitter de klachten van klaagster onjuist heeft weergegeven en in de beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door onvoldoende onderzoek te verrichten naar de achtergrond van het geschil waarin klaagster betrokken was, terwijl ook de deken onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de achtergronden van de klacht van klaagster.

  

4. De feiten

4.1 Verweerder heeft op verzoek van de heer X bij brief van 15 december 2009 gereageerd op de brieven van klaagster onder meer aan de werkgever de heer X, waarin zij zich heeft beklaagd over de handelwijze van de heer X in zijn hoedanigheid van voorzitter van de het college van toezicht van de beroepsvereniging. Daarbij heeft verweerder klaagster verzocht haar lasterlijk gedrag te staken en haar daartoe tevens gesommeerd.

4.2 Verweerder heeft klaagster bij e-mailbericht van 22 december 2009 onder meer bericht dat hij op grond van zijn beroepsgeheim geen inzage in zijn advocatendossier kan geven en om heeft om die reden het verzoek tot toezending van de stukken afgewezen. Bij email van 4 januari 2010 heeft klaagster verweerder verzocht om een toelichting en toezending van een aantal stukken.

5. Beoordeling van het verzet

 Het verzetschrift noch hetgeen in brieven nadien door klaagster is gesteld, biedt aanleiding voor nieuwe gezichtspunten, zodat de raad zich met het oordeel van de voorzitter van 7 mei 2010 verenigt.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

   

Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juni 2011 door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, A. Gerritsen-Bosselaar, H.C.M.J. Karskens, M. Pannevis, leden en mr. D.J.L. Siegers als griffier.

 

voorzitter      griffier

Deze beslissing is op 15 juni 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerder

- de deken in het arrondissement Haarlem

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.