Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

30-08-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1055

Zaaknummer

M 23 - 2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

De wet vereist een op de gewraakte rechter, dan wel gewraakte rechters gerichte motivering, gegrond op concrete feiten en omstandigheden (artikel 47 lid 2 advocatenwet jo. Artikel 513 lid 2 WvSv. Deze motivering ontbreekt. De grieven zijn gericht tegen de wijze van procesvoering van de raad als geheel en door de voorzitter in het bijzonder. De raad als geheel kan niet worden gewraakt. De voorzitter die de door klagers bestreden beslissingen heeft genomen maakte geen deel uit van de zittende kamer. Geen sprake van wraking in de zin van de wet van de raad in de samenstelling die de klacht behandelt en beoordeelt.

Inhoudsindicatie

Een advocaat mag zijn opdracht niet op een ongelegen moment neerleggen. Hij dient daarbij zorgvuldig te werk te gaan om de belangen van zijn cliënt niet te schaden.

Uitspraak

 

M 23 – 2009

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van  

 

1.

2.

3.

verder : klagers,

 

tegen

 

verder : verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

 

1.1       Bij brief van 5 februari 2009 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Roermond de door klagers op 10 juni 2008 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2       De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 juni 2010.

Verweerder heeft de raad bij brief dd. 11 mei 2010 bericht wegens vakantie niet in staat te zijn om ter zitting te verschijnen.

Ter zitting is klager sub 1 in persoon verschenen, mede als schriftelijk gemachtigde namens klagers sub 2 en 3.

 

2. Vaststelling van de feiten.

 

2.1.      Klager sub 1 heeft zich op 5 september 2007 gewend tot verweerder in verband met het al dan niet instellen van cassatie tegen het arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch dd. 26 juni 2007. Verweerder heeft daarvoor eerst de Landsadvocaat en via deze een andere advocaat te Den Haag benaderd. Deze heeft op 26 september 2007 een negatief cassatieadvies uitgebracht, dat verweerder op 3 oktober 2007 heeft doorgezonden aan klagers.

Klagers hadden zich voorts tot verweerder gewend in verband met een door de voormalige advocaat van klagers bij de kantonrechter te Roermond aangespannen incassoprocedure voor pro resto € 608,62.

 

2.2.      Verweerder heeft zich bij brief dd. 27 november 2007 gewend tot de Kantonrechter. Verweerder schreef hierin het volgende:

“In opgemelde kwestie staat de zaak thans voor 28 november a.s. voor het dezerzijds indienen van de conclusie van antwoord. Hierbij deel ik u echter mede dat ik mij onttrek als gemachtigde, daar ik niet in goede gemoede als advocaat de gewenste procesbelangen alsmede de gewenste resultaten van cliënt kan behartigen.

 

Ik ga er van uit dat u de heer ……… een termijn zult gunnen om de conclusie van antwoord dan wel eis in reconventie op een later tijdstip in te dienen. ……………”

 

Verweerder heeft bij brief dd. 27 november 2007 aan klagers bericht zijn werkzaamheden te beëindigen.

 

3. Inhoud van de klacht.

 

1.         het samenwerkingsverband waarin verweerder werkzaam is bedient zich van oplichtingspraktijken;

2.         verweerder heeft zich het aangereikte dossier niet eigengemaakt. Hij kende het dossier niet.

3.         verweerder heeft zich een dag na het uitschrijven van de facturen uit alle zaken teruggetrokken.

 

4. Verweer.

 

Klagers hebben vanwege de omzetting van het administratieve systeem van het kantoor van verweerder diverse facturen en creditnota’s ontvangen. Eén verzonden factuur was onjuist. Het kantoor wilde deze fout aan klagers toelichten, maar vond hiervoor geen gehoor. Verweerder was na bestudering van de dossiers tot de conclusie gekomen dat procedures een geringe kans van slagen zouden hebben. Toen verweerder klagers geadviseerd had over de geringe haalbaarheid van hun zaken ontstond een onwerkbare situatie. Verweerder heeft zich daarom op 27 november 2007 teruggetrokken. De Kantonrechter heeft ingestemd met de verlenging van de termijn voor indiening. Klagers dragen geen enkel bewijs aan voor de gestelde “poging tot oplichting” en “veelschrijverij”.

 

5. Beoordeling van de klacht..

 

5.1.      Klagers hebben, bij monde van hun gemachtigde, de heer X., op de zitting van de raad van 28 juni 2010 - waarop naast de onderhavige klacht nog een zestal door hen geformuleerde klachten werden behandeld - ter toelichting op hun klacht een door hen als "aanbiedingsbrief" aangeduide pleitnota voorgedragen en overgelegd.

Bij deze pleitnota was nog een aantal andere pleitnota's gevoegd. Deze zijn niet voorgedragen en daarom kan de raad deze niet tot de processtukken rekenen en met de inhoud daarvan geen rekening houden.

 

5.2.      De inhoud van de voorgedragen pleitnota komt in de kern neer op een protest tegen de procedurele gang van zaken, in het bijzonder tegen het feit, dat de voorzitter van de raad de klachten die klagers tegen verschillende dekens hebben geformuleerd naar andere dekens heeft verwezen.

De raad dient dit protest te passeren nu de gevolgde gang van zaken in artikel 46c lid 4 van de Advocatenwet, is voorgeschreven.

