Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

08-03-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0597

Zaaknummer

09-99

Inhoudsindicatie

Advocaat treedt op voor de BV tegen (middelijk) aandeelhouder van 50 procent van de aandelen van die BV die het daarmee oneens is. Geen tegenstrijdig belang in de zin van gedragsregel 7. Door zo op te treden treedt verweerder niet tevens op (en dus tegelijk) tegen die aandeelhouder.

Uitspraak

09-99

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief d.d. 26 november 2009 heeft mr. R.J.A. Dil, deken van de orde van advocaten in het arrondissement Arnhem, ter kennis van de raad gebracht de klacht van:

 [ ]B.V.,

 gevestigd te X,

 hierna te noemen klaagster,

 tegen:

 verweerder

 

1. De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 15 februari 2010, waar namens klaagster haar advocaat mr. M. is verschenen. Tevens is verschenen verweerder, bijgestaan door zijn kantoorgenoot mr. V.

De raad heeft bij de behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, en mrs. J.R.O. Dantuma, G.E.J. Kornet, P.R.M. Noppen en R.R.J.A. Olie-Hallmans, leden van de raad, en is bijgestaan door mr M.Y.A. Verhoeven als griffier.

2. Voor een goed begrip van de klacht diene het volgende.

Klaagster is houdster van 50% van het aandelenkapitaal van T[ ] B.V.. De andere 50% wordt al dan niet middellijk gehouden door de heer [A].

[A] Beheer is enig bestuurder van T[ ] B.V.

Tussen klaagster en de heer [A] respectievelijk [A] Beheer zijn geschillen ontstaan.

Verweerder treedt op verzoek van [A] Beheer op als advocaat van T[ ] B.V.. Hij heeft bij brief d.d. 21 oktober 2009 aan klaagster het volgende geschreven:

"Middels de notariële akte van 21 april 2006 heeft u aandelen in cliënte gekregen. De koopprijs voor de aandelen is voldaan middels het overnemen van 50% van een op dat moment ten laste van de verkoper ten bate van cliënte bestaande rekening-courantschuld. Cliënte heeft deze rekening-courantverhouding middels de brief zijdens haar juridisch adviseur d.d. 24 juni 2009 beëindigd en het uitstaande bedrag opgeëist. Tot op heden bent u niet tot betaling van het verschuldigde bedrag overgegaan." In het vervolg van deze brief sommeert verweerder klaagster dan om binnen vijf dagen het openstaande bedrag van € 8.896,50 exclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten op de derdenrekening van zijn kantoor te voldoen.

Mr. [M] heeft daarop bij brief d.d. 23 oktober 2009 namens klaagster aan verweerder kenbaar gemaakt dat klaagster, omdat T[ ] B.V. voor 50% door haar wordt gehouden, er niet mee instemt dat verweerder voor T[ ] B.V. tegen haar optreedt, en verlangd dat verweerder ogenblikkelijk zijn werkzaamheden voor T[ ] B.V. zou beëindigen en zulks zou bevestigen.

Verweerder heeft bij brief d.d. 27 oktober 2009 aan mr. [M] toegelicht dat hij niet zag dat hier sprake zou zijn van het behartigen van tegenstrijdige belangen omdat hij opdracht had gekregen van de enig statutair bestuurder van T[ ] B.V. - die bij het geven van die opdracht de vennootschap rechtsgeldig kon vertegenwoordigen - en daarom enkel handelde als advocaat van deze vennootschap. Klaagsters hoedanigheid van aandeelhouder laat volgens verweerder onverlet dat hij namens T[ ] B.V. tegen klaagster kan optreden.

Bij brief d.d. 28 oktober 2009 heeft mr. [M] namens klaagster de deken om interventie verzocht om te bewerkstelligen dat verweerder zich alsnog zou onttrekken.

De deken heeft bij brief d.d. 5 november 2009 laten weten dat het feit dat klaagster 50% van de aandelen in T[ ] B.V. houdt voor hem geen reden is om te oordeelen dat sprake is van een inbreuk op regel 7 van de Gedragsregels.

