Rechtspraak
Uitspraakdatum
22-11-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2010:YA1313
Zaaknummer
R. 3398/10.28
Inhoudsindicatie
Advocaat heeft client abusievelijk niet geinformeerd over een zitting en is daar zonder de client naartoe geweest.
Uitspraak
PROCEDUREVERLOOP
1.1 Bij e-mailbericht van 14 juli 2009 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Middelburg.
Het dossier is door de Raad ontvangen op 15 februari 2010.
1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ten kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.
1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 25 oktober 2010. Ter zitting is verweerster verschenen. Klager heeft voor de zitting schriftelijk aangegeven niet bij de behandeling ter
zitting aanwezig te zullen zijn.
FEITEN
2.1 Verweerster heeft de belangen van klager in een familierechtelijke kwestie behartigd.
2.2 Op enig moment ontstonden er voor klager juridische problemen op het gebied van het strafrecht en bestuursrecht en heeft verweerster klager verwezen naar haar kantoorgenoot mr. S., aangezien hij zowel in bestuursrecht als in het strafrecht thuis was.
2.3 Mr. S. heeft op 1 september 2008 het kantoor van verweerster verlaten en heeft klager niet op de hoogte gesteld van zijn vertrek. Mr. S. had wel in zijn overdrachtsnotitie aan de opvolgend advocaat gevraagd hiervoor zorg te dragen.
2.4 Ver weerster heeft nagelaten klager te informeren over het vertrek van mr. S.
2.5 In de betreffende overdrachtsnotitie heeft mr. S. gesteld dat alle argumenten reeds zijn aangedragen en eigenlijk de rechtbank gewoon uitspraak moest doen.
2.6 Op 6 juli 2009 heeft er een zitting plaatsgevonden in de zaak van klager. Klager is hiervan niet op de hoogte gesteld.
2.7 Bij e-mailbericht van 7 juni 2009 heeft verweerster klager hierover geïnformeerd.
2.8 Verweerster heeft schriftelijk haar excuses aan klager aangeboden voor de gemaakte fouten.
2.9 Verweerster heeft zulks tijdens een bespreking op 22 juli 2010 nogmaals gedaan.
KLACHT
3. Klager verwijt verweerster dat hij niet is geïnformeerd over het feit dat zijn advocaat mr. S. de zaak had overgedragen aan de opvolgend advocaat van zijn kantoor. Voorts heeft verweerster nagelaten klager te informeren over het feit dat er een mondelinge behandeling ter zitting van zijn zaak zou plaatsvinden.
VERWEER
4. Verweerster heeft gesteld dat klager niet bewust heeft gekozen voor mr. S. in de betreffende kwesties maar dat zij haar kantoorgenoot toentertijd heeft aangedragen vanwege zijn specialisatie op de rechtsgebieden waarop klager rechtshulp zocht. Verweerster is van mening dat de gang van zaken waarover klager haar een verwijt maakt te wijten is aan een samenloop van omstandigheden, te weten een verkeerd opgeborgen dossier en een zeer late oproep van de rechtbank. Verweerster betreurt deze gang van zaken doch is van mening dat klager niet in zijn belang is geschaad.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
5. Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting is de Raad van oordeel dat de verwijten die zien op het niet informeren van klager over het vertrek van de advocaat die zijn zaken behandelde en het feit dat hij niet is geïnformeerd over een mondelinge behandeling ter zitting gegrond zijn. Hoewel de door verweerster geschetste omstandigheden de Raad begrijpelijk voorkomen doen deze niet af aan het feit dat een advocaat zijn cliënt naar behoren dient te informeren over de gang van zaken in zijn dossier. Dat is in casu niet geschied. De klacht is derhalve gegrond.
MAATREGEL
6. Gelet op de aard en de ernst van de begane overtreding en het feit dat verweerster de onjuistheid van haar handelen c.q. nalaten inziet, acht de Raad de maatregel van een enkele waarschuwing passend en geboden.
BESLISSING
7. De Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage:
- verklaart de klacht gegrond en legt terzake aan verweerster de maatregel van een enkele waarschuwing op.
Aldus gewezen door mr. G.J.W. van Oven, plaatsvervangend voorzitter, mr. P.O.M. van Boven-de Groot, mr. P.S. Kamminga, mr. P.C.M. van Schijndel en mr. G.J. Schipper, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 november 2010.
voorzitter griffier
_______________________________________________________________________________
Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.
U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.
Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren, na daartoe voorafgaand gemaakte afspraak.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.