Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-12-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1181

Zaaknummer

10-133A

Inhoudsindicatie

Een advocaat geniet een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënte te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid mag niet worden beknot door de belangen van een wederpartij doch is ook niet absoluut. Een advocaat mag bijvoorbeeld geen feiten poneren waarvan hij de onwaarheid kent of behoort te kennen. Een advocaat mag wel uitgaan van de juistheid van het feitenmateriaal dat zijn cliënte hem verschaft en is slechts in uitzonderingsgeval-len gehouden de juistheid daarvan te controleren. Het staat een advocaat vrij om een wederpartij rechtstreeks aan te schrijven indien die aanschrijving rechtsgevolg geniet mits onder verzending van een gelijktijdige kopie aan de advocaat van de wederpartij. klacht ongegrond

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

BESLISSING d.d. 6 december 2010

in de zaak 10-133A

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 16 april 2010 binnengekomen klacht van:

de heer

k l a g e r

tegen:

de heer mr.

v e r w e e r d e r

1.  verloop van de procedure

1.1. Bij brief van 15 april 2010, door de raad ontvangen op 16 april 2010, heeft de deken van  de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2. De klacht is behandeld ter zitting van de raad op 4 oktober 2010 in aanwezigheid van klager en verweerder in persoon. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. Verweerder heeft zich bediend van pleitnotities.

1.3. De raad heeft kennis genomen van de in 1.1. bedoelde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 14 in de bij die brief gevoegde inventarislijst

2. de klacht:

2.1. De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder:

a. herhaaldelijk aan de gerechtelijke autoriteiten onjuiste informatie heeft verschaft over het adres en de woonplaats van zijn cliënte waardoor een verkeerde voorstelling van zaken is gegeven en zijn cliënte een ruimhartiger omgangsregeling heeft kunnen krijgen;

b. zich op een intimiderende en dreigende wijze ongevraagd en rechtstreeks met klager in verbinding heeft gesteld terwijl klager op dat moment werd vertegenwoordigd door een advocaat;

c. meerdere procedures aanhangig heeft gemaakt waardoor klager onnodig op kosten is gejaagd;

d. gebruik heeft gemaakt van door zijn cliënte gemaakte geheime geluidsopnamen van de omgang tussen haar en haar zoon, door die opnamen in de gerechtelijke procedures in te brengen;

e. bij faxbericht van 17 december 2009 aan klager een sommatie heeft doen uitgaan waarvoor geen gerechtelijke basis bestond.

2.2. Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerder volgens klager de norm, vastgelegd in art. 46 Advocatenwet, overtreden.

3. feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1. Sedert oktober 2008 treedt verweerder op als advocaat van klagers ex-echtgenote.

3.2. Klager en zijn ex-echtgenote zijn na een echtscheiding verwikkeld in een (groot) aantal procedures omtrent het gezag over en de omgang met hun minderjarige zoon.

3.3. Bij beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 26 november 2008 is bepaald dat alleen aan verweerder het gezag toekomt over de zoon en dat de moeder omgang met de zoon zal hebben als volgt:

(…)

- zolang de moeder haar woonplaats heeft in de VS: tijdens haar bezoek aan Nederland, gedurende één dagdeel per week, op een neutrale plaats, buiten de aanwezigheid van de vader en in aanwezigheid van een volwassen persoon die door de minderjarige wordt vertrouwd:

- in het geval de moeder haar woonplaats heeft in Nederland: gedurende één dagdeel per week, op een neutrale plaats, buiten aanwezigheid van de vader en in aanwezigheid van een volwassen persoon die door de minderjarige wordt vertrouwd (…)

3.4. De ex-echtgenote van klager heeft van de eerste begeleide omgangssessies met de zoon, op 24 december 2008 en 2 januari 2009, geluidsopnamen gemaakt. Bij die sessies waren de ouders van klager als begeleiders aanwezig. Verweerder heeft de opnamen ingebracht in één of meerdere gerechtelijke procedures.

3.5. De begeleidsters die daarna de omgang tussen moeder en zoon hebben begeleid, hebben op 15 juli 2009 te kennen gegeven hun werkzaamheden te staken. Bij e-mail van 17 juli 2009, verzonden om tien uur ’s avonds, heeft verweerder aan klager (met kopie aan de advocaat van klager) het volgende bericht:

Daar uw advocaat inmiddels niet bereikbaar meer is, wend ik mij rechtstreeks tot u met de sommatie de omgang morgen en de 25e juli a.s. doorgang te laten vinden met een door u aan te wijzen volwassene die de omgang begeleid.

(. . .)

Indien u geen gevolg geeft aan deze sommatie dan zal cliënte daarvan mededeling doen aan de bevoegde autoriteiten en rechtsmaatregelen treffen. U houdt zich dan immers niet aan de beschikking van de rechtbank.

(. . .)

3.6. Bij fax  van 17 december 2009 heeft verweerder aan klagers advocaat onder meer het volgende bericht:

Van mijn cliënte begrijp ik dat uw cliënt de omgang wederom frustreert.

Volgens uw cliënt zou omgang eerst niet kunnen plaatsvinden omdat [de zoon, toevoeging raad] ziek zou zijn en daarna zou het argument zijn gegeven dat omgang niet kan plaatsvinden omdat [de zoon] een kerstdiner heeft op school. Mijn cliënte heeft begrepen van het hoofd der school dat zij daar wel degelijk, samen met iemand van het BIG, bij kan zijn.