Bij fax van diezelfde datum aan de deken heeft mr. [M] erop gewezen dat de statuten van T[ ] uitdrukkelijk bepalen dat terzake van het voeren van rechtsgedingen - die verweerder had aangekondigd - een aandeelhoudersbesluit nodig is, welk besluit er niet is omdat klaagster daarmee niet instemt. Daarmee staat zijns inziens vast dat er een dispuut bestaat tussen de aandeelhouders te weten klaagster enerzijds en de heer [A] anderzijds waarbij heeft te gelden dat waar de andere aandeelhouder [A] ook bestuurder is verweerder probeert diens positie te verstevigen door tegen klaagster actie te ondernemen. Mocht de deken zijn visie niet willen herzien verzoekt mr. [M] de kwestie als klacht aan te merken.

3. De deken heeft zijn mening niet herzien en de klacht in zijn aanbiedingsbrief als volgt verwoord.

´Het staat verweerder niet vrij om voor T[ ] B.V. op te treden omdat:

- klaagster 50% van de aandelen houdt in T[ ] B.V. en hij zich er als medeaandeelhouder niet mee kan verenigen dat verweerder voor die vennootschap optreedt;

- verweerder namens T[ ] B.V. rechtsgedingen heeft aangekondigd terwijl het daarvoor benodigde aandeelhoudersbesluit ontbreekt;

- verweerder niet alleen optreedt voor T[ ] Connections B.V. maar ook voor de heer [A] en de laatste zowel als bestuurder van T[ ] B.V. als als medeaandeelhouder zijn positie ten koste van klager tracht te verstevigen;

- er aldus sprake is van een tegenstrijdig belang nu verweerder zowel de belangen van T[ ] als die van [A] behartigt.´

4. Verweerder meent dat géén sprake is van een tegenstrijdig belang in de zin van Gedragsregel 7. Hij treedt op als advocaat van T [ ] B.V.en heeft zijn opdracht gekregen van de heer [A] die daarbij optrad als bevoegd bestuurder van T[ ] B.V. Hij treedt niet op als advocaat van de heer [A].

Wanneer klaagster zou menen dat T [ ] in strijd handelt met de statuten, dan is dat volgens verweerder geen zaak voor de tuchtrechter maar voor de civiele rechter.

5. De raad beoordeelt de klacht als volgt.

Verweerder treedt op voor de vennootschap T[ ] B.V., en niet voor [A] of  [A] Beheer B.V. Deze laatste is weliswaar bestuurder van T [ ] B.V. maar het is T [ ] B.V. die verweerders hulp heeft ingeroepen.  Verweerder behartigt aldus de belangen van laatsgenoemde vennootschap. In die rol staat het hem vrij om tegen klaagster op te treden. Dat wordt niet anders nu verweerder zijn opdracht van [A] Beheer B.V., de daartoe bevoegde bestuurder van T [ ] B.V. en de facto van [A] hebben gekregen.

Het is een misverstand om te denken dat, omdat klaagster houdster is van 50% van het aandelenkapitaal van T[ ] B.V., sprake is van tegenstrijdig belang. Verweerder treedt als advocaat van T [ ] B.V. niet óók voor klaagster op.

Bovendien is procederen nog niet aan de orde. Verweerder heeft wel rechtsmaatregelen aangekondigd maar daarmee is nog niet gezegd dat die ook daadwerkelijk zullen (kunnen) volgen en (in het licht van het bovenstaande) evenmin dat de keuze om daartoe over te gaan alsdan op gespannen voet zal staan met regel 7 van de Gedragsregels.

De klacht zal dan ook als ongegrond dienen te worden afgewezen.

 

De beslissing van de raad luidt als volgt:

De klacht van klaagster tegen verweerder is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 8 maart 2010 in tegenwoordigheid van de griffier.

griffier     voorzitter