Rechtspraak
Uitspraakdatum
06-12-2010
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1338
Zaaknummer
R 35-2010
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Een advocaat dient te alle tijde bedacht te zijn op de situatie dat hij ten opzichte van zijn cliënt niet meer de vrijheid en onafhankelijkheid bezit om deugdelijk te adviseren en representeren. Een belangenverstrengeling door financiële pof persoonlijke relaties, kan de gewenste onafhankelijkheid in gevaar brengen, en kan maken dat de advocaat mede tot partij wordt. Voorts dient een advocaat niet op te treden tegen een wederpartij ten aanzien van wie hij over vertrouwelijke informatie beschikt die hij niet betrokken heeft van zijn cliënt. Indien de echtgenoot van de advocaat belang heeft bij de wijze van adviseren en optreden voor diens cliënt kan de vrijheid en onafhankelijkheid van die advocaat in gevaar komen.
Inhoudsindicatie
gegrond; enkele waarschuwing
Uitspraak
R 35-2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van
de heer A
verder : klager
tegen
mw. Mr. B
verder : verweerster
_____________________________________________________________________
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 23 februari 2010, door de raad ontvangen op 24 februari 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Roermond de door klager op 14 april 2009 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.
1.2 De raad heeft voorts kennis genomen van de brief dd. 15 september 2010, door de raad ontvangen op 17 september 2010, van klager aan de raad, met bijlagen.
1.3 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 4 oktober 2010.
Ter zitting is verweerster verschenen. Klager heeft bij voormelde brief dd. 15 september 2010 bericht verhinderd te zijn om de zitting bij te wonen. Klager heeft zijn standpunt in deze brief nader toegelicht.
2. De feiten
2.1. Klager en zijn partner hadden een bod ad € 185.000, - uitgebracht op een woning. Dit
bod was gebaseerd op een taxatie van een door klager ingeschakelde makelaar. De heer Y trad op als makelaar van de verkopende partij. De verkopende partij accepteerde het bod van klager en zijn partner niet, waarna aan mw. X opdracht is verleend een tweede taxatie uit te voeren. Mw. X heeft op 14 mei 2008 een door haar uitgebracht taxatierapport aan klager toegestuurd. Mw. X kwam tot de conclusie dat de woning een onderhandse verkoopwaarde van € 208.000, - vertegenwoordigde. Klager en zijn partner hebben de betreffende woning vervolgens voor een bedrag van € 208.000, - gekocht en geleverd gekregen. Mw. X heeft haar declaratie dd. 15 mei 2008 ten bedrage van € 458,78 op aangeven van de heer Y toegezonden aan klager. Deze weigerde tot betaling over te gaan, stellende dat de partner van verweerster (makelaar van de verkoper) niet namens hem had gehandeld bij het verstrekken van de taxatieopdracht aan mw. X. en dat niet hij, doch makelaar Y als opdrachtgever had te gelden, althans de kosten voor zijn rekening zou moeten nemen.
2.2. Mw. X heeft bij exploot van dagvaarding van 8 april 2009 een
vordering tegen klager ingesteld. Mw. X vorderde betaling van het bedrag van € 450,78, zijnde de kosten van de door haar uitgevoerde taxatieopdracht. Mw. X werd in rechte bijgestaan door verweerster. Klager heeft de heer Y in vrijwaring opgeroepen. De heer Y werd in het vrijwaringincident bijgestaan door een advocaat afkomstig van hetzelfde kantoor als verweerster.
2.3. De vordering van mw. X op klager is bij vonnis dd. 7 april 2010 door de kantonrechter afgewezen, met veroordeling van mw. X in de proceskosten.
3. De klacht
3.1 De klacht luidt als volgt:
Het stond verweerster niet vrij tegen klager op te treden.
3.2. Klager heeft ter toelichting van zijn klacht het volgende aangevoerd:
Het stond verweerster niet vrij om tegen klager op te treden, gelet op het probleem in de onderliggende kwestie en de onderliggende verhoudingen tussen partijen en de gemachtigden.
Verweerster was als voormalig kantoorgenote van de partner van klager nauw betrokken geweest bij de verkoop van de woning. Zij gebruikt deze- haar in vertrouwen vertelde- informatie tegen klager. Daarnaast was de echtgenoot van verweerster als derde in vrijwaring in de procedure tussen de cliënte van verweerster en klager betrokken. Verweerster liet al direct blijken dat de tussen klager en haar echtgenoot gemaakte afspraken niet bestonden. Verweerster heeft haar echtgenoot zelfs als getuige opgeroepen. Verweerster had persoonlijke belangen bij de uitkomst van de procedure, nu de vraag in de onderliggende zaak was of klager dan wel de echtgenoot van verweerster het bedrag ad
€ 450,78 diende te betalen.
