Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-05-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA0758

Zaaknummer

B 236-2009

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Een advocaat is ook tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor handelingen van kantoorgenoten, die onder zijn verantwoordelijkheid en in zijn naam optreden.

Inhoudsindicatie

Verweerder heeft bij de oproeping van een getuige gehandeld conform de wettelijke

Inhoudsindicatie

bepalingen in het wetboek van rechtsvordering. Opgeroepen getuige beroept zich op een evident onjuist advies. Niet opvragen van verhinderdata vooraf niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Getuige heeft de mogelijkheid onder opgaaf van redenen om een nieuwe datum voor het verhoor te verzoeken. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

 B 236 - 2009

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

het verzet tegen een voorzittersbeslissing

 

betreffende een klacht van  

 

klager

 

tegen

 

verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1       Bij brief van 9 december 2009, door de raad per fax ontvangen op 10 december 2009 en per post op 14 december 2009, heeft klager verzet aangetekend tegen de beslissing van de voorzitter van de raad dd. 26 november 2009, verzonden op 27 november 2009.

 

1.2.      Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 15 maart 2010.

Verschenen zijn : klager, verweerder en mr. X. kantoorgenoot van verweerder.

 

2. De feiten

 

2.1       De raad gaat uit van de feiten en van de omschrijving van de klacht zoals in de beslissing van de voorzitter omschreven, nu het verzet daartegen niet is gericht.

 

3. De klacht

 

3.1       De raad gaat uit van de formulering van de inhoud van de klacht zoals door de voorzitter in zijn beslissing is weergegeven, nu het verzet daartegen niet is gericht.  

 

4. Beslissing van de voorzitter

 

4.1       De voorzitter heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen.

 

5. Het verzet

 

5.1       In haar verzet voert klager samengevat het volgende aan:

Klager is het om principiële redenen niet eens met de beslissing van de voorzitter.

 

6. Beoordeling van het verzet

 

Klager beroept zich op een advies van derden, waaruit zou blijken dat op hem geen verplichting rust om als getuige te verschijnen. Het advies waarop klager zich beroep is als strijdig met de ter zake geldende wettelijke bepalingen evident onjuist.

In de zaak waarin klager als getuige was opgeroepen, was door de rechtbank een getuigenverhoor bepaald. Op verweerder rustte als advocaat de wettelijke plicht om te bepalen welke getuigen moesten worden opgeroepen, alsmede om voor oproeping van deze getuigen zorg te dragen. Hoewel het denkbaar was geweest dat verweerder vooraf verhinderdata aan klager had gevraagd, tuchtrechtelijk valt hem hiervan geen verwijt te maken. Klager had de mogelijkheid om in geval van verhindering, onder opgaaf van redenen, een nieuwe datum te verzoeken. Voor zijn kosten had klager een vergoeding kunnen vragen.

 

Op grond van het bovenstaande verenigt de raad zich met de beslissing van de voorzitter en zal de raad het verzet als ongegrond afwijzen.

 

 

7. Beslissing

 

De raad wijst het verzet als ongegrond af.

 

 

Aldus gegeven door  mr.J.P.M. van Ham, voorzitter, en mrs. E.J.P.J.M. Kneepkens, P.J.W.M. Theunissen, A.L.W.G. Houtakkers en E.P.C.M. Teeuwen, leden, in tegenwoordigheid van

mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2010

 

 

Griffier                                                  Voorzitter

 

 

 

Verzonden op:

 18 mei 2010.

 

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 Advocatenwet kan tegen deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.