Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-07-2010

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1175

Zaaknummer

5697

Inhoudsindicatie

Geen beroep mogelijk. Appel te laat ingesteld. Verzet ongegrond.

Uitspraak

 

         

5 juli 2010

No. 5697

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het verzet van

klager,

tegen:

verweerster.

1.   Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 21 december 2009, nummer R.3259/09.91, aan partijen toegezonden op 22 december 2009, waarbij een klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.

2. Het geding in hoger beroep

2.1  De memorie waarbij klager van deze beslissing van de raad in hoger beroep is gekomen, is op 22 januari 2010 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Bij beslissing van 1 februari 2010 heeft de voorzitter van het hof klager wegens termijnoverschrijding kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 1 februari 2010.

2.3 De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 15 februari 2010. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 11 juni 2010, waarbij klager is verschenen.

2.4  Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.

3. De beoordeling

3.1 Het beroepschrift is ter griffie ontvangen na het verstrijken van de termijn van 30 dagen, gesteld in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet.

3.2 Klager beroept zich op verschoonbaarheid van de overschrijding van deze termijn. Klager stelt opdracht te hebben gegeven het beroepschrift 21 januari 2010 per koerier ter griffie van het hof te laten bezorgen. De bezorging heeft, ondanks een garantie tijdig te bezorgen, pas de volgende dag plaats gevonden, omdat - zo stelt klager - de weersomstandigheden tijdige bezorging beletten. Klager verzoekt het hof het beroep, ondanks de late indiening, toch inhoudelijk te behandelen.

3.3 Naar het oordeel van het hof is niet aannemelijk dat de door klager aangevoerde omstandigheden het hem onmogelijk hebben gemaakt om binnen de daarvoor gestelde termijn een appelmemorie te (laten) indienen. Klager had - in plaats van versturing per koerier- het beroepschrift ook per fax kunnen indienen. De omstandigheid dat de koerier het poststuk niet tijdig heeft bezorgd, dient voor rekening van klager te blijven. De voorzitter van het hof heeft klager dan ook terecht kennelijk niet ontvankelijk geacht in zijn hoger beroep. Het door klager ingestelde verzet dient ongegrond te worden verklaard.

 

4. De beslissing

Het hof:

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van 1 februari 2010 ongegrond.

    

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. R.W. de Ruuk, J.G. Vegter-Fieten, E. Schutte, M.M.H.P. Houben, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2010.