Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-02-2010

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2010:YA0386

Zaaknummer

5503

Inhoudsindicatie

Verwijt onjuistheden te hebben vermeld en wederpartij een te korte termijn te hebben gegund om aan een vonnis te voldoen. Ongegrond.

Uitspraak

12 februari 2010

No.  5503

Hof van Discipline

Beslissing

naar aanleiding van het hoger beroep van

klagers,

tegen:

verweerder.

1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 11 mei 2009, onder nummer 08-129H, aan partijen toegezonden op 11 mei 2009, waarbij klagers in onderdeel a. van de klacht niet-ontvankelijk zijn verklaard en onderdeel b. van de klacht ongegrond is verklaard.

 

2. Het geding in hoger beroep

2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 9 juni 2009 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

-  de antwoordmemorie van verweerder;

- een schrijven van klagers aan het hof van 24 november 2009.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 14 december 2009, waar klagers en namens verweerder de heer Z. zijn verschenen.

3. De klacht

 De klacht houdt zakelijke weergegeven in dat verweerder, in strijd met artikel 46  Advocatenwet:

a. in een brief van 5 april 2006 (klachtdossier p.9) aan mr. X., een advocaat die voor klagers werkzaam is, een viertal mededelingen heeft gedaan waarvan hij wist dat zij feitelijk onjuist waren;

b. in een brief van 3 december 2006 (klachtdossier p.33) aan mr. Y., een advocaat die ten behoeve van klagers optrad, klagers niet de gebruikelijke termijn van 14 dagen gegeven heeft ter voldoening aan een vonnis waarbij klagers in de proceskosten veroordeeld waren.

 

 

4. De feiten

 In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. De beoordeling

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klagers tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

6. De beslissing

Het hof:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 11 mei 2009 gegeven onder nummer 08-129 H.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, T.A.W. Sterk, A.D.R.M. Boumans en G.J.S. Bouwens, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2010.