Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-09-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1034

Zaaknummer

10-162U

Inhoudsindicatie

Dekenbezwaar; verweerder heeft een werkneemster van zijn kantoor aangerand. Hiervoor hij is in twee instanties door de strafrechter veroordeeld. Er is sprake van een zeer ernstig feit waardoor op grove wijze de norm uit artikel 46 Advocatenwet is geschonden en het vertrouwen in de advocatuur en in de eigen beroepsuitoefening van verweerder is geschaad. Maatregel: onvoorwaardelijke schording voor de duur van zes maanden.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

 RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 20 september 2010

in de zaak 10-162 U

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het op 16 mei 2010 binnengekomen dekenbezwaar van:

De deken der orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

tegen:

de heer mr.

v e r w e e r d e r

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 4 mei 2010, bij de raad binnengekomen op 16 mei 2010 heeft de deken van de orde van advocaten van het arrondissement Utrecht het bezwaar ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Het bezwaar is behandeld ter zitting van 19 juli 2010. De deken is wel, maar verweerder is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in 1.1 bedoelde brief van de deken aan de raad, van de stukken genummerd 1 t/m 21 in de bij die brief gevoegde inventarislijst.

2 Het bezwaar

2.1 Het bezwaar houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder op 18 februari 2005 een werkneemster van zijn kantoor, mevrouw Y., heeft aangerand.

2.2 Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerder volgens de deken de norm vastgelegd in artikel 46 Advocatenwet overschreden.

3 Feiten

Voor de beoordeling van het bezwaar kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is

  verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Mevrouw Y. is vanaf januari 2005 werkzaam geweest bij het kantoor van verweerder. Kort na haar indiensttreding heeft verweerder mevrouw Y. volgens haar aangerand, waarna zij haar dienstverband wegens dringende reden heeft beëindigd. De aanranding bestond volgens mevrouw Y. onder andere uit het over haar uitlaten als “Ik vind je zo bekoorlijk, beminnelijk en aantrekkelijk”, uit het diverse malen ongewenst langdurig en aaneengesloten aanraken, betasten en strelen op diverse lichaamsdelen en uit het betasten onder haar blouse en het langdurig woelen in haar haren. Verweerder is door de rechtbank Utrecht op 26 juni 2006 veroordeeld voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid. Op 15 juli 2009 heeft het hof Arnhem verweerder in hoger beroep veroordeeld. Tegen het arrest van het hof heeft verweerder beroep in cassatie ingesteld.

4 Beoordeling

Verweerder is door de rechtbank en het gerechtshof strafrechtelijk veroordeeld. Het strafbare feit is begaan op het kantoor van verweerder. Het slachtoffer was als student-stagiaire aangenomen op het kantoor van verweerder. Het strafbare handelen en de context dat dit tijdens werk op het advocatenkantoor is begaan, maakt dat verweerder naar het oordeel van de Raad op grove wijze de norm uit artikel 46 Advocatenwet heeft geschonden. Bovendien is het vertrouwen in de advocatuur en in de beroepsuitoefening van verweerder geschaad. Het bezwaar is gegrond.

5. Maatregel

Verweerder lijkt het onjuiste van zijn handelen niet in te zien. Verweerder heeft gemeend aangifte ter zake van smaad tegen mevrouw Y. te moeten doen. Uit het dossier en de daarin opgenomen gedeelten uit het strafdossier blijkt dat verweerder zijn handelen ten onrechte bagatelliseert. Verder verschijnt verweerder niet op de mondelinge behandeling van het bezwaar en vraagt evenmin om uitstel van die behandeling. Op grond van deze omstandigheden, de aard en ernst van de verweten gedraging wordt de maatregel van een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van zes maanden passend en geboden geoordeeld.

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart het dekenbezwaar gegrond;

- legt aan verweerder op de maatregel van schorsing in de uitoefening van de praktijk voor de duur van zes maanden, ingaande 14 dagen na het in kracht van gewijsde gaan van deze beslissing. De schorsing gaat echter niet eerder in dan na afloop van alle eventueel voorafgaande schorsingen en zal niet ten uitvoer worden gelegd gedurende de tijd dat verweerder niet op het tableau staat ingeschreven.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. J.M. van de Laar, H.B. de Regt,                B. Roodveldt, J.P.H. Smeets leden, bijgestaan door mr. J.G. Geertsma als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 20 september 2010.

voorzitter       griffier

 

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 20 september 2010 per aangetekende brief verzonden aan:

- verweerder

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan voor wat betreft de gegrond verklaarde klachtonderdelen hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- verweerder

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgende op de dag van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het hof van discipline:

a. Per post

 Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC 

  Prinsenbeek

b. Bezorging

  De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC  Prinsenbeek. Bezorging kan

  uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke

  kantooruren.

c. Per fax

  Het faxnummer van het hof van discipline is 076 548 4608. Tegelijkertijd met de

  indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden

  toegezonden aan de griffie van het hof.

d.  Telefonische informatie

  076 – 548 4607.