Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-03-2010

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0523

Zaaknummer

5539

Inhoudsindicatie

Verweerster had een lijst, die in een procedure werd overgelegd, laten overtypen. Door de de verschillen tussen origineel en kopie zou zij valsheid in geschrifte hebben gepleegd.ongegrond

Uitspraak

 

         

15 maart 2010

No. 5539

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klagers,

en:

verweerster.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 6 juli 2009, onder nummer R.3206/09.38 aan partijen toegezonden op 6 juli 2009, waarbij het verzet van klagers tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline van 16 maart 2009 gegrond verklaard werd en waarbij de klacht van klagers tegen verweerster gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond werd verklaard zonder oplegging van een maatregel. 

 

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 21 juli 2009 ter griffie van het hof ontvangen. De memorie waarbij verweerster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen is op 27 juli 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

-  een schrijven van klagers aan het hof van 9 oktober 2009;

- een schrijven van klagers aan het hof 17 november 2009;

- een schrijven van klagers aan het hof 18 november 2009.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 18 januari 2010, waar zijn verschenen klager 2, vergezeld van zijn zuster, en verweerster, bijgestaan door haar kantoorgenoot.

3. De klacht

 De klacht houdt het volgende in:

klagers verwijten verweerster dat zij valsheid in geschrifte heeft gepleegd in overheidsdocumenten door als bijlage bij een beschikking van de gemeente R. een bijlage over te leggen die niet de bijlage van de Gemeente is, maar een door verweerster zelf opgemaakte bijlage. Verweerster heeft aldus gemeentelijke gegevens vervalst teneinde deze voor echt en onvervalst te gebruiken in de procedure die zij namens haar cliënte voert tegen de vennootschap van klagers om hiermee haar doeleinden te verwezenlijken. Klagers hebben ter ondersteuning van deze klacht verwezen naar een proces-verbaal van een getuigenverhoor van de heer V., ambtenaar bij de Gemeente R., op 30 juni 2008, waarin hij is gehoord over een transactielijst, die als bijlage is opgenomen bij een brief van 23 april 2007. De heer V. heeft verklaard dat de transactielijst niet “de door de Gemeente verstrekte transactielijst” is.

Dit was een door verweerster opgemaakte transactielijst. Klagers menen dat verweerster zich door zo te handelen niet heeft gedragen zoals een advocaat betaamt en de advocatuur heeft geschaad.

4. De feiten

4.1 Het volgende is komen vast te staan:

Verweerster trad op als advocaat van de wederpartij van een vennootschap van klagers in een geschil over een transactie met betrekking tot 19 onroerende zaken. Op 24 april 2007 vond in deze zaak de voortzetting van een kort geding plaats bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank R.. Op deze zitting heeft verweerster een lijst overgelegd, die zij had opgesteld aan de hand van de transactielijst die verweerster had ontvangen van de Gemeente R. na een verzoek op grond van de WOB. Blijkens de pleitnotities van verweerster heeft zij de lijst aldus gepresenteerd:

“Meer in het algemeen hecht L. (cliënte van verweerster, hof) ten aanzien van de reputatie van klagers eraan op te merken dat zij er recentelijk, dus na

 9 maart 2007, mee bekend is geworden dat R. (de vennootschap van klagers, hof), althans de klagers, is/zijn geplaatst op een zogenaamde A.-lijst, zijnde een “zwarte lijst” van huisjesmelkers, die door de Gemeente R. is opgesteld (productie 8)”.

 Vaststaat dat de overgelegde lijst niet de oorspronkelijke lijst was, die verweerster van de gemeente had ontvangen, maar de lijst die verweerster had samengesteld. De feitelijke gegevens die de lijst van verweerster bevatte stemmen overeen met die vermeld in de lijst van de gemeente, doch de lijst van de gemeente bevatte meer gegevens. Anders dan in de beslissing van de raad vermeld, is de lijst slechts in één procedure overgelegd, het genoemde kort geding.

4.2 Het hof gaat uit van deze feiten die in hoger beroep niet zijn bestreden.

5. De grieven

5.1 De grief van klagers

 Klagers stellen, zakelijk weergegeven, dat de raad ten onrechte heeft geoordeeld dat verweerster zich niet heeft schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte, zodat de klacht op dit onderdeel ten onrechte ongegrond is verklaard. Klagers stellen voorts dat de raad voor wat betreft het gegrond verklaarde deel van de klacht ten onrechte aan verweerster geen maatregel heeft opgelegd.

5.2 De grief van verweerster

Verweerster stelt, zakelijk weergegeven, dat de raad ten onrechte heeft geoordeeld dat zij zodanig onzorgvuldig heeft gehandeld dat dit als klachtwaardig moet worden beschouwd, zodat de klacht ten onrechte in zoverre gegrond is verklaard.

6. Beoordeling

6.1  De grieven van klagers en verweerster lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Verweerster heeft erkend dat zij er – achteraf gezien – beter aan had gedaan uitdrukkelijk te vermelden dat de door haar ter zitting gepresenteerde transactielijst door haar was samengesteld op basis van de door de Gemeente R. verstrekte lijst. Het hof onderschrijft dat oordeel. Het hof acht aannemelijk dat verweerster de lijst slechts heeft opgesteld om de leesbaarheid en de duidelijkheid van de gegevens voor de rechter te vergroten. De lijst bevat geen feitelijke gegevens die afwijken van de lijst van de gemeente. Het hof verenigt zich dan ook met het oordeel van de raad dat er geen sprake is van valsheid in geschrifte. De grief van klagers wordt verworpen. De raad heeft voorts terecht overwogen dat aan de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt en dat deze vrijheid niet ten gunste van een tegenpartij mag worden beknot, tenzij daarbij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad.

Het hof is van oordeel dat verweerster de belangen van klagers niet nodeloos heeft geschaad. Het hof begrijpt dat klagers onaangenaam getroffen waren door de presentatie van de “zwarte lijst”, maar de daarin vermelde gegevens waren conform de door de Gemeente R. aangeleverde gegevens. Niet is gebleken dat de belangen van klagers op enige wijze zijn geschaad doordat niet de volledige lijst van de gemeente is overgelegd. De cliënte van verweerster had belang bij het presenteren van de transactiegegevens aan de rechter. Verweerster heeft de grenzen van de vrijheid die haar toekwam niet overschreden. Hoewel verweerster er beter aan had gedaan om bij het produceren van de transactielijst te vermelden dat die lijst door haar zelf was opgesteld op basis van de lijst die zij van de Gemeente had gekregen, maar inhoudelijk niet afweek van die gemeentelijke lijst, acht het hof verweersters handelen niet zodanig onzorgvuldig dat er sprake zou zijn van klachtwaardig handelen. De grief van verweerster is derhalve gegrond. De beslissing van de raad zal worden vernietigd, zodat het hof niet toekomt aan de bespreking van de grief van klagers omtrent het achterwege laten door de raad van een maatregel. Het hof merkt daarover ten behoeve van klagers wel op dat ingevolge de Advocatenwet geen hoger beroep openstaat tegen de beslissing van de raad voor wat betreft het gegrond verklaarde deel van de klacht en de maatregel.

6. De beslissing

 Het hof:

 - vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s Gravenhage van 6 juli 2009 voor zover daarbij de klacht gegrond werd verklaard,

 en in zoverre opnieuw rechtdoende:

 - verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, P. Heidinga, H. van Loo en E. Schutte, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2010.