Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-05-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1705

Zaaknummer

B218-2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Door klager toe te voegen dat hij “diens handelen een deurwaarder onwaardig acht” en “dat deze zijn langste tijd als deurwaarder heeft gehad”, heeft verweerder zich onnodig grievend uitgelaten. Daarmee heeft hij zich als advocaat onbetamelijk gedragen en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

 

B218-2010

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

X

verder te noemen: klager,

 

tegen

 

Y

verder te noemen: verweerder.

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 21 oktober 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Breda de door klager op 25 februari 2010 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2.      De raad heeft voorts kennis genomen van een faxbrief van 24 maart 2011 van klager,      waarin deze heeft meegedeeld dat hij is verhinderd vandaag ter zitting te verschijnen en dat hij blijft bij zijn ingenomen standpunt.

 

1.3       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 28 maart 2011.

            Klager is niet verschenen. Verweerder is ter zitting verschenen.

 

2. De feiten

 

2.1        Op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting is het volgende komen vast te staan.

 

2.2        Klager heeft in de uitoefening van zijn deurwaardersambt in opdracht van zijn cliënte   een vonnis geëxecuteerd. Het betrof de afgifte van een hond door cliënten van verweerder. Verweerder en klager verschilden van opvatting met betrekking tot de vraag of krachtens het betreffende vonnis tot afgifte van de hond kon worden overgegaan.

            Verweerder heeft tijdens het geschil aan klager medegedeeld dat hij “diens handelen        een deurwaarder onwaardig achtte” en “dat hij ervoor zou zorgen dat klager zijn langste tijd als deurwaarder heeft gehad”.

 

 

3. De klacht

 

            De klacht luidt als volgt.

 

Verweerder heeft zich jegens klager tijdens de uitoefening van zijn ambt onbetamelijk uitgelaten door hem te betichten van “handelen een deurwaarder onwaardig” en hem mede te delen ervoor te zullen zorgen dat hij zijn langste tijd als deurwaarder heeft gehad. Er is sprake van handelen in strijd met gedragsregel 31 waarin is neergelegd dat de advocaat zich in woord en geschrift niet onnodig grievend dient uit te laten.

 

4. Het verweer

 

            Het standpunt van verweerder luidt als volgt.

 

Verweerder erkent voornoemde bewoordingen gebezigd te hebben en verklaart deze minder diplomatieke uitdrukkingen dan wenselijk zou kunnen worden geacht uit zijn veronderstelling dat klager een vorm van eigenrichting toepaste die een deurwaarder onwaardig is. 

 

5. Beoordeling van de klacht

 

            Uit gedragsregel 31 volgt dat een advocaat zich in woord en geschrift niet onnodig grievend dient uit te laten. Verweerder heeft erkend dat hij klager heeft toegevoegd dat hij “diens handelen een deurwaarder onwaardig acht”, alsmede “dat deze zijn langste tijd als deurwaarder heeft gehad”. Ter zitting heeft hij verklaard dat hij zich daarbij door de oplopende emoties heeft laten meeslepen. De raad acht beide opmerkingen, in de context van een zakelijk geschil tussen partijen onnodig en tevens grievend van aard, nu deze enkel op de persoon van klager zijn gericht.Verweerder heeft zich derhalve als advocaat onbetamelijk gedragen en tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De klacht is derhalve gegrond.

 

6. Maatregel

 

Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding acht de raad de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

 

7. Beslissing

 

De raad:

 

-   Verklaart de klacht gegrond.

-   Legt op de maatregel van enkele waarschuwing.

 

 

Aldus gegeven door mr. M.I.J. Hegeman, voorzitter, en mrs. P.J.W.M. Theunissen,

 L.W.M. Caudri, R.G.A.M. Theunissen, L.R.G.M. Spronken, leden,  in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 mei 2011.

 

 

 

 

 

 

 

 griffier                                                                        voorzitter

 

 

                                                                       

 

 

Verzonden op:

 17 mei 2011.

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.