4. Het verweer
4.1 Er was geen sprake van belangenverstrengeling. Verweerster heeft een incasso-opdracht van haar cliënte gekregen. Het betrof een zakelijk geschil, waarin de cliënte van verweerster stelde dat zij in opdracht van klager werkzaamheden had verricht waarvoor zij nog betaald diende te worden en klager anderzijds stelde dat hij met makelaarskantoor Y had afgesproken dat deze de kosten voor zijn rekening zou nemen.
De cliënte van verweerster heeft hierover contact gehad met voormeld makelaarskantoor, waaruit zij heeft opgemaakt dat een dergelijke afspraak niet bestond. Er is enkel bewijsaanbod gedaan door de cliënte van verweerster. Er zijn geen getuigen opgeroepen.
Er was geen sprake van een belangenverstrengeling die klager kon raken. Verweerster ziet niet in hoe zij persoonlijke belangen kon hebben bij een zaak die de belangen van haar cliënte of klager schaden. Bij de procedure waren geen oud collega’s betrokken. De dagvaarding was uitsluitend tegen klager gericht.
4.2. Verweerster beschikte niet over vertrouwelijke informatie. Alle informatie waarover zij beschikte was opvraagbaar bij het Kadaster.
5. Beoordeling van de klacht
5.1 Een advocaat dient te vermijden dat zijn vrijheid en onafhankelijkheid in de uitoefening van zijn beroep in gevaar zouden kunnen komen. De advocaat moet te allen tijde bedacht zijn op de situatie dat hij ten opzichte van zijn cliënt niet meer de vrijheid en de onafhankelijkheid bezit om deugdelijk te adviseren en te representeren. Een belangenverstrengeling door financiële of persoonlijke relaties, kan de gewenste onafhankelijkheid in gevaar brengen, en kan maken dat de advocaat mede tot partij wordt.
5.2. Voorts dient een advocaat niet op te treden tegen een wederpartij ten aanzien van wie hij over vertrouwelijke informatie beschikt die hij niet betrokken heeft van zijn cliënt.
5.3.Verweerster heeft een opdracht van haar cliënte aangenomen in een zaak waarin haar vrijheid en onafhankelijkheid van beroepsuitoefening in gevaar zouden kunnen komen doordat haar echtgenoot belang had bij de wijze waarop zij zou adviseren en optreden voor haar cliënte en tegen klager. Er was immers het risico dat als de rechter de vordering van haar cliënte op klager zou afwijzen, haar echtgenoot als aansprakelijk zou worden beschouwd.
Bij die vrijheid en onafhankelijkheid had dus ook klager als tegenpartij belang.
5.4. Voorts is onaannemelijk dat verweerster de informatie dat de taxatie van mw X gebruikt was in het kader van de financieringsaanvraag van mw X gekregen heeft: klager stelt uitdrukkelijk dat hij het mw X niet verteld heeft. Het woord ‘klaarblijkelijk’ duidt op iets wat wel zo móet zijn. Dat het wel zo móest zijn kon niet gezegd worden omdat er redelijkerwijs nog andere mogelijkheden waren; dus kon verweerster dit alleen maar zeggen omdat zij het uit anderen hoofde wist, namelijk uit haar contacten met klagers vriendin.
5.5. Verweerster beschikte dus inderdaad over niet van haar cliënte verkregen vertrouwelijke informatie van haar tegenpartij, klager.
5.6. Op grond van het bovenstaande komt de raad tot het oordeel dat verweerster niet betamelijk heeft gehandeld door onder hierboven weergegeven omstandigheden de opdracht van mw. X te aanvaarden. Verweerster heeft door haar optreden het vertrouwen in de advocatuur geschaad, niet alleen bij klager, maar blijkens het vonnis van de kantonrechter dd. 7 april 2010 ook bij een gerechtelijke instantie. De raad zal de klacht dan ook gegrond verklaren.
6. Beslissing
De raad verklaart de klacht gegrond en legt aan verweerster ter zake op de maatregel van enkele waarschuwing.
Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen , voorzitter en mrs. I.E.M. Sutorius, Chr.M.J. Peeters, M.B.Ph. Geeraedts en L.R.G.M. Spronken, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2010.
Griffier voorzitter
Verzonden op: 10 december 2010.
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
Per post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.