 

5.3.      Klagers hebben betoogd het initiatief met betrekking tot de verdere behandeling van de klachten over te nemen.

Aan dit onderdeel van het betoog van klager kan de raad geen gevolgen verbinden

 

5.4.      Klagers hebben "de zittende kamer van de Raad van Discipline ressort Den Bosch" verzocht bij een eerstvolgende zitting, die niet later dan een maand na 28 juni 2010 gepland zou mogen worden omdat het voor klagers een "urgente zaak betreft", zowel klagers als Mr. Y. als Mr Z., "uit te nodigen zich te verdedigen".

Klagers miskennen daarmee, dat hun klachten tegen deze twee verweerders geagendeerd waren en behandeld zijn op de zitting van de raad van 28 juni 2010. Klagers gemachtigde heeft deze zitting voortijdig verlaten, zodat de behandeling buiten zijn aanwezigheid verder is gegaan.

 

5.5.      De uitgesproken pleitnota bevat de navolgende tekst:

"En om de regie in deze nu niet uit handen te geven, - het getoonde repressief gedrag is de oorzaak en nu noodzaak tot handelen, spreekt ondergetekende nu uit, de Leden van uw zittende Kamer van Raad van Discipline nu te wraken.

Om aan het partijdig gedrag tot nu getoond in de zaken in overgelegde pleitnota’s nu opnieuw aan de orde te stellen , en daarmee nu voorgoed een streep onder het verleden van repressiviteit in de rechtspleging te kunnen zetten.”

De raad kan hierin geen geldig wrakingsverzoek zien. De wet vereist een op de gewraakte rechter, dan wel gewraakte rechters gerichte motivering, gegrond op concrete feiten en omstandigheden, (artikel 47 lid twee Advocatenwet jo. Artikel 513 lid 2, Wetboek van Strafvordering). Deze motivering ontbreekt. Klagers uiten grieven tegen de wijze van procesvoering door de raad als geheel en door de voorzitter in het bijzonder. De raad als geheel kan niet worden gewraakt; de voorzitter van de raad, die de door klagers bestreden verwijzingsbeslissingen heeft genomen maakt geen deel uit van de op 28 juni 2010 zittende kamer.

Er is dus geen wraking in de zin van de wet van de raad in de samenstelling, die de onderhavige klacht behandelt en beoordeelt.

 

5.6.      Voor zover een onderdeel van de klacht bedoeld wordt te zijn gericht tegen de hoogte van de facturen - klagers stellen slechts dat door verweerder een gepeperde rekening is verstuurd - stelt de raad voorop dat de tuchtrechter niet de bevoegdheid heeft declaratiegeschillen te beslechten, doch slechts waakt tegen excessief declareren. Door klagers is onvoldoende toegelicht dat en op grond waarvan door verweerder excessief gedeclareerd zou zijn. Door klagers zijn geen concrete feiten gesteld waaruit blijkt dat sprake is van de door klagers gestelde oplichtingspraktijken van het kantoor van verweerder.

 

5.7.      Niet gebleken is dat verweerder zich de dossier onvoldoende zou hebben eigen

gemaakt. Klagers hebben onvoldoende toegelicht waaruit dit zou blijken. Verweerder heeft gesteld de dossiers te hebben bestudeerd, maar tot de conclusie te zijn gekomen dat eventuele procedures weinig kans van slagen hadden. Dat verweerder en klagers het niet met elkaar eens waren over de haalbaarheid van de door klagers aan hem voorgelegde zaken betekent nog niet dat verweerder zich de dossier onvoldoende eigen had gemaakt. Het staat een advocaat vrij om negatief te adviseren indien hij er van overtuigd is dat een gerechtelijke procedure weinig kans van slagen heeft.

 

5.8.      Voor zover de klacht betrekking heeft op het ontijdig terugtrekken door verweerder

stelt de raad voorop dat het een advocaat vrij staat een zaak die hij in behandeling heeft neer te leggen wanneer hij van oordeel is dat de vertrouwensrelatie is verbroken. Het bestaan van wederzijds vertrouwen tussen een advocaat en een cliënt is immers essentieel voor een behoorlijke beroepsuitoefening. De advocaat mag evenwel niet op een ongelegen moment zijn opdracht neerleggen. Hij zal alsdan zorgvuldig te werk moeten gaan om de belangen van zijn cliënt niet te schaden.

Verweerder heeft zich een dag voordat de conclusie van antwoord genomen diende te worden gewend tot de kantonrechter stellende dat hij er van uitging dat deze aan klagers een nadere termijn zou gunnen voor het nemen van de conclusie van antwoord dan wel het indienen van een eis in reconventie. Zonder zich er van te vergewissen of dit uitstel daadwerkelijk werd verleend, heeft verweerder gelijktijdig aan klagers bericht zich als advocaat uit de zaak terug te trekken. Verweerder heeft zich aldus ontijdig uit de zaak van klagers teruggetrokken, zonder zich ervan te vergewissen of klagers hierdoor niet in hun belangen zouden worden benadeeld. Hiervan valt verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

 

5.9.      Op grond van het bovenstaande zal de raad de eerste twee onderdelen van de klacht als ongegrond afwijzen en het derde onderdeel van de klacht gegrond verklaren. De raad acht de hierna op te leggen maatregel passend en geboden.

 

 

6. Beslissing

 

De raad wijst de onderdelen 1 en 2 van de klacht als ongegrond af en verklaart het derde onderdeel van de klacht gegrond en legt ter zake aan verweerder op de maatregel van enkele waarschuwing.

 

Aldus gegeven door mr. J.P.M. van der Ham, voorzitter en mrs. R.F.L.M. van Dooren, H.C.M. Schaeken, E.P.C.M. Teeuwen en J.F.E. Kikken, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 augustus 2010.

 

 

Griffier                                                                        Voorzitter

 

 

Verzonden op: 31 augustus 2010

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.