Ik verzoek en voor zover nodig sommeer uw cliënt het ertoe te leiden dat mijn cliënte tijdens het kerstdiner op school gewoon omgang met [de zoon] kan hebben, vanzelfsprekend zal dat begeleid geschieden.

Daarnaast begrijpt cliënte dat uw cliënt wederom op vakantie zou gaan. Ik verneem graag van wanneer tot wanneer deze vakantie duurt.

Ten aanzien van de omgang van vandaag verzoek ik u vriendelijk doch dringend mij voor 12:00 uur vandaag te berichten.

4. beoordeling van de klacht

4.1. Geklaagd wordt over de advocaat van de wederpartij. Volgens vaste jurisprudentie van het hof van discipline (het hoogste tuchtcollege) heeft verweerder een grote mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënte te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid mag niet worden beknot door de belangen van een wederpartij doch is ook niet absoluut. Verweerder mag bijvoorbeeld geen feiten poneren waarvan hij de onwaarheid kent of behoort te kennen. Verweerder mag wel in beginsel uitgaan van de juistheid van het feitenmateriaal dat zijn cliënte hem verschaft en is slechts in uitzonderingsgevallen gehouden de juistheid daarvan te controleren. Verder mag een advocaat bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij niet onnodig of onevenredig schaden zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.

onderdeel a

4.2. Onderdeel a van de klacht ziet erop dat in de kop van de door verweerder opgestelde processtukken (dagvaardingen en appelschrift) een adres van zijn cliënte in de Verenigde Staten van Amerika is vermeld, terwijl zij daar op dat moment volgens klager niet meer woonde. Verweerder wist dit volgens klager of had dit moeten weten

4.3. Naar het oordeel van de raad is echter niet gebleken dat verweerder bij het weergeven van de woon- en/of adresgegevens van klagers ex-echtgenote in de processtukken de in 4.1 genoemde norm heeft overtreden. Verweerder heeft gesteld dat zijn cliënte hem het adres heeft verstrekt met de mededeling dat het haar door de Amerikaanse autoriteiten was toegestaan dat adres als gekozen domicilie te gebruiken. De raad ziet niet in dat verweerder naar de juistheid van die mededeling onderzoek had moeten doen.

4.4. De raad merkt ten overvloede nog op dat mede gezien de hiervoor (in 3.3) weergegeven inhoud van de beschikking van de rechtbank ’s-Gravenhage van 26 november 2008 ook geenszins gebleken is dat de ex-echtgenote van klager door het gebruik van het adres in de Verenigde Staten een ruimhartiger omgangsregeling zou hebben gekregen dan wanneer een adres in Nederland was vermeld. Evenmin zijn er aanwijzingen dat zulks werd beoogd met vermelding van het adres in de Verenigde Staten.

4.5. Klachtonderdeel a is dus ongegrond.

onderdeel b

4.6. De klacht dat verweerder klager, hoewel bijgestaan door een advocaat, rechtstreeks en op een intimiderende wijze heeft aangeschreven, is ook ongegrond. Nu de e-mail als genoemd in 3.5 een aanzegging bevat met rechtsgevolg, stond het verweerder vrij die mail rechtstreeks aan klager te verzenden onder gelijktijdige verzending van een afschrift daarvan naar klagers raadsvrouwe. Een dergelijk handelen is tuchtrechtelijk niet verwijtbaar. De raad acht de inhoud van de e-mail niet onnodig intimiderend van toon.

onderdeel c

4.7. Dat verweerder met het opstarten van procedures de belangen van klager ontoelaatbaar heeft geschaad, gemeten naar de in 4.1 genoemde norm, is niet gebleken. Verweerder kon menen dat hij met die procedures de belangen van zijn cliënte diende. Dat de rechter klager vaak of merendeels in het gelijk heeft gesteld en dat de procedures voor klager tot kosten leiden, maakt nog niet dat verweerder klachtwaardig heeft gehandeld door de procedures te entameren. Onderdeel c is dus ongegrond.

onderdeel d

4.8. Het gebruik door verweerder van de geluidsopnamen die zijn cliënte heeft gemaakt van twee omgangssessies is evenmin tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerder kon menen dat hij hiermee een redelijk belang van zijn cliënte diende, nu zijn cliënte ervan werd beschuldigd dat de omgang door haar toedoen in een negatieve sfeer verliep en zij tegenover die beschuldiging in bewijsnood verkeerde. Onderdeel d is dus ongegrond.

 

onderdeel e

4.9. Tot slot heeft verweerder ook met het versturen van de fax van 17 december 2009 de in 4.1 bedoelde grenzen van zijn vrijheid om de belangen van zijn cliënte te behartigen niet overschreden. Niet is gebleken dat verweerder met die fax klager op ontoelaatbare wijze heeft bejegend of zijn belangen (op ontoelaatbare wijze) heeft geschaad. Ook onderdeel e is dus ongegrond.

BESLISSING:

De raad van discipline verklaart de klacht in alle onderdelen (a t/m e) ongegrond.

Aldus gewezen door mr. A.P. Schoonbrood-Wessels, voorzitter, mr. H.C.M.J. Karskens, mr. R.P.F. van der Mark, mr. M.J.G.H. Verviers, mr. D.J.S. Voorhoeve, leden, met bijstand van mr. L. Koning als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 december 2010.

 

voorzitter         griffier

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 6 december 2010 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek;

bezorging

De griffie van het hof van discipline is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren;

per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden gezonden aan de griffie van het hof van discipline.

Voor telefonische informatie is de griffie van het hof van discipline bereikbaar onder telefoonnummer 076 -548 4607.

* * * * *