Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-04-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0602

Zaaknummer

H 157-2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Dat gedragingen van de advocaat van de wederpartij niet aangenaam zijn betekent niet dat deze nodeloos kwetsend of ontoelaatbaar schadelijk zijn.

klacht ongegrond

Uitspraak

 

 H 157 - 2009

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

klager

 

tegen

 

verweerster

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 15 juli 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de door klager op 27 maart 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

- brief dd. 5 februari 2010 van verweerster

 

1.3       De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 22 februari 2010.

Verschenen zijn:  klager en verweerster.

 

2. De feiten

 

Het volgende is komen vast te staan:

 

2.1       Verweerster heeft klager bijgestaan in een civiele zaak en geadviseerd in een zaak betreffende de broer van klager. Verweerster heeft in de civiele zaak op 13 april 2007 een declaratie ad € 676,74 aan klager toegezonden en in de advieszaak op 17 april 2007 een declaratie ad € 1.803,75 en op 18 juli 2007 een declaratie ad € 1.400,15. De declaraties dd. 13 en april 2007 zijn door klager voldaan. De declaratie dd. 18 juli 2007 is niet voldaan

 

2.2.            Verweerster heeft de broer van klager in diens strafzaak bijgestaan op basis van een

toevoeging.

 

2.3.            Verweerster is tot 1 juli 2007 verbonden geweest aan haar voormalige kantoor te

X. De declaraties dd. 17 april 2007 en 18 juli 2008 zijn in juli 2007 na het vertrek van verweerster door haar voormalige kantoor op verzoek van de broer van klager op naam van de broer van klager gesteld.

 

3. De klacht

 

3.1       De klacht bestaat uit de volgende onderdelen:

 

1.         Verweerster heeft in haar declaratie van 13 april 2007 frauduleus gedeclareerd. Verweerster heeft werkzaamheden gedeclareerd die zij niet heeft uitgevoerd. Omdat verweerster niets gepresteerd heeft, heeft zij ook ten onrechte gedeclareerd.

2.         Verweerster heeft de facturen van 17 april 2007 en 18 juli 2007 ten onrechte niet aan klager gecrediteerd.

 

4. Het verweer

 

4.1       De datum van het intakegesprek in de zaak van klager tegen Y.  is abusievelijk onjuist vermeld in de specificatie bij de declaratie dd. 13 april 2007. Dit gesprek heeft plaatsgevonden op 01-02-2007 en niet op 02-01-2007. De cijfers zijn per abuis verwisseld.

Het gesprek op 1 februari 2007 had betrekking op zowel de civiele zaak tegen Y. als de advieszaak (in een civiele en een strafrechtelijke kwestie) betreffende de broer van klager. Tijdens het gesprek op 1 februari 2007 stelde klager eerst de civiele kwestie betreffende Y. aan de orde. Na ongeveer een uur stelde klager de zaak van zijn broer aan de orde en vroeg verweerster in die zaak om advies. Verweerster heeft de zaak van de broer van klager uitvoerig met klager besproken. Hierna hebben verweerster en klager nog afsluitend gesproken over de aanpak in de kwestie Y. De bespreking op 1 februari 2007 heeft in totaal drie uur geduurd, van 9.00-12.00 uur,. Verweerster heeft ter zake op 13 april 2007 inzake klager/Y. twee besprekingen dd. 01-02-10 en op 17 april 2007 inzake klager/advies één bespreking dd. 01-02-10 in rekening gebracht. Er is derhalve geen sprake van frauduleus declareren.

 

4.2.            In de advieszaak betreffende de broer van klager heeft verweerster in de civiele

kwestie in overleg met klager advies ingewonnen bij een in het civiele recht gespecialiseerde collega. Verweerster heeft deze collega samen met klager bezocht. Deze werkzaamheden zijn in opdracht en voor rekening van klager verricht.

 

4.3.            De verdediging in de strafzaak van de broer van klager geschiedde op kosten van de

overheid.

 

4.4.            Nadat verweerster haar voormalige kantoor had verlaten (per 1 juli 2007) heeft de

broer van klager aan de afdeling boekhouding van dat kantoor verzocht om de facturen in de advieszaak op zijn naam te stellen. Het voormalig kantoor van verweerster heeft klaarblijkelijk aan dit verzoek voldaan en de facturen op naam van de broer van klager gesteld. De factuurnummers bleven hetzelfde. Er is niet twee maal gefactureerd voor hetzelfde werk; er is ook niet twee maal betaald. Verweerster kon klager niet crediteren omdat klager de opdrachtgever en derhalve de debiteur van het voormalige kantoor van verweerster was.

 

 

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1              Klager stelt dat verweerster ten onrechte heeft gedeclareerd omdat zij niets heeft

gepresteerd. De tuchtrechter heeft niet de bevoegdheid declaratiegeschillen te beslechten, doch waakt slechts tegen excessief declareren. Hiervan is in deze niet gebleken.

 

5.2.      Verweerster heeft ter zitting verklaard dat de bespreking in de zaak tegen Y. op 1 februari 2007 heeft plaatsgevonden en dat die  bespreking onderbroken is voor een bespreking over de zaak van de broer van klager. Verweerster stelt dat zij daarom in de zaak Y. twee besprekingen op 1 februari 2007 in rekening heeft gebracht en één bespreking in de advieszaak. De raad overweegt dat die toedracht hoewel  niet zeer aannemelijk , niet ondenkbaar is. Aldus is niet komen vast te staan dat verweerster frauduleus heeft gehandeld.

 

5.3.      Klager heeft verweerster om advies gevraagd betreffende de zaak van zijn broer. Verweerster heeft in overleg met klager advies gevraagd aan een civielrechtelijk gespecialiseerde advocaat en deze samen met klager bezocht. Klager heeft de eerste rekening in de advieszaak betreffende de zaak van zijn broer dd. 17 april 2007 ook voldaan. Verweerster mocht klager dan ook als opdrachtgever en debiteur beschouwen en heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat zij klager niet kon crediteren.

Gebleken is dat het voormalige kantoor van verweerster, na het vertrek van verweerster, de facturen in de advieszaak betreffende de broer van klager op diens verzoek op naam van de broer van klager heeft gesteld. Hoewel het op de weg van verweerster had gelegen, om, nadat zij hiervan kennis had gekregen, haar voormalig kantoor er op te wijzen dat klager als debiteur diende te worden beschouwd en dat de facturen ten onrechte aan de broer van klager waren verzonden, valt verweerster hiervan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken

 

 

6. Beslissing

 

De raad wijst de klacht in beide onderdelen als ongegrond af.

 

 

Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, mrs. L.R.G.M. Spronken, R.F.L.M. van Dooren, J.F.E. Kikken en J.J.M. Goumans, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans – van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2010.

 

 

 

Griffier                                                            voorzitter

 

 

Verzonden op: 13 april 2010.

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.