Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-09-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1076

Zaaknummer

H 249 - 2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Overleggen van medische gegevens die de accountant reeds had verstrekt in een niet-openbare arbitrageprocedure niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door het op de derdengeldrekening gestorte bedrag naar een andere dan de overeengekomen rekening over te maken.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Verzet gegrond; klacht gedeeltelijk gegrond; enkele waarschuwing

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

 

H249-2009 Verzet

 

Raad van Discipline

In het ressort ’s-Hertogenbosch

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van:

 

de heer dr. X

klager,

gemachtigde:

de heer ir. Y

 

tegen

 

de heer mr. Z

verweerder,

 

−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−−

 

1.         Verloop van de verzetprocedure.

 

Bij brief d.d. 21 december 2009 heeft de gemachtigde van klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van 9 december 2009, welke beslissing aan klager, verweerder en de deken werd toegezonden op 15 december 2009.

 

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord ter openbare zitting van de raad van 5 juli 2010, waarvoor partijen werden opgeroepen bij brieven van de griffier van 21 mei 2010. Daarbij werd hen medegedeeld dat de stukken ter inzage zouden liggen ten kantore van de griffier tot 21 juni 2010. De deken werd van de mondelinge behandeling op de hoogte gesteld.

 

Bij de mondelinge behandeling is namens klager zijn echtgenote verschenen, vergezeld door de gemachtigde van klager, en verweerder verschenen. 

 

2.         De feiten

 

2.1.      Op 14 juli 2009 is tussen klager en de wederpartij van klager – voor wie verweerder als advocaat optrad - via beider advocaten overeengekomen dat ter aflossing van schulden van P aan de Q maandelijks € 8.000,= op de derdengeldrekening van het kantoor van verweerder zou worden gestort en vervolgens zou worden doorgestort naar de rekening van Q ter delging van een geldlening bij de R. 

 

2.2.            Het kantoor van verweerder ontving op 11 augustus 2009 op de derdengeldrekening een  storting van € 8.000,--, zonder nadere omschrijving dan wel verwijzing naar de afspraak d.d. 14 juli 2009. Verweerder heeft het bedrag na overleg met zijn cliënte doorgestort naar de S rekening van Q.

 

3.         De klacht

 

3.1.      De klacht bestaat uit de volgende onderdelen:

 

            1.         Verweerder heeft eigenmachtige betalingen van de derdengeldrekening verricht.

            2.         Verweerder heeft zonder toestemming of medeweten het geheim medisch dossier van patiënten aan derden bekend gemaakt.

 

4.         Beslissing van de voorzitter

 

4.1.      De voorzitter heeft klachtonderdeel 1 als kennelijk ongegrond afgewezen omdat naar zijn oordeel uit de overgelegde stukken niet is gebleken dat klager enig nadeel heeft  ondervonden van de door verweerder gemaakte vergissing zodat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

 

4.2.      De voorzitter heeft klachtonderdeel 2 als kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen  omdat klager op geen enkele wijze in zijn belang is getroffen door de bekendmaking  door verweerder van patiëntgegevens aan derden en het klachtrecht niet in het leven is  geroepen voor een ieder, doch slechts voor degenen die door een handelen of nalaten  van een advocaat in zijn belang is of kan worden getroffen.

 

5.         Het verzet

 

Het verzet houdt het volgende in:

Ad 1:

-          De overeenkomst van 14 juli 2009 is verkeerd geciteerd en uitgevoerd.

-          Verweerder heeft reeds na twee dagen het op de derdengeldrekening ontvangen bedrag doorgestort.

-          De fout is niet gemeld door verweerder, maar door klager ontdekt.

-          Het argument dat niet is gebleken dat klager schade heeft ondervonden is niet valide.

Ad 2:

-          Verweerder heeft wel degelijk de voorschriften overtreden door zonder toestemming van  de betrokken patiënten vertrouwelijke medische gegevens aan derden ter beschikking te  stellen.

 

6.         Beoordeling van het verzet

 

6.1.      Ad 1: Op basis van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht staat vast dat verweerder het op zijn derdengeldrekening gestorte bedrag ad € 8.000,-- naar een andere dan de overeengekomen rekening van Q heeft overgemaakt. De raad is van oordeel dat het enkele feit dat hierdoor aan de zijde van klager geen nadeel is ontstaan het tuchtrechtelijke verwijtbare karakter van deze handeling niet weg neemt. Het stond verweerder niet vrij om anders over het ontvangen bedrag te beschikken dan op de wijze zoals was overeengekomen op 14 juli 2009. De raad verklaart dit onderdeel van het verzet en daarmee dit onderdeel van de klacht dan ook alsnog gegrond.

 

6.2.      Ad 2: De raad acht klager wel ontvankelijk in dit onderdeel van zijn klacht en daarmee zijn verzet ten aanzien van dit punt gegrond.

Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht blijkt evenwel dat de handelwijze van verweerder beperkt is gebleven tot het overleggen van de medische gegevens die de accountant reeds had verstrekt in een niet-openbare arbitrageprocedure. Die handelwijze kan naar het oordeel van de raad niet als tuchtrechtelijk verwijtbaar worden gekenschetst. Dit onderdeel van de klacht is derhalve ongegrond.

 

6.3.      Ter zake het gegrond verklaarde onderdeel van de klacht acht de raad een enkele waarschuwing een passende sanctie.

 

7.         Beslissing

 

De raad verklaart het verzet gegrond en klachtonderdeel 1 gegrond en klachtonderdeel 2 ongegrond en legt ter zake aan verweerder op een enkele waarschuwing.

 

Aldus gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. drs. P.A.M. van Hoef, L.W.M. Caudri, Chr.M.J. Peeters, L.J.G. de Haas, leden,alsmede mr. Th.H.G. van de Langenberg, griffier, ter openbare zitting van de raad d.d. 6 september 2010.

 

 

mr. Th.H.G. van de Langenberg,                                             mr. W.E.A.Gimbrère-Straetmans,

griffier.                                                                        voorzitter.

 

 

Verzonden op: 7 september 2010.

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appèlmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.