Uitspraakdatum

08-03-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2010:YA0600

Zaaknummer

10-15

Inhoudsindicatie

Inhoudsindicatie

Berisping. Dekenbezwaar: verweerder heeft per ultimo 2000 71 gestapeld tekort van zes punten en over 2009 eveneens een tekort van zes punten. Bovendien heeft verweerder steeds de CCV - opgaven niet althans niet tijdig ingediend. Bezwaar terecht.

Uitspraak

10-15

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief d.d. 2 februari 2010 heeft mr. R.J.A. Dil, deken van de orde van advocaten in het arrondissement Arnhem, ter kennis van de raad gebracht zijn bezwaar tegen:

   verweerder.

1. Het bezwaar is behandeld ter openbare zitting van de raad van 15 februari 2010, waar namens de deken diens waarnemer, is verschenen. Verweerder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

De raad heeft bij de behandeling van het bezwaar zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, en mrs. J.R.O. Dantuma, G.E.J. Kornet, P.R.M. Noppen en R.R.J.A. Olie-Hallmans, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven als griffier.

2. Het dekenbezwaar is hierin gelegen dat verweerder gedurende een aantal opvolgende jaren niet heeft voldaan aan de opleidingseisen zoals deze voortvloeien uit de Verordening op de Permanente Opleiding. Hoewel verweerder door de deken in voorgaande jaren in de gelegenheid is gesteld het tekort in het daarop volgende jaar te compenseren heeft die compensatie niet plaatsgevonden.

Daar komt bij dat verweerder steeds de CCV-opgaven niet althans niet tijdig in-dient.

Aldus handelt verweerder in strijd met de op hem rustende verplichtingen als be-doeld in artikel 46 Advocatenwet.

3. De raad gaat bij zijn beslissing uit van de volgende door deken aangereikte, niet door verweerder bestreden gegevens.

Verweerder is met ingang van 16 november 2005 opnieuw ingeschreven op het tableau. Over 2005 diende hij 3 opleidingspunten te behalen. Bij brief d.d. 16 april 2007 heeft hij erkend dat hij die 3 punten niet had behaald, en heeft hij toegezegd die punten alsnog in 2006 en 2007 te zullen halen.

Over 2006 zijn door verweerder 17 punten behaald, derhalve een overschot van 1 punt.

Over 2007 zijn door verweerder 12 punten behaald.

Bij brief d.d. 27 januari 2010 heeft verweerder opgave gedaan over 2008 en 2009. Daaruit blijkt dat hij over 2008 16 punten heeft behaald en over 2009 slechts 10 in plaats van de vereiste 16 punten.

4. De raad stelt vast dat verweerder per ultimo 2007 een gestapeld tekort had van zes punten, en over 2009 eveneens een tekort heeft van zes punten.

Daar komt bij dat verweerder steeds de CCV-opgaven niet althans niet tijdig in-dient.

5. De raad beoordeelt het bezwaar van de deken als volgt.

Het bezwaar is gegrond. Verweerder heeft de afgelopen jaren sedert zijn her-inschrijving op het tableau in 2005 alle jaren, met uitzondering van 2006, een tekort aan opleidingspunten laten ontstaan. Daarenboven heeft hij elk jaar de Controlefor-mulieren niet althans niet tijdig ingediend.

Verweerder heeft aldus bij voortduring gehandeld in strijd met zijn uit de Verorde-ning Permanente Opleiding voortvloeiende verplichtingen. En er is de niet nage-komen toezegging om het tekort van 2005 in 2007 in te halen terwijl hij voor dat laatste jaar zelfs de vereiste 16 punten niet behaalde. Niet is gebleken dat voor dat  nadien alleen nog maar opgelopen tekort een rechtvaardiging bestond.

Het dekenbezwaar is dan ook gegrond. Gezien de hardnekkigheid waarmee ver-weerder zijn verplichtingen niet nakomt is de raad van oordeel dat hem na te noe-men maatregel dient te worden opgelegd.

De beslissing van de raad luidt als volgt:

Het bezwaar van de deken tegen verweerder is gegrond. Verweerder wordt ter zake de maatregel van berisping opgelegd.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op  8 maart  2010.

griffier     voorzitter