Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-12-2010

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1382

Zaaknummer

10-77

Inhoudsindicatie

Verwijt dat advocaat zoch onvoldoende heeft ingespannen gaat niet op. Ingevolge de Advocatenwet en de gedragregels voor advocaten draagt de advocaat de volledige verantwoordelijkheid voor de behandeling van de zaak en mag hij geen stappen ondernemen indien hij van mening is dat hij onvoldoende geïnformeerd is. Klacht dat advocaat werkrelatie heeft laten vertroebelen door problemen veroorzaakt door het opzeggen van een opdracht door een kennis van klager is niet feitelijk onderbouwd. Dat laatste geldt ook voor verwijt dat de advocaat niet het complete dossier heeft teruggegeven. Van klager mag worden verwacht dat hij aangeeft welke stukken in zijn visie ontbreken. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

10-77

 BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

inzake:

klager

wonende te [woonplaats]

tegen: verweerder

advocaat te [plaats]

1.

Bij brief van 5 juli 2010, ontvangen op 6 juli 2010, is klager in verzet gekomen tegen de beslissing van de voorzitter van 24 juni 2010, verzonden op 25 juni 2010, waarbij alle onderdelen van de klacht van klager kennelijk ongegrond zijn verklaard.

2.

Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van 29 november 2010, waar klager en verweerder zijn verschenen.

Bij de behandeling van het verzet heeft de raad zitting gehouden in de volgende samenstelling:

mr. M.J. Blaisse, voorzitter, en mrs. E. Bige, F. Klemann, E.J. Verster en

P.R.M. Noppen, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. A. Huber.

3.

Voor de inhoud van de klacht wordt verwezen naar punt 3 van de bestreden beslissing, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht.

4.

Met de voorzitter is de raad van oordeel dat de klacht van klager kennelijk ongegrond

is.

De door de voorzitter vermelde gronden kunnen zijn beslissing volledig dragen.

Hetgeen klager tegen de beslissing van de voorzitter heeft aangevoerd heeft de raad niet tot een ander oordeel kunnen brengen.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Het verzet is ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 13 december 2010.

Griffier    Voorzitter

Ingevolge het bepaalde in artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.