Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

26-04-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0644

Zaaknummer

H 205 - 2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Overleggen van confraternele correspondentie berustte op vergissing, welke onmiddellijk is hersteld; niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Handeling van een cliënt is een advocaat tuchtrechtelijk niet aan te rekenen,. Sturende rol van advocaat is niet gebleken.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond

Uitspraak

 

 

H205-2009

 

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s-Hertogenbosch

 

 

BESLISSING

 

inzake

 

de klacht van:

 

klaagster

 

tegen

 

verweerster

 

 

1.         Het verloop van de klachtprocedure

 

1.1              Bij brief van 16 september 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ‘s-Hertogenbosch de door klaagster op 19 augustus 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, tezamen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

1.2              De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad op 1 maart 2010. Klaagster heeft bij brief van 10 februari 2010 laten weten niet te zullen verschijnen. Verweerster is verschenen.

 

 

2.         De feiten

 

 

2.1       In een echtscheidingsprocedure treedt klaagster op als advocaat van de man en verweerster als advocaat van de vrouw. Naar aanleiding van een aantal incidenten die zich tijdens de procedure afspeelden heeft klaagster aanleiding gezien een klacht tegen verweerster in te dienen.

 

3.         De klacht

 

3.1      De klacht bestaat uit de navolgende onderdelen:

1.         Verweerster heeft bij fax van 18 augustus 2009 een confraternele brief aan de rechtbank toegezonden en daardoor in strijd gehandeld met gedragsregel 12;

2.         Verweerster heeft de deurwaarder executiemaatregelen laten nemen zonder klaagster daarvan tevoren op de hoogte te stellen en aldus gehandeld in strijd met gedragsregel 19.

 

3.2.      Ter toelichting van de klacht is door klaagster het navolgende aangevoerd:

Klaagster verwijt verweerster dat zij confraternele correspondentie heeft verzonden aan de rechtbank te Roermond. Hierover werd voorafgaand geen overleg gevoerd dan wel bemiddeling gevraagd. Zodra klaagster op de hoogte was van het feit dat verweerster een confraternele brief naar de rechtbank had gestuurd, heeft zij verweerster daar op gewezen. Daarnaast is verweerster zonder enige nadere aankondiging overgegaan tot het inschakelen van een deurwaarder om achterstallige kinderalimentatie te incasseren. 

 

4.         Het verweer

 

 

4.1       Het standpunt van verweerster houdt in:

Ten aanzien van het overleggen van confraternele correspondentie stelt verweerster dat haar fax van 18 augustus 2009 om 15:52 uur aan de rechtbank en om 15:53 uur aan klaagster is verzonden. Om 16:53 uur heeft klaagster hierop gereageerd. Op dat moment was verweerster echter niet meer aanwezig op kantoor. Zodra zij de volgende dag kennis had genomen van de inhoud van de fax van klaagster is zij tot de ontdekking gekomen dat de betreffende brief bij vergissing was meegestuurd naar de rechtbank. Direct heeft verweerster een fax gestuurd naar de rechtbank en een en ander hersteld. Verweerster benadrukt dat er geen sprake is geweest van enige opzet.

Ten aanzien van de executiemaatregelen stelt verweerster dat zij klaagster heeft laten weten dat haar cliënte niet kon instemmen met een verlaging van de kinderalimentatie. Daarbij heeft zij verzocht om te worden teruggebeld door klaagster. Dit weigerde klaagster. Toen de kinderalimentatie over de maanden mei en juni 2009 niet voldaan was heeft verweerster op verzoek van haar cliënte een fax gezonden aan klaagster en de cliënt van klaagster gesommeerd om tot betaling over te gaan. Betaling bleef echter uit. Aangezien de procedure voor de cliënte van verweerster al veel tijd en geld had gekost heeft de cliënte van klaagster laten weten dat zij zelf contact op zou nemen met haar ex-echtgenoot. Dat is ook gebeurd. Toen deze desondanks de alimentatie niet voldeed, heeft haar cliënte zoals reeds aangekondigd de deurwaarder ingeschakeld. Verweerster is van mening dat zij niet klachtwaardig heeft gehandeld.

 

5.         Beoordeling van de klacht.

 

 

5.1       De raad overweegt met betrekking tot klachtonderdeel 1 dat weliswaar sprake was van  een fout van verweerster, maar dat zij deze, toen zij haar fout bemerkte onmiddellijk heeft rechtgezet. Aldus heeft verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klachtonderdeel 1 zal derhalve ongegrond worden verklaard.

            Met betrekking tot klachtonderdeel 2 merkt de raad op dat de verweten handeling niet door verweerster is verricht maar door haar cliënte, die dit bovendien tevoren aan de cliënt van klaagster had aangekondigd. Aan de raad zijn geen feiten of omstandigheden gebleken dat verweerster hierin enige sturende rol heeft gehad. Ook klachtonderdeel 2 wordt door de raad derhalve ongegrond verklaard.

 

6.         Beslissing

            De raad verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

 

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door: mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. P.A.M. van Hoef, L.W.M. Caudri, Chr.M.J. Peeters, I.E.M. Sutorius, (leden), op 26 april 2010

 

 

 

Mr.  P. Beens (plaatsvervangend griffier).                  Mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter

 

 

Verzonden d.d. 27 april 2010

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de  mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per Post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.