Rechtspraak
Uitspraakdatum
19-04-2010
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0570
Zaaknummer
5642
Inhoudsindicatie
Klacht was geheel gegrond verklaard. Klager komt in hoger beroep.
Uitspraak
19 april 2010
No. 5642
Hof van Discipline
Beslissing
naar aanleiding van het verzet van
klager,
tegen:
verweerster.
1. Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 23 november 2009, nummer 09-77, aan partijen toegezonden op 23 november 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerster gegrond is verklaard en als maatregel een enkele waarschuwing is opgelegd.
2. Het geding in hoger beroep
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing van de raad in hoger beroep is gekomen, is op 4 december 2009 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Bij beslissing van 17 december 2009 heeft de voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 17 december 2009.
2.3 De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 23 december 2009. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 12 februari 2010, waarbij klager is verschenen.
2.4 Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.
3. De beoordeling
3.1 Naar aanleiding van het verzet, dat strekt tot gegrondbevinding ervan, overweegt het hof als volgt. Zoals de voorzitter van het hof terecht overweegt kan volgens het bepaalde in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet de klager, die de klacht heeft ingediend die tot de beslissing van de raad heeft geleid, van die beslissing hoger beroep instellen indien zijn klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. De klacht van klager tegen verweerster is door de raad gegrond verklaard.
3.2 Dit betekent dat aan klager niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klager niet kan worden ontvangen in het door hem ingestelde beroep. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
4. De beslissing
Het hof:
verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 17 december 2009 ongegrond.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. R.W. de Ruuk, E.A. Mout-Bouwman, G.R.J. de Groot en J.G. Vegter-Fieten, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.G.J. Hendrix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2010.