Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

25-01-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0365

Zaaknummer

M 96 - 2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Het kantoor van verweerder heeft de zaak van klager achtereenvolgens door zeven advocaten laten behandelen, zonder dat klager hierover vooraf werd geïnformeerd. Klager is onjuist geinformeerd over de kansen in hoger beroep. Klager is tekort geschoten in de dienstverlening door verweerder niet juist te informeren.

Inhoudsindicatie

Klacht gegrond; enkele waarschuwing

Uitspraak

 

 

M96-2009

 

BESLISSING

 

van de raad van discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch op 7 december 2009 inzake de

 

 “klager”,

 

tegen:

 

 “verweerder”.

____________________________________________________________________

 

Het verloop van de klachtprocedure

 

Bij schrijven van 11 mei 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement te Maastricht de stukken in bovengemelde klachtzaak aan de raad doen toekomen. Deze stukken zijn vermeld in voormelde brief. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 december 2009 waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 19 oktober 2009, waarbij aan hen werd medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen tot 23 november 2009 ten kantore van de griffier. De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld. Bij de mondelinge behandeling waren klager, diens partner en verweerder met diens gemachtigde aanwezig.

 

Vaststelling van de feiten voor zover voor de klachtprocedure van belang .

 

Klager heeft in 2005 een bodemprocedure gestart bij de rechtbank te Leeuwarden waarin op 22 maart 2006 een afwijzend vonnis is gewezen. In september 2006 heeft klager zich met zijn dossier gewend tot het kantoor van verweerder te Amsterdam, teneinde het dossier te laten beoordelen. Het dossier is door het kantoor van verweerder in behandeling genomen en vervolgens door verschillende advocaten van het kantoor behandeld. In deze procedure is op 19 maart 2008 in hoger beroep een arrest gewezen dat negatief voor klager uitviel. Bij brief van 27 november 2008 heeft klager een klacht ingediend bij de deken van het arrondissement te Maastricht. Bij brief van 27 maart 2009 heeft de deken zijn dekenstandpunt aan partijen kenbaar gemaakt. Klager heeft op 7 mei 2009 de deken van de orde van advocaten in het arrondissement  van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht verzocht het dossier door te zenden naar de raad van discipline.

 

Inhoud van de klacht

 

Het kantoor van verweerder heeft de zaak van klager achtereenvolgens door zeven advocaten laten behandelen, zonder dat klager hierover vooraf werd geïnformeerd. Vervolgens werd het stil rond zijn zaak en uiteindelijk is de zaak in hoger beroep verloren. Klager verwijt het kantoor van verweerder tekortgeschoten te zijn in de dienstverlening en begeleiding. De kansen van het hoger beroep zijn niet goed ingeschat en klager is daarover niet goed geïnformeerd.

Door dit alles heeft klager ten onrechte € 25.331,79 aan kosten gemaakt.

 

Standpunt van klager

 

Klager verwijt verweerder dat hij een onjuiste behandeling heeft genoten. Hij heeft zich in september 2006 tot het kantoor van verweerder gewend ten einde een inschatting te verkrijgen omtrent de haalbaarheid van zijn zaak in hoger beroep. Meerdere malen is aan hem kenbaar gemaakt, zowel tijdens de intake als ook daarna in andere gesprekken met diverse kantoorgenoten, dat de zaak positief werd ingeschat. Dit is achteraf onjuist gebleken. Cassatieadvies wees uit dat aan deze zaak nooit begonnen had mogen worden. Daarnaast stelt klager zich op het standpunt dat zijn zaak door maar liefst 7 opvolgende advocaten is behandeld. Dit heeft, naar zijn inschatting, zijn zaak geen goed gedaan. Tevens stelt hij zich op het standpunt dat hij de zaak nooit bij het kantoor van verweerder in behandeling zou hebben gegeven indien hij vooraf wist dat hij in een dergelijke “advocatencarrousel” terecht zou komen.

Voorts stelt klager dat hij de belangrijke memorie van grieven pas op vrijdag in concept heeft ontvangen terwijl hij zijn opmerkingen als leek reeds op maandag aan de behandelend advocaat van het kantoor van verweerder moest toezenden. Dit was voor hem niet haalbaar en niet mogelijk. Daarnaast is hem nooit duidelijk geworden welk aanvullend bewijsmateriaal de behandelend kantoorgenoten van verweerder in de kwestie nodig achtten. Klager heeft van meet af aan de behandelend advocaten duidelijk gemaakt dat hij niet meer kon overleggen dan hij tot dan toe had gedaan. Tot slot stelt klager zich op het standpunt dat hij gezien de onjuiste en onzorgvuldige behandeling van deze kwestie het betaalde bedrag aan advocatenkosten onterecht heeft betaald. Klager stelt dat verweerder aantoonbaar tekort is geschoten in de dienstverlening als advocaat.  

