Rechtspraak
Uitspraakdatum
02-02-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA0349
Zaaknummer
09-161A
Inhoudsindicatie
Het zonder uitgebreide toelichting aansprakelijk stellen, is een handelwijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt.verzet+klacht gegrond zonder oplegging maatregel.
Uitspraak
BESLISSING d.d. 2 februari 2010
in de zaak 09-161A
De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad op de klacht van:
1.
2.
en mede namens
3.
4.
5.
6.
7.
p/a
k l a g e r s
tegen:
Mevrouw mr.
v e r w e e r s t e r
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 25 juni 2009, bij de raad binnengekomen op 26 juni 2009, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 14 juli 2009 heeft de voorzitter van de raad de klacht
kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 20 juli 2009 aan klagers is verzonden.
1.3 Bij brief, gedateerd 3 augustus 2009, door de raad op3 augustus 2009 ontvangen,
hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 16 november 2009 in aanwezigheid van klagers en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop die beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven (stukken 1 tot en met 9);
- het verzetschrift van klagers met bijlagen;
2. De klacht
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat zij in haar brief van 12 februari 2009 een volledig ongefundeerde schadeclaim heeft gebruikt om de omwonenden ertoe te brengen af te zien van hun fundamenteel recht om zich tot de rechter te wenden en zich daarbij door klagers sub 1 en sub 2 te laten bijstaan. Klagers achten het niet zorgvuldig dat de brief door verweerster is verzonden aan een groep personen die ten tijde van de eerdere aansprakelijkstellingen in 2004 en 2007 nog niet behoorden tot de omwonenden, zonder dat verweerster dit heeft geverifieerd.
2.2 Het verzet houdt, zakelijk weergegeven in, dat de voorzitter de klacht ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard.
3. Feiten
3.1 De relevante feiten zijn door de voorzitter in zijn beslissing weergegeven.
3.2 Voor de beoordeling van het verzet en de daaraan ten grondslag liggende klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.
3.3 Verweerster is in haar hoedanigheid van advocaat opgetreden voor mr. A., notaris te Laren, aldaar eigenaar/bewoner van het perceel Torenlaan 64, in verband met problemen rond dit perceel met betrekking tot de bebouwing, beplanting en de diverse bestemmingsplannen.
3.4 Vanaf 2000 zijn verweersters cliënt en klagers sub 1 en 2 en omwonenden van het perceel betrokken in diverse civielrechtelijke procedures.
3.5 Klagers sub 1 en 2 waren tot medio 2007 zelf omwonenden en traden tevens als gemachtigden van de andere omwonenden op. Sedert 2007 treden klagers sub 1 en 2 alleen nog als gemachtigden van de omwonenden op. Klagers sub 3 t/m 7 zijn omwonenden.
3.6 In de loop der jaren zijn in de plaatselijke pers een aantal publicaties verschenen in verband met deze procedures. In die publicaties wordt benadrukt dat het mr. A. als notaris niet past illegaal bomen te (doen) kappen en gewezen op de hoedanigheid van mr. A als notaris.
3.7 Bij brief van 28 april 2004 heeft een kantoorgenoot van verweerster, die toen de zaak van mr. A. behandelde, klagers sub 1 en 2 en andere omwonenden aansprakelijk gesteld voor schade wegens onjuiste of onrechtmatige uitlatingen. Wegens herhaalde publicatie is dat ook geschied bij brief van 3 december 2004 en 5 januari 2007.
3.8 In de loop der jaren is de groep omwonenden meerdere malen gewijzigd ten gevolge van verhuizingen. Een aantal keren, laatstelijk bij besluit van het College van Burgemeester & Wethouders van Laren van 3 februari 2009 is aan verweersters cliënt een last onder dwangsom opgelegd. Bij brief van 12 februari 2009 heeft verweerster namens mr. A. klagers en omwonenden rechtstreeks aangeschreven. In deze brief heeft verweerster medegedeeld dat haar cliënt opdracht heeft gegeven om klagers en de omwonenden, voor wie klagers deels als gemachtigden optreden, aansprakelijk te stellen voor de schade die haar cliënt lijdt als gevolg van de procedures waarin hij door klagers is betrokken of in de toekomst zal worden betrokken. Voorts heeft verweerster in deze brief het volgende medegedeeld:
“Mocht u [klaagster sub 1] en/of haar partner [klager sub 2] geen volmacht hebben gegeven of de eerder gegeven volmacht inmiddels hebben ingetrokken dan verzoek ik u mij dat schriftelijk vóór 1 maart a.s. te berichten. Mocht u mij tijdig vóór 1 maart a.s. schriftelijk bevestigen dat [klaagster sub 1] en/of [klager sub 2] u niet als gemachtigde bijstaat en mij daarbij tevens bevestigen dat u ook verder niet in de procedure(s) met betrekking tot de Torenlaan 64 als belanghebbende opkomt, dan zal ik u verder niet in de aansprakelijkheidsprocedure betrekken.”
3.9 Bij brief met bijlage van 25 februari 2009 aan de deken hebben klagers zich beklaagd over deze handelwijze van verweerster.
4. Beoordeling van het verzet
4.1 Met de voorzitter is de raad van oordeel dat nu de klacht gericht is tegen de advocaat van de wederpartij, heeft te gelden de door het hof van discipline – de hoogste instantie in het advocatentuchtrecht – gehanteerde maatstaf dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Die vrijheid is niet onbeperkt; deze kan onder meer ingeperkt worden indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren.
De raad zal het optreden van verweerder derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.
4.2 De mededeling van verweerster in haar brief van 12 februari 2009, dat zij de omwonenden aansprakelijk houdt voor de schade die haar cliënt zal lijden als gevolg van procedures waarin haar cliënt door klagers is betrokken of in de toekomst zal worden betrokken, is gedaan zonder enige beperking in soort procedure en/of in tijd en voorts gedaan met het in het vooruitzicht stellen van een volgende procedure op basis van nieuwe aansprakelijkheid. De raad is - anders dan de voorzitter in de voorzittersbeslissing van 14 juli 2009 - van oordeel dat verweerster niet zonder uitgebreide toelichting een dergelijke mededeling had mogen doen, omdat met de gekozen formulering het fundamentele recht van vrije keuze van rechtshulpverlener en van toegang tot de rechter in het geding was gekomen. In het licht van het voorgaande is de raad van oordeel dat het verzet slaagt en de klacht gegrond is.
5. MAATREGEL:
5.1 Verweerster heeft ter zitting verklaard dat zij met haar brief van 12 februari 2009 niet de intentie heeft gehad inbreuk te maken op het fundamentele recht tot toegang tot de rechter. De raad acht het optreden van verweerster alles overziende daarom niet zodanig laakbaar dat termen aanwezig zijn voor het opleggen van een maatregel.
BESLISSING:
De raad van discipline:
- verklaart het verzet gegrond;
- verklaart de klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.
.
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. A. de Groot, B. Roodveldt, M.L.F.J. Schyns, D.J.S. Voorhoeve, leden, met bijstand van mr. H. Oomen als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 februari 2010.
Voorzitter Griffier
De beslissing is in afschrift op 2 februari 2010 per aangetekende brief verzonden aan:
- klagers
- verweerster
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:
- verweerster
- de deken van de Nederlandse orde van advocaten
Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132,
4840 AC Prinsenbeek
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.
Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het hof van discipline is: 076 – 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.
d. Telefonische informatie
076 - 548 4607.