Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-03-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0605

Zaaknummer

M 149-2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Een cliënt volledig in het ongewisse laten over de financiële consequenties van het inschakelen van een Duitse advocaat en zich zonder overleg met die Duitse advocaat uit de zaak terug te trekken betaamt een advocaat niet.

Inhoudsindicatie

Niet terugbellen van een cliënt over een lange periode, hoewel door medewerkers werd toegezegd dat deze teruggebeld zou worden, betaamt een advocaat niet.

Inhoudsindicatie

Gegrond; berisping

Uitspraak

 

 

M 149 - 2009

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

klaagster

 

tegen

 

verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 16 juli 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klaagster op 30 januari 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, tezamen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

- brief dd. 6 januari 2010 van verweerder.

 

1.3       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 25 januari 2010.

Verschenen zijn: klaagster en de zoon van klaagster.

Verweerder heeft de raad bij brief dd. 6 januari 2010 bericht wegens ziekte niet in staat te zijn de mondelinge behandeling bij te wonen.

 

2. De feiten

 

2.1       Het volgende is komen vast te staan:

Klaagster heeft zich in 2000 tot een advocaat gewend in verband met een pensioenkwestie betreffende haar ex-echtgenoot die in 2000 is overleden. Het pensioen had betrekking op een periode van 11 jaar waarin de ex-echtgenoot van klaagster in Duitsland werkzaam was.

Verweerder heeft in 2005 deze zaak van de voorgaande advocaat van klaagster overgenomen. Verweerder verleende de rechtsbijstand op basis van een toevoeging. Verweerder heeft de zaak overgedragen aan een Duitse advocaat. In 2008 heeft de Duitse advocaat voor het eerst met klaagster contact opgenomen. Op 22 januari 2009 heeft klaagster een Honorarvereinbarung (à € 1.500, -) ondertekend.

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht bestaat uit de navolgende onderdelen:

1.         Klaagster is geconfronteerd met een rekening van een door verweerder ingeschakelde Duitse advocaat, terwijl verweerder ter zake over een toevoeging beschikte en hij had toegezegd alle rekeningen van de Duitse advocaat te zullen betalen.

2.         Klaagster heeft diverse keren vergeefs getracht verweerder telefonisch te bereiken om uitleg te verkrijgen. Hij heeft haar ondanks toezeggingen niet teruggebeld.

 

3.2       Ter toelichting van de klacht is door klaagster het navolgende aangevoerd:

Verweerder heeft nooit tegen klaagster gezegd dat de kosten van de Duitse advocaat voor haar rekening zouden komen. De Duitse advocaat had klaagster meegedeeld dat hij de rekeningen naar verweerder zou sturen en dat deze door verweerder zouden worden betaald. Verweerder reageerde nergens op en was onbereikbaar voor klaagster en voor de Duitse advocaat. Toen verweerder de rekeningen van de Duitse advocaat niet voldeed, moest klaagster deze betalen. Omdat de Duitse advocaat niet verder ging als hij niet betaald werd, heeft klaagster uiteindelijk de Kostenvereinbarung getekend en de rekening dd. 29 januari 2009 à € 1.827,84  (honorarium en kosten) van de Duitse advocaat betaald.

 

4. Het verweer

 

4.1              Het standpunt van verweerder houdt in:

Verweerder heeft destijds een incompleet dossier ontvangen van de voorgaande advocaat, daardoor verliep de afhandeling moeizaam en liep deze vertraging op. Het lukte verweerder niet om de zaak binnen een redelijke termijn af te handelen, deels door het gemis aan stukken en deels door ziekte van verweerder.  Daarom heeft hij klaagster in overweging gegeven de zaak in handen te stellen van een Duitse advocaat. Vervolgens heeft verweerder de zaak overgedragen aan een advocaat te Aken. Bij de overdracht is de financiële positie van klaagster aangegeven, waarbij in Duitsland een beroep gedaan kon worden op de rechtsbijstand voor on- en minvermogenden. Verweerder was bij de afhandeling daarvan verder niet betrokken.

De Duitse advocaat heeft zelf contact gezocht met klaagster. Er moest immers een machtiging tot opdracht en een Kostenvereinbarung worden opgesteld. Dit betreft een kwestie tussen klaagster en de advocaat te Aken.

Verweerder is van oordeel dat een deel van de vertraging is toe te schrijven aan hemzelf.  

De kosten van de Duitse advocaat dienen evenwel niet voor rekening van verweerder te komen. Verweerder heeft op basis van een toevoeging gewerkt en heeft een bedrag van ca.€ 700,- ontvangen.

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1              Vast staat dat verweerder er niet in slaagde de zaak van klaagster af te handelen,

hetgeen zoals door verweerder wordt erkend, deels te wijten was aan verweerder zelf. Verweerder heeft klaagster vervolgens geadviseerd een Duitse advocaat in de arm te nemen. Verweerder was op de hoogte van de financiële situatie van klaagster. Hij verrichte zijn werkzaamheden immers op basis van een toevoeging. Of verweerder de financiële positie van klaagster met de Duitse advocaat heeft besproken is niet komen vast te staan, nu de stellingen van klaagster en verweerder hierover tegenstrijdig zijn. Aan verweerder valt wel te verwijten dat hij met klaagster de financiële consequenties van de inschakeling van de Duitse advocaat niet heeft besproken. Het had op de weg van verweerder gelegen klaagster hierover te informeren en met de Duitse advocaat hierover overleg te voeren. Door klaagster hierover volledig in het ongewisse te laten en zich zonder enig overleg met de Duitse advocaat uit de zaak terug te trekken heeft verweerder zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

 

5.2              Als niet weersproken staat vast dat verweerder gedurende een lange periode niet bereikbaar was voor klaagster. Een advocaat behoort in beginsel bereikbaar te zijn voor zijn (voormalige) cliënten. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij deze terugbelt, wanneer deze bij herhaling hebben getracht hem te bereiken. Verweerder heeft gedurende een lange periode nagelaten klaagster terug te bellen, hoewel door medewerkers van het kantoor aan klaagster werd toegezegd dat verweerder klaagster zou terugbellen. Verweerder heeft zich aldus niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

 

5.3              Op grond van het bovenstaande zal de klacht in beide onderdelen gegrond worden

verklaard.

 

5.4              Gelet op de ernst van de tuchtrechtelijke verwijtbare gedragingen en de vergaande gevolgen die deze voor klaagster met zich hebben meegebracht acht de raad de maatregel van berisping passend en geboden.

 

6. Beslissing

 

De raad verklaart de klacht in beide onderdelen gegrond en legt aan verweerder op de maatregel van berisping.

 

 

Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. I.E.M. Sutorius, A.L.W.G. Houtakkers J.D.E. van den Heuvel en R.F.L.M. van Dooren, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2010,

 

 

Griffier                                                            Voorzitter

 

 

 

Verzonden op: 16 maart 2010.

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.