 

Standpunt van verweerder

 

Verweerder stelt dat hij niet meer kan achterhalen wat de zienswijze van de eerste behandelend advocaat van zijn kantoor is geweest, maar dat zijn gemachtigde, hem heeft verzekerd dat hij zich in ieder geval niet onvoorwaardelijk positief jegens klager over de kwestie heeft uitgelaten. Verweerder stelt dat de afloop van de zaak afhankelijk was van de vraag of klager zijn stellingen zou kunnen bewijzen. Doordat klager dat bewijs niet heeft bijgebracht was zijn zaak kansloos geworden. Verweerder stelt, en beroept zich daarbij op een aantal brieven die aan klager zijn gestuurd, dat daarin klager telkenmale gewezen is op de noodzaak om toch vooral met bewijs te komen omdat er anders geen kans op succes aanwezig zou zijn. Verweerder stelt dat bij de memorie van grieven een uitdrukkelijk bewijsaanbod is gedaan waarbij gebruik is gemaakt van de door klager aangeleverde namen van getuigen en van hetgeen zij zouden kunnen verklaren. Verweerder stelt dat de verzonden facturen alleszins redelijk zijn en dat door klager nog een bedrag van € 692.90 dient te worden betaald. In het kader van een regeling is destijds voorgesteld dit bedrag te laten vervallen, echter klager stelde zich op het standpunt dat hij het gehele betaalde bedrag wenst terug te ontvangen.

 

 

 

Beoordeling van de klacht

 

Uit het dossier en de behandeling ter zitting is komen vast te staan dat klager voor advies te rade is gegaan bij een kantoorgenoot van verweerder. Tevens is komen vast te staan dat klager nooit van verweerder, dan wel diens kantoorgenoten, die zich met de behandeling van het dossier hebben beziggehouden, het advies heeft gekregen dat het beter zou zijn om te stoppen met de procedure, ook niet toen de getuigenverklaringen waren aangeleverd. Een en ander klemt temeer nu klager aangeeft, en dit is onvoldoende door verweerder weersproken, dat hij reeds vanaf het begin aangaf niet over meer c.q. ander bewijsmateriaal de beschikking te hebben, dan aan verweerder en zijn kantoorgenoten bekend was. Het had in dat geval op de weg gelegen van verweerder een evaluatiemoment in te lassen en met klager te bespreken of voortzetting van de zaak zinvol zou zijn, alsmede daarover advies uit te brengen. Nu dit niet is gebeurd is de raad van oordeel dat verweerder tekort is geschoten in de dienstverlening die van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verlangd.

Bovendien had het op de weg van verweerder had gelegen om de diverse wisselingen van behandelende advocaten aan klager te melden.

Een advocaat immers moet zijn cliënt op de hoogte brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken, en waar nodig, ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, deze belangrijke informatie en afspraken schriftelijk aan zijn cliënt bevestigen. De raad stelt vast, dat dit in het voorliggende geval niet is gebeurd, zodat ook dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is.

De raad is voorts van oordeel, dat het toesturen van een lijvige memorie van grieven aan een niet professionele cliënt als klager drie dagen voorafgaand aan de datum van indiening, niet als tijdig kan worden aangemerkt. Niet is gesteld of gebleken, dat in het voorliggende geval de tijd om de opgestelde memorie van grieven eerder aan klager te doen toekomen te kort was.

Nu verweerder verantwoordelijk is voor de interne organisatie van zijn kantoor valt hem naar het oordeel van de raad ten aanzien van de klacht in al haar onderdelen een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

De raad is van oordeel dat een enkele waarschuwing een passende sanctie is.

 

BESLISSING

 

De raad verklaart de klacht in al haar onderdelen gegrond en legt ter zake aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing op.

 

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door: mr. J.P.M. van der Ham, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius, R.F.L.M. van Dooren, L.J.M. Luchtman, M.B.Th Geeraedts, leden, op: 25 januari 2010

 

 

mr. P. Beens, plaatsvervangend griffier            mr. J.P.M. van der Ham, voorzitter                 

 

Verzonden op: 26 januari 2010

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appèlmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.