Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-07-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0950
Zaaknummer
M8-2010
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Verwijzen naar het feit dat een confrère stagiaire is kleinerend en allesbehalve welwillend.
Inhoudsindicatie
Nadat uitspraak is gedaan is het een advocaat niet geoorloofd zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden. Dit is niet anders indien het een verzoek om zuivering van verstek betreft.
Inhoudsindicatie
klacht gegrond; enkele waarschuwing
Inhoudsindicatie
Uitspraak
M 8 - 2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van
klager
tegen
verweerder
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 18 januari 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klager op 10 augustus 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.
1.2. De raad heeft kennisgenomen van het navolgende:
- brief dd. 31 januari 2010, met bijlagen, van verweerder.
1.3 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 14 juni 2010.
Klager is ter zitting verschenen. Verweerder heeft de raad per fax dd. 14 juni 2010 bericht dat het voor hem vanwege fysieke beperkingen niet mogelijk was om ter zitting aanwezig te zijn.
2. De feiten
2.1 Het volgende is komen vast te staan:
De cliënten van klager en verweerder zijn verwikkeld in een jarenlang durende afhandeling van een nalatenschap. De cliënten van klager zijn en worden in de bodemprocedure bijgestaan door mr. X. Klager heeft zijn cliënten bijgestaan in een kort geding procedure medio 2009over deze kwestie.
Verweerder heeft in zijn fax dd. 24 juni 2009 onder meer het volgende aan klager geschreven:
“Mede ten behoeve van Y zal ik in reconventie schorsing van de tenuitvoerlegging en zekerheidstelling vorderen zodat ook zij niet meer door u en de notaris worden lastig gevallen”
Verweerder heeft in zijn fax dd. 10 juli 2009 onder meer het volgende aan klager geschreven:
“U begrijpt kennelijk niet waarom de in mijn brief beschreven handelwijze klachtwaardig is. Voor vragen over de inhoud en betekenis van de Gedragsregels e.d. is echter uw patroon de aangewezen patroon. Ik ben daar niet voor.
Van het in uw brief van 26 juni 2009 aangekondigde voornemen dat u mij gaat bellen en mij zult blijven bellen, ben ik niet gediend.”
3. De klacht
3.1 De klacht luidt als volgt:
- Verweerder streefde niet naar een onderlinge verhouding van welwillendheid en vertrouwen, zoals die tussen advocaten gebruikelijk is;
- Verweerder heeft gegevens verstrekt waarvan hij wist, althans behoorde te weten, dat deze onjuist zijn.
3.2 Ter toelichting van de klacht is door klager het navolgende aangevoerd:
3.2.1 De cliënten van klager hebben de cliënte van verweerder medio 2009 in kort geding gedagvaard omdat de cliënte van verweerder de uitvoering van een vonnis van de rechtbank belemmerde.
Verweerder heeft telkens gedreigd een klacht tegen klager in te zullen dienen. Verweerder weigerde deze dreigementen met klager te bespreken en mondeling met klager te
communiceren.
Verweerder heeft zich in zijn fax dd. 10 juli 2009 nodeloos grievend jegens klager uitgelaten.
3.2.2. Verweerder heeft zich per fax dd. 31 juli 2009 zonder toestemming van klager tot de voorzieningenrechter gewend, nadat deze uitspraak had gedaan.
3.2.3. Verweerder heeft in zijn fax dd. 24 juni 2009 aan klager de suggestie gewekt mede namens Y als advocaat op te treden, terwijl hij wist dat dit niet zo was.
4. Het verweer
4.1 Verweerder betwist te hebben getracht klager te intimideren en zich grievend jegens hem te hebben uitgelaten. De brieven dd. 24 juni 2009 en 10 juli 2009 waren zakelijk en duidelijk en bevatten slechts een aanzegging van toegestane rechtsmiddelen. Verweerder was niet verplicht om mondeling te communiceren. Verweerder gaf de voorkeur aan schriftelijk communicatie omdat zijn woorden in het verleden vaak zijn verdraaid.
4.2. Verweerder betwist onjuiste informatie te hebben verstrekt. Het faxbericht van 31 juli 2009 aan de rechtbank betrof een zuivering van verstek. Dit faxbericht was gelet op het Procesregelement niet onoorbaar, wat ook blijkt uit het feit dat de rechtbank hierop gewoon heeft geantwoord.
Verweerder wist dat Y door een eigen advocaat werd bijgestaan. Verweerder heeft niet de suggestie gewekt mede namens deze op te treden. Hij heeft slechts aangegeven dat de vordering in reconventie mede ten voordele van Y zou strekken.
5. Beoordeling van de klacht
5.1 Verweerder heeft zich in zijn fax dd. 10 juli 2009 niet welwillend jegens klager opgesteld. Het is jegens een confrère onwelwillend om geen antwoord te geven op diens vraag, waarin het onbetamelijke van zijn handelwijze was gelegen. Het is bovendien kleinerend, en dus allesbehalve welwillend, daarbij ook nog eens te verwijzen naar het feit dat hij stagiaire is. Ook een weigering om mondeling met de advocaat van de wederpartij te communiceren duidt niet op de welwillendheid die tussen advocaten verwacht mag worden.
In het eerste onderdeel is de klacht dus gegrond.
5.2. Verweerder heeft zich niet voorgedaan als advocaat van Y. Hij heeft enkel gesteld dat de door hem in te stellen vordering mede ten behoeve van Y strekte. Zeker waar klager op de hoogte was van het feit dat Y door een eigen advocaat werd bijgestaan, was er geen sprake van misleiding door verweerder.
5.3. Wel heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich tot de rechter te wenden nadat uitspraak was gedaan. Nadat om een uitspraak is gevraagd dan wel nadat een uitspraak is gedaan is het de advocaat niet geoorloofd zich zonder toestemming van de wederpartij tot de rechter te wenden. Dit is niet anders indien het een verzoek om zuivering van verstek betreft. De klacht is in het tweede onderdeel in zoverre gegrond.
5.4. De raad zal daarom als volgt beslissen. De raad acht de hierna op te leggen maatregel passend en geboden.
6. Beslissing
De raad verklaart de klacht in het eerste onderdeel gegrond en in het tweede onderdeel gegrond in voege als voormeld en voor het overige ongegrond en legt verweerder ter zake op de maatregel van enkele waarschuwing.
Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen , voorzitter en mrs. I.E.M. Sutorius, Chr.M.J. Peeters, M.B.Ph. Geeraedts en L.R.G.M. Spronken , leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op
Griffier voorzitter
Verzonden op: 20 juli 2010.
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
Per post.Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
Bezorging.De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
Per fax.Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.